Zelf noemen ze hem het liefst ‘The punk album’: ‘Autofiction’, hun nieuwste album dat op 16 september verschijnt. Het is weliswaar al het negende studioalbum van Suede, maar de vijftigers gaven het de spirit uit de beginjaren. Maar wel met de blik van nu. “Een voordeel van ouder worden is dat je al veel hebt geleerd. En het is zo mooi als je dat kunt gebruiken in je muziek, gevoegd bij de jeugdige energie.” Suede verrast na dertig jaar met een nieuw debuut.
Mat Osman is de bassist en één van de founding fathers van Suede. Samen met Brett Anderson, het gezicht en boegbeeld van de van oorsprong Londense britpopband. Maar Mat doet in hartelijkheid en openheid zeker niet onder. “We zijn een band die zo nu en dan alles achter zich moet verbranden. En dan gewoon opnieuw moet beginnen, bij wijze van spreken. Je gaat dan terug naar hoe het begon, naar dat typische bandgevoel. Dat hadden we nu ook, zelfs al voor de lockdown. Om na het laatste album ‘The Blue Hour’ weer terug te gaan naar de basis.” Er werd zelfs over gedacht om de nieuwe songs geheel live op te nemen. “Ja, met publiek. Maar we hebben het album toch in de studio opgenomen. Maar wel zo veel mogelijk met de vibe en de energie van een live optreden: dus geen click tracks, geen overdubs. We speelden het zoals we een life set spelen, met ook de ruis en de foutjes er nog in.” Mat raakt nog steeds enthousiast. Maar ook Ed Buller krijgt alle credits, de producer die ook hun eerste albumtrilogie heeft geproduceerd: ‘Suede’ (1993), ‘Dog Man Star’ (1994) en ‘Coming Up’ (1996). “Hij kent ons natuurlijk door en door en weet perfect hoe we dat live gevoel op plaat kunnen krijgen.”
Ondanks alle variaties in hun oeuvre, noemt Mat ‘Autofiction’ “een typisch Suede album. Het is dat typische Suede gevoel, dat we alle vijf meteen herkennen: de drama en de passie, net als in een film.” Waarin dus zowel het punky ‘Autofiction’ als de zware en donkere voorganger “The Blue Hour’ (2018) passen, elk op hun eigen wijze. “‘The Blue Hour’ had veel elektronica en er waren hele orkesten. We zijn nog steeds trots op dat album, maar we vonden dat we de spontaniteit dreigden te verliezen.” Vandaar de frisse nieuwe start op ‘Autofiction’, iets dat van nature ontstond. “Het leek eerst nog een traditioneel Suede album te worden, maar gaandeweg werd het steeds ruwer en harder. We voelden gewoon dat dit album het nodig had.” Suede heeft de status en daarmee de vrijheid om een nieuw album los van de tijdsgeest te plaatsen en alleen te kijken naar hun eigen historie. “Zo heeft het nummer ‘Black Ice’ een postpunk gevoel, met een ruig randje. Vijf jaar geleden zouden we zo’n nummer heel anders hebben opgenomen, veel grootser, orkestraler.
Daarmee heeft Suede ook de vrijheid om weer terug te gaan naar een nieuw soort debuut. Maar dan dertig jaar later, met dertig jaar meer ervaring. “Maar het proces was nu niet wezenlijk anders dan bij het echte debuut: We hadden elf songs en een kleine studio, de gerenommeerde Konk Studio’s in Noord London. Zonder invloeden van buiten: alleen wijzelf, een engineer en Ed Buller.” Maar ondanks de gelijkenis in proces zijn de lyrics wel wezenlijk anders en zijn ze meegegroeid met de band. “We proberen dat jeugdige gevoel weer terug te brengen in onze muziek, dat enthousiasme, die energie. Maar dan geschreven vanuit het perspectief van een bijna vijfenvijftig jarige man.” Daarmee bedoelt hij zanger Brett Anderson, die ook nu weer de teksten voor zijn rekening nam. “Niet meer over nachtclubs en drugs, zoals vroeger. Maar over actuele zaken die hem bezig houden. Zo schreef hij op de laatste twee albums veel over zijn familie, zijn gezin. Hij werd vader.” Mat laat even een pauze vallen. “Eerlijk gezegd had ik mijn twijfels toen hij zei om over zijn familie te schrijven. Het is het vaak moeilijk om dan open en eerlijk te zijn, zonder sentimenteel te worden. Het gaat immers over de naasten van wie je houdt. Maar Brett doet dat heel goed. Hij kijkt heel open, dus ook naar de spanningen of de moeilijkheden. Hij schenkt zowel aandacht aan de pijn als aan het plezier. Dat heeft hij altijd gedaan, iets van verschillende kanten bekijken. Daar ben ik zelf ook trots op.” Op ‘Autofiction’ gaat het onder meer over het ouder worden, over de dood. “Maar daarin zit nog steeds dezelfde passie als in het schrijven over uitgaan en feesten. Zo zingt Brett in de opener ‘She Still Leads Me On’, heel persoonlijk over de dood van zijn moeder, toen hij een jonge twintiger was, en de grote impact die dit op hem had.”
Gaande het gesprek raakt Mat steeds beter de kern van Suede. “Het gaat om de emoties: de lach, het verlies, de woede, de angst. Die voel je als je tien bent, maar ook op je tachtigste. En ik geloof wat Brett zingt. Want als je de gevoelens van een jongere klakkeloos gaat kopiëren, dan is het pure fake. Een voordeel van ouder worden is dat je al veel hebt geleerd, ervaring hebt. Het is zo mooi als je dat kunt gebruiken in je muziek. Zoals Leonard Cohen’s laatste plaat, of ‘Black Star’ van David Bowie.”
Over tijd gesproken: hun eerste single, ‘The Drowners’ is dit jaar dertig geworden. “Die spirit, dat hadden we in ons achterhoofd toen we ‘Autofiction’ maakten. Staand op het podium, met een rij versterkers achter je en een springende menigte voor je. Dat is zo een geweldig gevoel, beter dan seks of drugs.” Mat lacht, maar meent het serieus. “We realiseren we ons echt wat een voorrecht we hebben. Als je dat podiumgevoel zou moeten kopen, dan zou het je een vermogen moeten kosten. En wij krijgen ervoor betaald!”
Brett zingt op ‘Autofiction’ dikwijls over dat podiumgevoel. “Bijvoorbeeld op ‘What Am I Without You’. Het lijkt een gewoon liefdesverhaal, maar het is een song voor onze fans. Want als niemand zou bewegen bij een concert, dan is een band helemaal niets… Het publiek heeft de macht. Er is een denkbeeldig contract dat hen toestaat zich op een bepaalde manier te gedragen: intens, uitbundig, met passie. En wij geven dat aan hen terug, begrijp je?”
Wie de afgelopen tournee van Suede heeft gevolgd, zal dat zeker begrijpen. “Het repeteren van de oude, stevige nummers, heeft ons zeker ook doen verlangen naar het maken van een frisse, jeugdige plaat.” Dat werd dus ‘Autofiction’, een samentrekking van autobiografisch en fictie. En daarin steekt zelfs een filosofisch kopje boven het altijd groene Engelse gras. “Het idee is dat alle fictie autobiografisch is. Zelfs als je de meest fantastische verhalen verzint, over draken en elfen en zo, dan komen het verhaal en de emotie echt alleen maar van jou. Brett is op het podium ook een fictieve versie van zichzelf…. En deze plaat is een fictieve versie van wat we meemaken. Het is soms wat aangedikt of aangepast. Misschien meer romantisch en donkerder dan het echte leven…, maar in de kern is het autobiografisch.”
Zo is ‘Autofiction’ natuurlijk ook geen echt debuut. Maar voelt het wel zo. Voor Suede én voor het publiek. Waarmee de titel een schot in de roos is. Net als de plaat zelf. Dus mogen we met recht zeggen: Suede verrast na dertig jaar met een nieuw debuut.