De Bosuil heeft iets nieuws: Club Donder. Dit is een concertreeks van negen concerten en vindt elke derde donderdagavond plaats in De Bosuil (Weert). Deze reeks wordt aangeboden tegen een zéér speciale prijs. De alternatieve Nederlandse rockband Ten Times A Million mocht 21 oktober het spits afbijten. Deze band is zo’n vijf jaar geleden ontstaan uit Mandrake’s Monster. De stijl van Ten Times A Million heeft wel wat weg van onder andere Arctic Monkeys en Queens Of The Stone Age.
Blair Jollands
Het voorprogramma werd verzorgd door de Nieuw-Zeelander Blair Jollands. Hoewel dit een solo optreden was, had deze songwriter best veel apparatuur bij zich. Dat had te maken met zijn geluideffecten en de geluidsopnames die hij ook live gebruikt. Dat hoorde je bij het eerste nummer ‘Nothin In The Pot’ van zijn album ‘Holograms’. Hij zong een aantal zinnen, deze hoge zang klonk later gelijktijdig met zijn lagere zang. Als zijn stem geheel solo was, viel de mooie kleur van zijn stem extra goed op. Maar ook de blend van zijn meerstemmige (overdubde) zang was goed. Blair zong ‘Things We Do’ heel gevoelig en zijn gitaarspel was klein en puur van opzet.
De apparatuur om hem heen noemde hij ‘band in a box’, dat gebruikte hij onder andere in ‘My Back Door’. Hier speelde hij op een akoestische gitaar en tegelijk op zijn bluesharp, dit wisselde hij af met zang. Verrassend genoeg ging hij ook een beetje beatboxen. Alsof dat nog niet genoeg was, voegde hij er met allerlei apparatuur diverse geluiden aan toe. Het was goed opgelost om zo een “bandgevoel” te creëren, aan de andere kant haalde deze handelingen wel wat aandacht weg van het liedje. In ‘Burning Man’ (uit de film The Mad Axeman) voelde de toegevoegde geluiden en de muziek die “meeliep” heel natuurlijk aan, want Blair hoefde er nu weinig voor te doen. Hij vroeg het publiek om mee te zingen, daar kwam weinig respons op. Blijkbaar had men meer aanmoediging nodig, maar dat gebeurde niet. Zijn laatste nummer ‘No Heaven In Hell’, bracht hij, met zijn veelzijdige stem, weer heel gevoelig.
Ten Times A Million
Het optreden van deze rockers uit Enschede startte met ‘Come Closer’. Frontman Martin Duve heeft een duidelijke uitspraak en een mooie, eigen manier van performen. De gitaristen Peter Muller en Alex Freise deden de backing vocals. Tijdens ‘Make This Stop’ liet Martin een krachtige, vocale uithaal horen. Alex stond tegen over Mart Nijen Es te spelen, waarbij hij met één voet op de bassdrum stond. Hoewel de energie er qua beweging niet af spatte, voelde je de energie wel.
In het klein gespeelde deel van ‘Good Times’ speelde Peter op de toetsen. Mart paste zijn manier van drummen prima aan. Martin zong heel zacht, je kon bijna een speld horen vallen in de zaal. Tempo en volume werden weer mooi opgebouwd. ‘Quick Fix’ heeft een heerlijk drum intro, waarbij Mart mooi in het licht gezet was. Sem Christoffel was met zijn bas goed, maar niet overdadig te horen.
Make it Wit Chu
‘Silhouettes’ is een hardrocknummer dat Martin heeft geschreven om zijn boosheid en verdriet kwijt te kunnen. Mart mepte er, daar waar het kon, fanatiek op los. Sem stond even tegenover Mart te spelen. Zowel in de zachter gespeelde stukken als in dit hardrocknummer was het geluid prima in balans. Er was ruim voldoende frontlicht, zodat de expressie op Martins gezicht goed te zien was. Een aantal nummers hadden een strak en onverwacht einde, dit verliep vlekkeloos. De mannen waren duidelijk op elkaar ingespeeld. Daarnaast was de hechte band tussen de bandleden zichtbaar. De sfeer op de bühne en in de zaal was gemoedelijk. Tussen enkele nummers in praatte Martin heel gemakkelijk met het publiek. Daarnaast hij maakte regelmatig een grapje, vanuit het publiek kwam er soms een leuk weerwoord op.
Naast eigen werk speelden ze ook een cover, ‘Make it Wit Chu’ van Queens Of The Stone Age. Dit nummer begon ingetogen op toetsen, en met zachte zang van Martin. Mart hield zijn drumstokken nog stil, maar hij zat duidelijk wel in de flow. Gedurende het instrumentale stuk kroop Martin helemaal in de muziek. De tempo-en volumewisselingen werden ook hier goed gespeeld.
Clownface
Na ‘When The Lights Go Out’ bleven alleen Peter en Martin achter op het podium. De aanwezigen waren één van de eersten die naar het akoestische ‘Higher’ mochten luisteren. Ook nu kwam Martins stem goed tot zijn recht. Dat gold ook voor de woordeloze achtergrondzang van Peter. Na dit nummer was er een korte technische storing in het licht. Martin zag er het positieve van in en vroeg om het licht van mobieltjes. Er werden grapjes gemaakt en gelachen, zo werd het nog gezelliger. Ondanks de grapjes wist Martin met het ingetogen ‘Bye’ meteen een gevoelige sfeer te maken. Zang en muziek waren prachtig en emotioneel. ‘Clownface’ was echt het allerlaatste nummer. Tijdens het zeer uitgebreide instrumentale stuk speelden de mannen steeds sneller. De langverwachte muzikale vertraging was mooi. De bandleden werden alleen non-verbaal voorgesteld. Martin bespeelde het publiek, weer zong men moeiteloos mee. Zijn vocale uithalen bleven goed, nog één keer gingen tempo en volume omhoog, dit laatste nummer duurde maar liefst zo’n veertien minuten. Deze mannen hebben ruim tachtig minuten gespeeld, en wat hebben zij, en het publiek hiervan ervan genoten!
Foto’s (c) Jack Kok