De 75e verjaardag van David Bowie (en twee dagen later zijn 6e sterfdatum) wordt aangegrepen om een album uit te brengen dat ruim 20 jaar geleden al klaar lag, maar op de plank bleef liggen: het album ‘Toy’. Afgelopen november was het album al onderdeel van de boxset ‘Briljant Adventure 1992-2001’, maar nu is het album ook los uitgebracht.
Het album was al 20 jaar bekend bij fans als een verborgen parel. Door omstandigheden met Bowie’s toenmalige platenlabel Virgin kwam het album niet uit. Vervolgens stortte hij zich op het in 2002 verschenen album ‘Heathen’. Op singles van dat album verschenen er wel mondjesmaat wat nummers van ‘Toy’ als b-kantjes, en in 2014 verschenen er ook drie nummers van op het verzamelalbum ‘Nothing Has Changed’. Een versie van het album lekte in 2011 ook uit op internet, maar die verschilt toch met de versie die nu officieel is verschenen waarbij er naast het album ook nog extra’s zijn toegevoegd.
Voor ‘Toy’ greep Bowie terug naar oud materiaal uit de jaren ’60 van voor zijn doorbraak met ‘Space Oddity’ in 1969, en maakte daar nieuwe remakes van. De jaren ’60 vibe is ook wel duidelijk terug te horen in de Kinks-achtige single ‘You’ve Got a Habit of Leaving’ en het barok-achtige ‘Karma Man’. Dat Syd Barrett van Pink Floyd een voorbeeld voor Bowie is geweest is duidelijk terug te horen in het laatstgenoemde nummer.
Vaak voegen remakes van oude songs niks meer toe aan versies die al bestaan. Maar in geval van ‘Toy’ ging het om minder bekend materiaal van voor zijn bekendheid, en voegt het juist wel iets toe aan bepaalde tracks dat er ruim 30 jaar zijn verstreken. Zo was ‘Shadow Man’ oorspronkelijk een glamrocktrack uit de Ziggy Stardust periode, maar is op ‘Toy’ een mooie breekbare ballad geworden. Zijn oudere stem geeft ook een nummer als’ Conversation Piece’ meer diepte. Het enige nummer waar misschien de tijd wel vat op heeft gehad is ‘Let Me Sleep Beside You’ met een tekst die anno 2021 niet geheel ‘woke’ meer is.
Als extra’s zijn er nog twee schijfjes toegevoegd. De één met alternatieve mixen die niet veel toevoegen (al is een remake van zijn debuutsingle ‘Liza Jane’ een leuke bijkomstigheid). Maar de derde schijf bevat akoestische versies van de nummers en laten ze in hun puurste vorm horen.
Als ‘Toy’ wel in 2001 was verschenen dan was het een passend vervolg geweest op het album ‘Hours’ uit 1999. Daarop greep hij na een aantal experimentele albums terug naar de artpop van ‘Hunky Dory’ uit 1971. ‘Toy’ sluit daar naadloos op aan. Het zou waarschijnlijk geen wereldschokkend album zijn geweest, maar wel een terugkeer naar zijn roots die door zijn trouwste volgers waarschijnlijk zeer gewaardeerd wordt. (8/10) (Rhino)