71 is hij inmiddels, de Cockney Rebel. Afgelopen zondag stond Steve Harley in de mainstage van de 013. De zaal was voor deze akoestische show ingericht met stoelen. Balkon en trappen waren niet open voor publiek. De stoelen waren deze avond netjes gevuld, al was er ook nog voldoende ruimte achterin.
Ongeveer een minuut of tien voor aanvang van de show kwam er iemand het podium op met wat mededelingen. Tijdens de show zijn de bars gesloten, iets wat ook al te vinden was op de event pagina, er is merch te koop en verder werd er vriendelijk verzocht niet te filmen tijdens het concert, zeker niet met de flits aan. Dit omdat het voor de band erg afleidend is, zo werd ons gemeld.
Deze avond geen voorprogramma en dus kwamen Steve Harley, met kruk, en band volgens planning om half negen het podium op. Ze zetten het eerste nummer in en direct gaan er mensen toch gewoon zitten filmen. Waar is het fatsoen? Een paar keer spotte Harley ook mobiele apparaten en door middel van afkeurende gebaren, zette de beste man de show onverstoorbaar voort, al zal hij het ook jammer vinden dat sommige mensen toch menen per se iets te moeten filmen of een foto te maken.
De avond bestond uit twee sets met daartussen een pauze. In het eerste deel kwamen er vooral covers aan bod. Niet helemaal vreemd natuurlijk. Zijn laatste album ‘Uncovered’ bestaat bijna compleet uit nummers die Harley graag zelf had geschreven. Daarmee kregen we ook direct een leuke anekdote voorgeschoteld over ‘How Can I Tell You’, wat origineel van Cat Stevens is. De twee hebben ooit samen opgetreden en toen vroeg Harley aan Stevens of hij dat nummer wilde spelen waarop Stevens antwoordde dat hij dat nummer al dertig jaar niet had gespeeld. Harley vindt het persoonlijk een van de mooiste liefdesliedjes uit de popgeschiedenis. Hij zag later een filmpje op YouTube dat Stevens het nummer niet veel later gespeeld had tijdens een show. Harley vertelde lachend dat hij baalde dat hij geen credits ontving.
Op een gegeven moment was er lichtelijke verwarring op het podium en de rede daarvoor werd ons als snel bekend gemaakt. Harley had namelijk in de bus richting Tilburg de setlist veranderd. Hierdoor duurde het even voor gitarist Dave Delarre klaar was. “Take your time David”, zei Harley, “Let’s all play the same song.” Met ‘Out Of Time’ van de Rolling Stones kwam de sfeer er goed in. Het publiek zong samen met de band en ook de heren op het podium vonden het merkbaar erg prettig. Zo vroeg Harley of het publiek met hem mee wilde doen. Wickens begon de akkoorden weer te spelen waarop Harley hem met een knipoog tot orde riep “No, with ME!”
Om het dan ook maar gelijk even over de muzikanten zelf te hebben. Op een paar kleine schoonheidsfoutjes die altijd op de loer liggen speelde de band erg strak. Er was geen drumstel aanwezig en dat bleek in deze setting een zeer wijze keuze. Je miste hem geen moment. Violist/gitarist Barry Wickens wist met vooral zijn viool de gevoelige snaar te raken. Harley zelf zong zoals Harley dat in de jaren 70 ook deed. Hij is niet de beste, meest geschoolde zanger maar het karakter in zijn stem is er nog altijd. De samenzang deze avond was van hoog niveau.
Na een klein uur was het tijd voor de pauze en na pak een beet 25 minuten was het tijd voor het tweede deel van de set. Hiermee zou de band het publiek helemaal inpakken. Al was het begin een van die eerder genoemde schoonheidsfoutjes. De Cockney Rebel had namelijk zijn oortje nog niet in met als gevolg dat hij op een andere toon zijn zang startte. Hij schrok er zichtbaar ook zelf wat van en deed hem snel in.
Voor ‘Journey’s End (A Father’s Promise)’ vertelde hij dat hij na 35 jaar eindelijk een gevoelig liedje durfde op te nemen. Het lied heeft hij geschreven voor zijn zoon. Ook vertelde hij dat hij inmiddels opa was en dat hij vandaag twee filmpjes had gekregen van zijn zoon. De ene waarop zijn kleinzoon voor het eerst zonder zijwieltjes fietste en de ander waarop zijn kleindochter haar eerste zelfstandige stapjes zette. Aandoenlijk om te zien met hoeveel trots hij dit vertelde. “In the 70s I was a rockstar and now I’m talking about my grandchildren on stage, the evolution.”, grapte hij.
Aan het einde van de avond kwam er nog een rits klassiekers uit de hoge hoed die begon met ‘Mr. Soft’ gevolgd door ‘The Best Years Of Our Lives’, waar iedereen de ruimte kreeg om wat te soleren. Bij het publiek kon de band inmiddels niks meer fout doen en dit werd dan ook beloond met een flink applaus. Daarna volgde een werkelijk waar prachtige, uitgerekte versie van zijn eerste nummer één hit ‘Sebastian’. Hiermee kwam een einde aan de reguliere set. Het applaus bleef terecht voortduren. “Ik ga het podium niet af met mijn kruk om achter drie minuten te wachten en weer op te komen, er is vast nog wel iets wat we kunnen spelen.” Zo werd, hoe kon het eigenlijk ook anders, ‘Make Me Smile (Come Up And See Me)’ de afsluiter van de avond.
Tijdens de rustige nummers was Harley de verhalenverteller, inclusief gebaren. In de uptempo nummers was hij de frontman. Het publiek genoot volop van deze kleine twee uur (exclusief pauze), met name van de tweede helft en verliet al zingend en voldaan de zaal.