Om meerdere redenen was de vijfde editie van het Mondriaan Jazz Festival een topprestatie. Na anderhalf jaar coronacrisis en veel onzekerheden over wel of geen evenementen, was voor de organisatie een ding helder: er zou een vijfde editie komen. En, met internationale acts. Het resultaat was een bruisende avond vol muzikaal avontuur waarin de werelden van jazz, elektronica, vocaal, avant-garde, afro-beats en funk elkaar ontmoetten. In het Haagse Paard van Troje en het Koorenhuis bewees Mondriaan Jazz zich opnieuw toonaangevend.
Het nagenoeg uitverkochte festival was gezellig druk. Geen lange rijen aan de bar, waar de bediening continu vriendelijk was, en geen tokens maar pinbetalingen. De doorstroom naar andere optredens verliep soepel en de geluidsakoestiek was dik in orde. Maar natuurlijk ging het allemaal om de muziek. In de kleine zaal van het Paard gaf Mondriaan Jazz een kijkje in de kosmopolitische jazz undergroundscene van Europa.
Zo was daar de Gentse band John Ghost rond gitarist Jo de Geest. Dit zestal serveerde een intrigerend palet van cinematische klanken, elektronica, afwisselende grooves en psychedelische invloeden. Ook de Zwitserse drummer, componist en elektronicaspecialist Arthur Hnatek boeide met zijn soloprogramma SWIMS. Hierin fuseerde de muzikant fraai akoestisch slagwerk met elektronische dance-invloeden, waardoor hij een brug sloeg tussen de fijnproever en de danceliefhebber. Dat leverde een bijzonder clubeffect op. Lastiger was het Berlijnse Y-Otis. Dit trio rond de Zweedse Otis Sandsjö maakte het haar publiek aanvankelijk niet makkelijk met een sound die laveerde tussen avant-garde jazz, elektronica en hiphop. Wat uiteindelijk opviel was hoe organisch de bandleden deze stijlen lieten samensmelten met Sandsjö’s improviserende saxpartijen.
Uniek gelegenheidsduo
In de grote zaal trad het unieke gelegenheidsduo Christian McBride en Jason Moran op. De wereldberoemde contrabassist en pianist waren voor slechts vier concerten in Europa waar zij voor het eerst samen speelden. Het optreden, waarin het tweetal zich onder meer ontfermde over stukken van Thelonious Monk en Wayne Shorter, was een pure sensatie vol energie, schoonheid, passie, intensiteit en virtuositeit. Terwijl zevenvoudig Grammy-winnaar McBride met name aan het traditionele jazzfront opereert, schuwt Moran de avant-garde niet. Het leverde een synergie op om van te watertanden. McBride liet geen noot onbenut op de hals van zijn bas, maar ook de techniek en hoeveelheid expressie van Moran in diens spel was een lust voor het oor. Geniaal vakmanschap.
De druk om McBride en Moran op te volgen was er bij Yussef Dayes niet. De Britse drummer, voor velen bekend van het bejubelde maar vroeg ontbonden Yussef Kamaal, liet geen twijfel bestaan over zijn talent. Dayes maakte indruk met strak slagwerk en een tomeloze energie. De muziek borduurde voort op Yussef Kamaals eigentijdse jazzfunk en broken beats concept. Na drie kwartier viel wel op hoe Dayes en zijn twee begeleiders in herhaling vielen met dezelfde ritme- en soundpatronen. Dit laat onverlet dat het een waar genoegen is om Dayes na zijn avontuur met Yussef Kamaal verder te volgen.
Het eveneens uit Engeland afkomstige achtkoppige KOKOROKO was de perfecte afsluiter in de grote zaal. Scherpe afrobeats, subtiele Afrikaans geïnspireerde gitaarpartijen, een hoop soul en funky blaaspartijen van bandleider Sheila Maurice-Grey en haar collega’s Cassie Kinoshi en Richie Seivwright. Een knappe tijdloze sound tijdens een feestelijk optreden vol saamhorigheid. Naast al deze fraaie stijlcombinaties maakte Mondriaan Jazz ook ruimte voor vocale jazz. Zo viel de Mexicaanse Fuensanta Méndez op in het Koorenhuis. Met haar Grande Ensamble betoverde de zangeres en bassiste met de stem van een nachtegaal. Haar concert ademde mystiek en spiritualiteit, soms heel ingetogen en dan weer opzwepend met dansbare passages.
Patent
Mondriaan Jazz maakte tijdens de eerste editie van het festival in 2017 al indruk met een gewaagde en avontuurlijke crossover programmering. Tijdens de vijfde editie bleek de organisatie daar nog steeds patent op te hebben. Heden en verleden vloeiden natuurlijk samen met spannende kruisverbanden. En wanneer je als organisatie zo’n goed programma neerzet in roerige tijden als deze, dan getuigt dat van lef en durf. Hulde!
Foto’s (c) Eric van Nieuwland