Deze sympathieke reus is in zijn thuisland Canada letterlijk en figuurlijk een hele grote, en ook in Europa, waaronder ons kleine landje is hij een graag geziene gast. Door zijn vorige albums, zijn optredens en het interview dat ik ooit met hem mocht hebben ben ik een fan geworden, en gebleven. Het is alweer drie jaar geleden dat zijn vorige album verscheen. Veel te lang naar mijn zin en ik was dan ook blij verrast toen ik zijn nieuwe album op mijn deurmat aantrof.
‘House To House’ is zijn negende album en het eerste dat hij solo heeft opgenomen. Op enkele nummers wordt hij vocaal ondersteund, maar verder zijn uitsluitend Matts stem en gitaar te horen. Op het album staan twaalf nummers, waarvan er tien door Andersen zelf zijn geschreven, al dan niet in samenwerking met iemand anders. De twee covers zijn ‘People Get Ready’ van Curtis Mayfield en ‘Time For The Wicked To Rest’ van de Canadese singer-songwriter David Francey.
Erg vrolijk zijn de eigen nummers niet. Er klinkt veel pijn en treurnis door. Dit komt o.m. tot uiting in nummers als ‘Burning Lights’, wat overigens een prachtig bluesnummer is, ‘House To House’ en ‘Coal Mining Blues’, wat een metafoor is voor de manier waarop de hoofdpersoon in het leven staat. Voor hen die Andersen hebben zien optreden weten dat hij geen band achter zich nodig heeft. Solo heeft hij meer dan voldoende kracht om over te komen.
Het openingsnummer ‘Other Side Of Goodbye’ getuigt hier al van. Alleen stem en gitaar zijn voor hem voldoende om een prachtig soulvol nummer neer te zetten. Mede door de achtergrondzang wordt van het al genoemde ‘Time For The Wicked To Rest’ een opwindende gospel gemaakt. De afsluiter, het welbekend ‘People Get Ready’, geeft toch een sprankje hoop. Matt Andersen heeft weer een prachtige cd afgeleverd. Grote klasse. (8/10) (Stubby Fingers)