Of je nu onder een steen hebt gelegen of niet, je kan er niet omheen: Ronnie James Dio heeft in zijn leven een enorme stempel gedrukt op de geschiedenis van rockmuziek. De zanger, die bekendheid verwierf in bands als Elf, Rainbow en Black Sabbath alvorens hij doorbrak met Dio, overleed helaas twaalf jaar geleden veel te jong aan maagkanker. Dat Dio niet meer onder ons is, neemt niet weg dat zijn geest voortleeft. Vorig jaar verscheen zijn biografie, en op 22 september 2022 verscheen dan ook eindelijk de langverwachte documentaire ‘Dio: Dreamers Never Die’. De vraag die op onze lippen brand is dan ook of deze het kijken waard is…
‘Dio: Dreamers Never Die’ laat in chronologische volgorde zien hoe Dio de man is geworden die rockliefhebbers vandaag de dag kennen. De grote focus ligt hierbij op zijn carrière en de invloed die hij op anderen heeft gehad. Tijdens de eerste helft, pak hem beet een uur aan speelduur, passeren zijn eerste en veelal minder bekende bandjes de revue, alsook zijn periodes bij rock-monolieten als Black Sabbath en Rainbow. Het tweede uur van de film focust zich met name op zijn eigen band, en zijn naderende einde.
De film zet met name een goed beeld neer van de impact die Dio in de loop van zijn carrière heeft gehad op vrienden, fans en collega muzikanten. De film staat dan ook bol van de interviews met oud-collega’s als Vinny Apicce, Geezer Butler en Tony Iommi van Black Sabbath. Ook andere muzikanten waar Ronnie mee heeft gewerkt zoals Lita Ford, Jack Black, Rob Halford en Sabastian Bach passeren de revue. De belangrijkste rollen in de film zijn echter weggelegd voor Dio’s vrouw en manager Wendy, en goede vriend en journalist Mick Wall. De liefde, warmte en emotie waarmee de gasten over Dio spreken zijn het bewijs dat Ronnie James Dio een bijzondere man was met een groot hart en veel warmte.
Hoewel de film een grote gastenlijst heeft, missen enkele cruciale namen die toch behoorlijk wat invloed hebben gehad op de levensloop van Dio. Zo schittert Ritchie Blackmore, met wie Dio Rainbow begon als grote afwezige. Dat is jammer, want de film geeft geen tekenen dat er kwaad bloed is gezaaid. Blackmore kan immers wel zeggen dat hij aan de wieg heeft gestaan van een rocklegende. Een ander persoon die schittert in afwezigheid is oud-Dio gitarist Vivian Campbell, die inmiddels niet weg te denken is uit Def Leppard. Campbell is door zijn zakelijk conflict met Dio één van de weinigen die niet over de man te spreken is, wat toch net even voor dat tegengeluid kan zorgen dat de film wat spannender maakt.
Visueel is de film een regelrechte throwback naar met name de jaren ’70 en ’80, waarbij de modernere interviews worden afgewisseld met archiefbeelden van Dio van zijn jeugd tot aan zijn dood, ondersteund door diverse opnames van zijn werk. Op de momenten dat er beelden gebruikt worden waarop Dio zelf aan het woord is, vergeet je haast dat hij ons al twaalf jaar geleden heeft verlaten. Ook hierdoor geeft de film een bepaalde warmte af.
Dit alles maakt ‘Dio: Dreamers Never Die’ vooral een viering van Dio’s carrière, en ondanks dat het een gepassioneerde en op momenten zeer emotionele film ontbreekt hier en daar wat relativerend tegenwicht. Hoewel het buiten kijf staat dat Dio een warme man was met zijn hart op de juiste plaats, wordt het beeld in de film erg rooskleurig geschetst. Dit in combinatie met een gebrek aan details over zijn persoonlijke leven zorgen dat de documentaire niet echt een beeld geeft van de man achter de muziek. Maar ach… Misschien is dat maar goed ook, gezien we Dio allemaal kennen als een zeldzaam mooi mens.
Dus terugkomend op de vraag waar de recensie mee begon: ja, deze film is zeker het kijken waard en een hele mooie viering van het leven van een legende, maar wie sappig drama verwacht droomt maar lekker verder. (8/10) (BMG)