“Jongens zijn het — maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf”. Na afloop van het optreden van Nits parafraseer ik in mijn hoofd als vanzelf de beroemde openingszin van ‘Titaantjes’ opgetekend door de mooist schrijvende schrijver in de vaderlandse literatuurgeschiedenis.
Telkens weer als Nits optreden valt op hoeveel plezier de drie muzikanten met elkaar hebben op het podium dat zij toch al enkele decennia lang met elkaar delen. Rob Kloet, de drummer wordt deze zomer zeventig, zijn beide speelkameraden zijn die leeftijd inmiddels al voorbij. Laat ze nooit ophouden met hun speelkwartier. Spelend ontdekt de mens de mooiste dingen.
Iets later dan het aangekondigde, merkwaardig vroege begin uur van half 8, betrad de eminence grise van de vaderlandse popmuziek het podium van de kleine zaal in de Eindhovense Effenaar. Er werd afgetrapt met een korte versie van ‘Port of Amsterdam’. Gewoon een kwestie van meteen even een stevig piketpaaltje slaan, zodat het publiek wist waar ze aan toe waren. Noem het een kwajongensstreek.
Na ‘Home Before Dark’ zette Nits met twee titels van hun album ‘Strawberry Wood’ meteen het serieuzere kader voor vanavond. In ’Hawelka’ bijvoorbeeld, genoemd naar het beroemde kunstenaars café in Wenen dat aan het begin van de tweede wereldoorlog haar deuren moest sluiten omdat de joodse eigenaren moesten vluchten. Toen zij in 1945 terugkeerden vonden zij het café wonder boven wonder volledig intact terug. Henk Hofstede zal er zich thuis hebben gevoeld, net als de schilder Hundertwasser járen voor hem. Het nummer gaat over de zinloosheid van de oorlog.
Nits namen even de tijd om stil te staan bij de oorlog in Oekraïne. Niet alleen door de muziekkeuze, maar ook door hun overweging te delen om toch te spelen. Spelen in een tijd waarin er niets meer positief lijkt te zijn nu oorlog dichterbij is, dan het ooit voor ons is geweest. Juist daarom speelden Nits wel. Juist om tegenwicht te geven aan deze donkere dagen.
Vervolgens nam de band ons mee in hun universum, waarin alles mogelijk lijkt. Henk vertelde over treinreizen door Europa, over Marvin Gaye met een blad garnalenkroketten op het strand van Oostende. In het nieuwe nummer ‘Ghost Ranch’ over een onmogelijke ontmoeting van Georgia O’Keeffe met Joni Mitchell op een boerderij in een Mexicaanse woestijn. In een ander nieuw nummer ‘Sunday Painter’ gaan Nits aan de haal met het levensverhaal van de Engelse 20ste eeuwse schilder L.S. Lowry, die van zijn moeder niet mocht schilderen, en dat dan maar stiekem ‘s nachts ging doen.
Voor Nits lijken er geen geen grenzen te zijn aan wat mogelijk is. In hun teksten knopen ze verschillende verhalen, uit verschillende tijden als parallelle universums aan elkaar. Prachtige verhalen worden zo verteld. Daarnaast zijn er de mooie autobiografische vertellingen in nummers als ‘The Concrete House’ of ‘Une Petite Allumette’ en ‘Lits-Jumeaux’ waarin dan weer heel vrij met de werkelijkheid wordt omgegaan. Het Nits universum weet elke keer weer te boeien.
Reken daarnaast altijd op een goede portie hits uit de Nederpop-geschiedenis zoals ‘Dutch Mountains’, ‘Nescio’, ‘J.O.S. Days’ en het zeker nu weer beklemmende ‘Sketches of Spain’, en het wordt duidelijk dat Nits blijvend relevant zijn voor de Nederlandse cultuur.
Een nieuw album ligt inmiddels klaar, en zal na de zomer worden uitgebracht. Neem tot die tijd elke gelegenheid te baat om Nits live te gaan zien. Waarschijnlijk, totdat het tegendeel bewezen wordt, nog steeds de beste band van Nederland. Er waren geen verliezers in de Effenaar, behalve de mensen die vergeten waren om te komen.
Foto’s (c) Jan Vranken