In de afgelopen 8 jaar maakten The Analogues als coverband van The Beatles veel indruk door ze juist niet qua uiterlijk te imiteren, maar zich puur te richten op de muziek. Tot in het kleinste detail werden dezelfde instrumenten gebruikt om de albums van The Beatles live na te spelen die de Fab Four zelf in de jaren ’60 nooit live hadden gespeeld: de albums uit de periode van ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ (1967) tot ‘Let It Be’ (1970). Het bracht veel lof en uitverkochte zalen van theaters tot grote zalen als de Ziggo Dome. Ook buiten Nederland hebben The Analogues succes. Maar na het naspelen van Beatlesmateriaal waagt de band zich nu aan zelfgeschreven materiaal met het album ‘Introducing The Analogues Sideshow’. Zoals de titel al aangeeft een zijproject dat ontstond toen in 2020 door de pandemie ook de huidige theatertour van de band stil kwam te liggen rondom het album ‘Abbey Road’.
Nu hebben de leden van de band ook afzonderlijk van elkaar al hun sporen in de Nederlandse muziekwereld verdiend. Zo speelde Jan van der Meij in de jaren ’70 en ’80 bij de bands Vitesse en Powerplay, Felix Maginn had in de afgelopen twee decennia een succesvolle carrière als frontman van Moke, Diederik Nomden was actief bij twee bands van het Excelsior-label; Johan en Daryll-Ann, en heeft afgelopen jaren ook twee sterke soloalbums uitgebracht, gitarist Jac Bico speelde bij Loïs Lane en werkte met tal van Nederlandse artiesten samen, en ook Bart van Poppel is sinds de jaren ’80 producer en werkte als sessiemuzikant met veel artiesten samen. Genoeg talent om een heel album mee te kunnen vullen, en dat maken ze ook waar op hun eerste eigen album.
Het is onoverkomelijk dat de invloed van The Beatles terug is te horen. Zo grijpt ‘Yeah, Yeah, Yeah’ van Felix Maginn zelfs periode naar de vroege periode van de Fab Four. Van der Meij’s akoestische ballad ‘Magnetic Fields’ zou niet op een solo album van Paul McCartney hebben misstaan. De eerste single ‘Goodfoot’ roept herinneringen aan ‘The White Album’ op. Maar naast de Fab Four ademen de songs überhaupt een sfeer van de jaren ’60 en ’70. Bij Diederik Nomden’s ‘Nothing Can Hurt Me Today’ denk je bijna even dat het een remake is van ‘Stuck In The Middle Of You’ van Stealer’s Wheel, en ‘Damned If You Do’ doet, mede door de harmonieën, terugdenken aan een grote ‘70’s band die nooit de invloed van The Beatles hebben ontkent: ELO. Het had een Jeff Lynne productie kunnen zijn. Ook psychedelica wordt niet geschuwd in het mystieke ‘Turned Into Sand’. Om het te laten afsluiten met een pianoballad waar zowel John Lennon als Billy Joel of Elton John zich niet voor zouden hebben geschaamd: ‘Still Waiting’.
Het album is niet alleen interessant voor Beatlesfans, maar überhaupt voor liefhebbers van de betere popmuziek uit de jaren ’60 en ’80. De overeenkomst met de band die zij coveren is dat zij ook met hun eigen muziek het ambacht van het schrijven van pakkende melodieën in stand houden. (9/10) (Analogue Recordings)