Vrijdag de 13e, een dag waarop de bijgelovigen meer denken aan ongeluk dan aan geluk. In Eindhoven dacht men echter maar aan één ding; Geluk, want voor het toegestroomde publiek van de avond, was het veelal weer het eerste concert in tijden. Gelukkig. De zon scheen eindelijk na wekenlang herfstig weer in Nederland. Een prachtige dag om de dag af te sluiten met een concert en dat concert was er in de DomusDela, een nieuwe concert-locatie in Eindhoven: een kerk omgetoverd tot een concertzaal. Met de entourage zat het in ieder geval goed.
Het altaar als podium stond klaar om gevuld te worden door Roxeanne Hazes en haar band. Een altaar waarop ze die avond twee concerten zou geven, de laatste twee van de tournee. Het publiek druppelde binnen en kreeg coronaproof een zitplek aangewezen, waarna stipt om 19.00 uur de dochter van wijlen André Hazes het podium opliep: “Goedenavond Eindhoven!” galmde het door de DomusDela en daarmee was meteen de authentiek galmende toon gezet om vervolgens de zaal in te pakken met ‘Mama was een klootzak’. Dan klinkt schelden in een kerk toch best wel lekker.
Toen ze vervolgde met ‘In mijn bloed’ en ‘Kapot’ was duidelijk dat de zangeres er lekker in was gekomen. Het publiek was opgewarmd en ondanks de vaste zitplekken begon er langzaam beweging in te komen. Dansen was wellicht wat moeilijk, maar meedeinen was verplicht.
Dochter Dre, zoals ze zichzelf noemt op Instagram, stelde zich vervolgens kwetsbaar op. Zo vertelde ze dat ze het afgelopen anderhalf jaar best een ingewikkelde tijd heeft gehad. Er kwamen veel dingen vanuit haar jeugd naar boven, waarbij patronen doorbroken moesten worden. Ze is daarom in therapie gegaan, wat ze nu nog steeds wekelijks doet. Volgens haar is zo iets echt een bevrijding en daar heeft ze een liedje over gemaakt, ‘Spoken in mijn hoofd’.
Na het tekstueel wellicht wat moeilijkere nummer werd het weer tijd voor een feestje en startte ze ‘Elvis & Dolly’ in. “Hey barman, gooi mijn glas maar vol”, zong ze, maar dat was dan net weer te vroeg met de coronaconcerten, waarbij de bar gesloten bleef. Het feestelijke opzwepende nummer werd gevolgd door juist weer iets heel persoonlijks, wellicht het meest persoonlijke nummer van de avond. ‘Vreemde voor mij’ beschrijft de liefde voor een dierbaar iemand, die nu niet meer in haar leven is. Een verlies wat nog elke dag steeds veel pijn doet, maar wel een goede beslissing is gebleken om die persoon achter te laten. Nee, niet haar vader, maar haar oude ik. Dieper en persoonlijker zou het niet snel meer worden. Het nummer werd gespeeld door op toetsen Cornel Sier en op de gitaar Arthur Stoker, waarbij de rest van de, overigens voortreffelijke, band het podium verliet.
Toen de band het altaar weer betrad, vervolgde de zangeres met een nieuw nummer, ‘Je was er niet bij’, wat ze weer net zo zuiver zong als de rest van haar nummers. ‘Bonnie en Clyde’, wat volgde, moest zeker worden gespeeld, omdat ze het zelf een van haar leukste nummers vindt. De zaal ging los en vermengde zich met de energie die door Roxeanne vanaf het podium de zaal in werd geslingerd. Ze kreeg er daardoor zelf ook nog meer zin in, en bij ‘Verdovend middel’ stapte ze van het podium af en liep ze de zaal in. Dat beviel de zangeres zo goed, dat ze niet eens meer terug het podium op stapte. ‘Raidadadai’ werd dan ook gebracht van voor het podium, om uiteindelijk te eindigen met het nummer waar de hele zaal op wachtte, ‘Je was toch mijn meisje’.
Wat duidelijk was, was dat Roxeanne inmiddels al lang niet meer “de dochter van” is, maar oprecht een eigen ik is geworden. Niet meer dat kleine meisje, maar een volwaardige ster, die wellicht tot een van de betere zangeressen van Nederland is geworden. Eindhoven had geluk, en dat op vrijdag de 13e…