In de tijd die overbleef nadat de laatste wereldtournee van Queen & Adam Lambert door de coronapandemie niet door kon gaan, heeft drummer Roger Taylor er niet voor gekozen om te gaan tuinieren. Hij maakte samen met Joshua J Macrae, zijn bandmaat uit zijn andere soloproject The Cross, zijn zesde soloalbum onder de titel ‘Outsider’.
We weten dat Taylor een meer dan verdienstelijk songschrijver is, zeker in de vorige eeuw toen hij nog samenwerkte met zijn Queen-collega’s. Voor die band schreef hij, vaak samen met Freddie Mercury, hits als ‘Breakthrough’, ‘Innuendo’ en ‘Radio Ga Ga’. Maar ook in de backcatalogus van Queen vinden we pareltjes van de hand van de drummer die voorbestemd was om tandarts te worden. ‘Stone Cold Crazy’ en ‘I’m in love with my car’, allemaal van de hand van Taylor.
Welnu, op ‘Outsider’ haalt hij nergens dit niveau. Het album met 12 tracks komt over het algemeen nogal ‘gezapig’ over. Positieve uitzondering daarop is het rockpopnummer ‘Gangsters are running this world (Purple version)’ met een lekkere gitaarriff, het typerende drumwerk en een zweem van de falsetto backing vocals waarmee hij de enorm brede sound van Queen mede vorm gaf.
Niet alles is even nieuw op ‘Outsider’. ‘Absolutely Anything’ figureerde al eerder op de soundtrack van Terry Jones’ film met de gelijknamige titel uit 2015. De ballad ‘Foreign Sand’ kennen we al van het soloalbum ‘Happiness’ uit 1994. Begrijpelijk want het is een mooie compositie, misschien wel de mooiste van het album. De nieuwe versie haalt het echter niet bij de originele versie. Verspilde moeite dus, of het moet bedoeld zijn als commercieel slimmigheidje om toch weer wat aandacht te krijgen voor het album uit 1994.
‘We’re all trying to get by’ is een duet met de Schotse KT Tunstall. De stemmen van de 72-jarige rocker en de multigetalenteerde singer-songwriter Tunstall kleuren wonderlijk mooi bij elkaar, al komt daar wel wat productie bij kijken. Het nummer is een soort van ‘aanklacht’ tegen de ontbossing, opwarming van de aarde etcetera, maar dan op een nogal defaitistische, gemakzuchtige manier. “We doen allemaal ons best om er wat van te maken” klinkt niet echt revolutionair en ook de muziek is, zeker voor een origineel lid van Queen, nogal gemakzuchtig.
Dat is het euvel met dit album. Taylor is een van de grootste rocksterren uit de geschiedenis van de mensheid, enorm geprivilegieerd, dan ken je ook niets anders dan een gezapig, champagne nippend leven. Als je dan in de herfst van je carrière en objectief gezien ook van je leven een soloplaat maakt, is dat nooit meer een spannende onderneming. Dat kan gewoon niet.
Met Queen gaf Taylor voor een belangrijk deel vorming aan mijn leven, mijn adolescentie en de vorming van mijn muzieksmaak. Zijn eerste soloalbum ‘Fun in Space’ was nog een echt album waarin het heilige moeten te horen was. Een man die nog wat te bewijzen had. Nu is dat allemaal weg. Wat overblijft is een album dat niet slecht is. Daar is Taylor te zeer gepokt en gemazeld door in de muziekwereld. Op geen enkel moment echter is er die vonk of die opwinding die een album van een man van deze statuur teweeg zou moeten brengen. Het maakt niet uit. Alle Queen-fans zullen ook dit album willen hebben. Succes verzekerd dus. Als hij komt optreden ga ik ook zeker kijken. Maar dit album zal niet vaak gedraaid gaan worden. (6/10 (Universal international)