Er zijn meer bands met de naam Lucifer. Ik heb het niet over de Nederlandse band uit de jaren ’70. Maar over de Zweedse hard rock/ metal band, die geïnspireerd is door ‘70’s muziek van onder andere Black Sabbath en Blue Öyster Cult. In 2014 werd Lucifer opgericht door Johanna Sadonis (The Oath), toen nog woonachtig in Berlijn. Lucifer heeft in de jaren inmiddels meer dan 200 shows gespeeld, niet alleen in Europa, maar ook in VS, Canada en Japan.
In 2015 kwam hun debuutalbum met de naam ‘Lucifer I’ uit. Daarna volgde ‘Lucifer II’ (2018) en ‘Lucifer III’ (2020). De release tour voor dit album werd al twee keer uitgesteld door Covid. Lucifer gebruikte de tourstop om de opvolger op te nemen. Deze heet, niet onverwacht, ‘Lucifer IV’.
De eerste seconden van ‘Archangel Of Death’ zijn klinken aangenaam “spooky”. Het vervolg is lekker opzwepend. Als de muziek iets zachter wordt, begint Johanna te zingen. Zang en muziek vormen een goede harmonie. Het geluid is retro, toch komen zang en muziek ook goed tot hun recht als je het geluid wat harder zet. Dat geldt ook voor het instrumentale deel. De zang is soms gestapeld, er is een heerlijk portie drumwerk. De tamboerijn is regelmatig op de achtergrond te horen. Deze gave openingstrack belooft veel goeds! De groezelige sound creëert een beetje een morbide sfeer, passend bij ‘Wild Hearses’. Op andere momenten klinkt het geheel wat vriendelijker, dit vormt een mooi contrast.
De gelijkheid tussen mannen en vrouwen is belangrijk voor Lucifer. Vandaar dat de in tekst van ‘Crucifix (I Burn For You)’ de vrijheid van vrouwen (indirect) aanbod komt. Weer is er een goed intro en een pakkend ritme. De balans tussen melodie en ritme blijft goed, daarnaast is ook de verdeling tussen vocale en instrumentale delen goed. In beide zit ruim voldoende variatie. Bovendien zijn er ook leuke details, die je niet allemaal bij de eerste keer luisteren meekrijgt. ‘Mausoleum’ heeft door de orgelklanken een opvallend andere start. Vrij snel nemen het pakkend ritme en de soms zwaar bespeelde snaren de regie over. Ook hier hoor je de tamboerijn, dit is later ingespeeld door Nicke. In de tweede helft zitten er een paar leuke wendingen. Het einde sterft gaaf weg.
Dan volgt het verrassend klein gespeelde ‘The Funeral Pyre’. Je hoort de kraakjes op de achtergrond, het past bij de retro sound van de 70’s. Aan de andere kant het haalt het ook wat aandacht weg van dit korte, ingetogen instrumentale nummer. In de fantastisch opgebouwde track ‘Nightmare’ wordt over Epiales gezongen. Deze Griekse god is de geest en personificatie van nachtmerries. In meerdere songteksten wordt er over Egyptische of Griekse goden gezongen. Dit geldt ook voor ‘Phobos’, de Griekse god van angst, daarom gaat dit nummer over een vriendin wiens leven beheerst wordt door angsten. Met dit in gedachten wordt het langzaam wegstervend eind van dit laatste nummer nog specialer. Want heel ver op de achtergrond hoor je, heel even, een kerkklok luiden.
Het geluid is goed verdeeld over de koptelefoon, de groezelige sound is nergens te overheersend. De balans tussen zang en muziek is er constant, en dat geldt ook voor de instrumenten onderling. Bovendien zijn er ruim voldoende wendingen en details. ‘Lucifer IV’ is toegankelijk en aangenaam opzwepend. (8/10) (Century Media/Sony Music)