Wie City Weezle niet kent hoeft zich niet te schamen. De band werd weliswaar in 2005 al opgericht in Parijs, door de Ier Simon Fleury. Naast hem op zang, banjo en gitaar, bestaat de band uit de Japanse bassist Kengo Moichizuki, de Duitse toetsenist Axel ‘Wunderkind’ Steinbiss, de Franse gitarist Pierre Schmidt en de Japanse drumninja Ai Uchida. Helaas ging de band na een volledig album, ‘Taboo’, op pauze en bracht Fleury nog een EP uit onder de naam van City Weezle (‘Lysergik Tea Party’, 2013), maar het duurde tot dit jaar voordat het vijftal weer bijeenkwam om te musiceren. Gelukkig maar. Een tweede album, ‘No. 2’ dus. Waarom moeilijk doen.
Muziekaal gezien is het direct duidelijk waar City Weezle haar inspiratie uit haalt. Onmogelijk te missen horen we bands als Mr Bungle, Zappa, Faith No More en Primus. Vooral Primus ja, die we bijna zouden verwarren met de band op het geweldige ‘She’s a Stomper’. Alsof Les Claypool zelf even mee is komen bassen. Grote klasse.
En toch houden ze het niet bij de harde funkrock. Met ‘Even Weezles Get The Blues’ trekken ze (inderdaad) de blueskant op als rustig intermezzo, maar vooral waardig om te beluisteren is ‘The Underground in Europe’, alwaar de draak gestoken wordt met Queen en een partij drums waar menig metalband nog jaloers op zal zijn.
Pak je echter ‘Eskimo Pie’, dan ga je weer die oude kant van Zappa of Mr Bungle in. Wellicht niet extreem hoogstaand muzikaal, maar samengebracht meer dan geniaal. Qua stijl lukt het de mannen om je compleet te verrassen en in te pakken om met de dik 13 minuten durende ‘Cluedo’ het beroemde spel muzikaal te beschrijven op een manier die weer duidelijk beïnvloed is door Mr Bungle en Primus. Met jazzintermezzo’s die Zappa nog niet verzonnen zou kunnen hebben. En een ‘secret track’ na enkele minuten, die ‘Cluedo’ nog even een andere uitslag geeft. Ja inderdaad, hilariteit alom en het is niet meer dan duidelijk dat de heren deze muziek niet maakten voor het aloude brood en spelen, maar echt met plezier werkten aan ‘No. 2′.
Nee, City Weezle gaat het grote publiek niet halen, en die ambitie zal er ook absoluut niet zijn. Deze band moet je niet in de stadions of Arena’s zien, maar juist in de groezelige kleine zaaltjes. Zicht op het publiek, dikke rookwolken, zweet- en bierlucht. Dan zijn ze opperbest. Ik zit dan ok met smart te wachten op een tournee, want muzikaal samengebracht is dit wellicht het beste op het gebied van funkrock dat er de laatste 5 jaar is uitgebracht. En de komende 5 jaar zal uitkomen. (9/10) (Eigen productie)