Na 17,5 jaar is Tears For Fears terug met gloednieuwe muziek. ‘The Tipping Point’ is de opvolger van ‘Everybody Loves a Happy Ending’ uit september 2004 en zou de comeback moeten worden van het duo dat grote successen behaalde in de jaren ’80. Je kan bij Tears For Fears echt spreken van een jaren ’80-band, aangezien ze in de 80’s enorm veel succes hebben gehad, maar ondanks dat ze ook na 1990 singles bleven uitbrengen, ze in geen enkel land nog een top 3 hit scoorden. Twee singletjes haalden in Canada en Italië nog wel eens de top 10, maar feitelijk was het na 1989 afgelopen voor het succesvolle duo.
Via Concord Records komt ‘The Tipping Point’ uit, het eerste album daar van Roland Orzabal en Curt Smith, nadat ze in 2004 het al tegenvallende ‘Everybody Loves a Happy Ending’ bij kleine sublabeltjes moesten onderbrengen. En dat na 20 jaar alleen maar bij de grote majors te hebben mogen releasen. Was dat al een voorteken dat het min of meer over was voor de mannen? Diens voorloper ‘Raoul and the Kings of Spain’ was in 1995 ook al amper succesvol, buiten Frankrijk na dan. Smith’s vertrek in 1991 was wellicht al het einde van het duo, aangezien Tears For Fears daarna eigenlijk een solo-project van Orzabal werd zonder succes. Het voorgaande album bracht de twee dan wel weer samen, een echte marketingcampagne om het album te promoten ontbrak, waardoor de reünie feitelijk niet veel voorstelde, buiten de geweldige concerten van het duo om dan, want de optredens, die veelal greatest hits-concerten waren, bleven uitverkochte zalen trekken.
Smith en Orzabal hebben hun ruzie inmiddels al weer bijna 20 jaar bijgelegd en je zou toch moeten verwachten dat de magie die er tussen de twee in de jaren 80 was, inmiddels wel weer opgebloeid zou zijn. Een echte Tears For Fears-plaat is ‘The Tipping Point’ echter niet geworden. Niet het oude vertrouwde geluid als op ‘Sowing the Seeds of Love’, ‘Shout’ of ‘Everybody Wants to Rule the World’, maar een mix van rustige synth-pop die toch echt anders is dan voorheen. Het is voor de rechtgeaarde fan even wennen bij dit nieuwe geluid van Tears For Fears, dat wel weer erg doorborduurt op ‘Everybody Loves a Happy Ending’. De art-pop en poprock van dat album lijken de nieuwe stijl van Tears For Fears geworden te zijn. En dan hebben ze typische Tears For Fears-achtig nummers als ‘Secret World’ en ‘Ladybird’, die op dat laatste album nog een verfrissende flashback naar de 80’s waren, dit keer achterwege gelaten helaas. Het enige dat daar nog iets bij in de buurt zou komen is ‘End of Night’ of titeltrack ‘The Tipping Point’.
Nee, met meer dan 30 miljoen verkochte albums hoeft de band niet voor het commerciële succes te gaan, maar het zou wel fijn zijn als er voor de fans nog iets herkenbaars zou overblijven. Natuurlijk, een nummer als het melodramatische ‘Please be happy’ is van grote klasse. En ook ‘Master Plan’ is magistraal, en zou zo uit de pen van Paul McCartney kunnen zijn gekomen.
Charlton Pettus, die na ‘Raoul and the Kings of Spain’ de vaste muzikale partner van Orzabal werd, is ook nu wederom van de partij. En ondanks dat Tears For Fears op die manier van duo naar trio is verworden, lijkt het er niet echt beter op geworden te zijn. Helaas. Of zoals Curt Smith zelf al zegt: “Als je elkaar al zo lang kent en al zo lang samenwerkt als wij, ontstaat er een band die familiair wordt.” Het gevaar hiervan is echter dat je niet meer alles eerlijk tegen elkaar lijkt te durven zeggen, ook niet als het album dan eigenlijk niet meer het vertrouwde Tears For Fears is.
Al met al is ‘The Tipping Point’ zeker niet slecht, bevat het zelfs enkele sterke nummers, maar als Tears For Fears album slaat het de plank helaas toch echt mis. Fair, je moet niet altijd blijven hangen in het verleden, moet vernieuwen en blijven bijsturen, maar als je 40 jaar na dato met een andere samenstelling (want we mogen Pettus met zijn inbreng toch echt wel tot een vast lid bestempelen) een compleet andere kant op gaat dan de New Wave en Synth-Pop waar de mensen je van kennen, dan kan je beter onder een andere naam verder gaan. Een beetje zoals Vince Clarke en Martin Gore van Depeche Mode deden door met VCMG hun Techno-avonturen duidelijk te scheiden van hun andere werk. Duidelijker voor de fans, eerlijker naar jezelf. Voor de rest, geen slecht album, maar niet heel erg bijzonder. Jammer. (6/10) (Concord Records)