Na het album ‘Seventeen’ dat in 2018 uitkwam komt Kayak nu met de opvolger ‘Out of this World’. Na een succesvolle tournee in de nieuwe bezetting, een door Covid verpest jaar waarin nog meer getourd zou worden door Europa en een hartaanval van Kayak grondlegger en componist Ton Scherpenzeel mag het gerust opmerkelijk genoemd worden dat de band nu met dit bijzonder sterke album uitkomt. ‘Out of this World’ krijgt enorm veel media aandacht en recensies zijn zonder uitzondering zeer lovend. Het lijkt erop dat Kayak met dit achttiende studioalbum weer definitief terug is aan de internationale top van de progressieve rockmuziek.
Genoeg redenen dus voor Maxazine om op bezoek te gaan bij de nestor van de Nederlandse progrock om, in een warm lentezonnetje, onder het genot van een paar koppen koffie met elkaar van gedachten te wisselen over corona, kinderfeestjes maar vooral het nieuwe album.
Gevraagd naar de totstandkoming van het nieuwe album en of de tijd van de coronalockdown daarvoor voldoende tijd gaf, antwoordt Ton: “Ben je gek, het hele album is geen ‘corona’-album geworden, alle stukken waren in principe al klaar voordat corona kwam. We hoefden het album alleen nog maar op te nemen. Wat het proces heeft dwarsgezeten is de hartaanval die ik kreeg in oktober 2019, daarmee lag ik vier maanden volledig uit de roulatie en daarna kwam pas corona. We zouden in Europa gaan touren met de Flower Kings, maar dat werd allemaal geannuleerd. Door dit alles konden we pas in mei met de opnames beginnen, maar goed, oorspronkelijk wilden we in september releasen maar dat is dus pas nu geworden. Jammer genoeg kunnen we niet in de toekomst kijken want het is wel jammer dat we nu nog niet mogen spelen om het album te promoten, maar dat konden we in september nog niet voorzien.”
Het nieuwe album opent met de titeltrack die al vele monden heeft doen openvallen sinds het als voorloper op het album werd uitgebracht. ‘Out of this World’ is een ongekend episch en fraai gearrangeerde rocksymfonie geworden waar wereldwijd de recensenten tekort schieten in het vinden van de superlatieven om te duiden wat er allemaal gebeurt. Kayak-zanger Bart Schwertmann noemde het eerder al tegenover Maxazine een echte ‘kneiter’ en als Ton Scherpenzeel ernaar gevraagd wordt schiet hij in de lach en zegt dat het inderdaad wel een ‘flinke hoestbui’ is geworden. De vraag hoe zo’n compositie tot stand komt serieus beantwoorden vindt Ton meteen de moeilijkste vraag die hem gesteld kan worden vertelt hij.
“Ik begin gewoon blanco met het spelen van ideeën op de piano en heel erg langzaam groeit dat uit van niets tot iets. Het proces is heel moeilijk te beschrijven. Het is niet zo dat ik me voorneem om een groot episch stuk te schrijven. Het op piano gearrangeerde thema vraagt om een groot en symfonisch gearrangeerd stuk, en dan ga ik gewoon aan de gang. Ik had bij deze track echt niet van tevoren een structuur in mijn hoofd. Op een gegeven moment bedacht ik dat de quotes van ‘Chance for a Lifetime’ er mooi in zouden passen, want die nummers kennen wel hetzelfde onderwerp. Beiden zijn een soort van ‘escape’ songs. Op zoek naar een mooiere, betere wereld.”
Out of This World is eigenlijk het eerste album dat in de huidige bezetting is opgenomen. Het vorige album ‘Seventeen’ werd weliswaar al met bart Schwertmann op zang en Marcel Singor op gitaar opgenomen, maar de huidige bezetting met Hans Eijkenaar op drums en Kristoffer Gildenlöw op bas heeft pas vaste vorm gekregen tijdens het touren voor Seventeen. Hoe kan het dan dat ‘Out of this World’ toch instant herkenbaar is als een Kayak album? Is het misschien meer de Ton Scherpenzeel sound dan de ‘ Kayak’ sound? “De Ton Scherpenzeel sound is echt wel anders”, steekt Ton van wal. “Dat kan je wel horen als in oktober mijn nieuwe solo album ‘Velvet Armour’ uitkomt. Dat klinkt toch meer als ‘The Lions Dream’. (‘The Lions Dream‘ is Scherpenzeel’s solo album uit 2013, red.) . Dit album is klaar, en dat zijn we nu aan het mixen.”
“Die nieuwe maar toch herkenbare Kayak sound komt meer voort uit wat wij als band samen kunnen”, vervolgt hij. “Deze jongens zijn zo’n getalenteerd gezelschap, het is een voorrecht om met hun te kunnen werken. Ik wil de vorige bezettingen van Kayak echt niet bagatelliseren, maar Kayak anno 2021 is wel een veel kleiner gezelschap, en dat klikt heel erg goed. Er zit een enorme energie in deze band. Misschien heeft een band als Kayak dat wel nodig. Naast de individuele capaciteiten van mannen in de band, zijn we de laatste tijd tijdens het touren ook nog wel meer naar elkaar toegegroeid, die tijd hebben we nodig gehad om elkaars sterke kanten beter te leren kennen.”
Terwijl Ton een slok van zijn koffie neemt, is er de kans meteen even door te vragen waarin dat dan terug te zien is, die synergie en het gebruik maken van elkaar sterke kanten. Ton heeft niet lang nodig om hierover na te denken. “Het liedje is de baas, de song bepaalt hoe we haar invullen. Ik heb er bijvoorbeeld voor gekozen een aantal nummers niet door Bart te laten zingen. Hij is en blijft de leadzanger, zonder meer, geen twijfel aan. Maar als je meer dan 70 minuten aan muziek hebt dan kan je je met deze mensen de luxe getroosten om ook eens een andere stem te kiezen als een nummer dat vraagt. Het mooie van deze band is dat iedereen kan en mag shinen.”
Er staan nummers op het album die absoluut niet onder de noemer ‘progrock ‘ vallen, maar toch gezamenlijk het album dragen. “Een nummer als ‘Waiting’, Mystery’ en ‘Cary’ zijn meer poppy dan progrock, maar ja ik hou van poppy”, aldus Ton, “misschien nog wel mee van ‘poppy’ dan van ‘proggy’. Ik zit niet aan de progrock vastgebakken. Ik experimenteer graag binnen de reikwijdte van wat ‘Kayak’ muziek is en ja, we hebben altijd wel al ook popmuziek gemaakt natuurlijk.”
‘Out of this World’ is net als eigenlijk alle Kayak-albums sinds 2000 eigenlijk een uit de hand gelopen home-recordingsessie geworden. Ton componeert de stukken en deelt die via internet met de band. Stukje bij beetje komen op die manier de nummers tot stand. Daar waar nodig worden bijvoorbeeld drums of strijkers nog wel live in een studio opgenomen, maar dat is eerder uitzondering dan regel in hoe steeds meer artiesten in de 21ste eeuw hun muziek opnemen.
Scherpenzeel draait al vijftig jaar mee in de muziek en dus is de vraag gerechtvaardigd of hij terug zou willen naar de tijd waarin je als band, samen in een studio, een plaat op ging nemen. Ook hier hoeft Ton niet lang over na te denken. “Als we dat zouden doen, dan zou het een veel simpeler plaat worden. Het is een compleet andere benadering dan hoe we nu werken. Als je zo oldschool gaat werken dan zul je bijvoorbeeld ook eerst met de band gaan moeten repeteren voordat je de studio in kan. Nu maak ik de demo’s helemaal zelf en stuur die op naar de rest van de band. Ik geef wat ideeën, tips en adviezen en daar gaan de anderen dan mee aan de gang. Ik hoef er echt niet bij te zitten als Marcel dertig verschillende loopje probeert bij een nieuw nummer. Andersom zou ik het ook niet willen als iemand bij mij erbij komt zitten als ik nieuwe dingen uitprobeer. Als je nu een plaat zou opnemen zoals in de jaren zeventig, dan zou je wel gedwongen worden om het simpeler te houden en een track als ‘Out of this World’ zou dan niet mogelijk zijn.”
Bijna gedreven vervolgt Ton zijn verhaal. “Dat gezegd hebbende zit daar natuurlijk ook meteen een valkuil. Vaak is het juist de charme dat je een nummer simpel houdt, een piano en een gitaar is vaak al voldoende. Dat was bijvoorbeeld de kracht van ‘Royal Bed Bouncer’ (Kayak’s derde studio-album uit 1975, red.). Als je dat vergelijkt met de producties van nu, dan was dat veel simpeler. Die plaat hebben we als band samen in de studio opgenomen, met iedereen erbij. Dat was toendertijd ook noodgedwongen want we waren teruggezet van de 24 sporen naar de 16 sporen-studio omdat we net genoeg verkochten, maar dat was dus eigenlijk een blessing in disguise. Daarmee kom je ook meteen op het grote nadeel van de huidige manier van opnemen. Het is dus nooit klaar.”
Nu het album klaar is en het vaccineren langzaamaan op stoom begint te komen, gloort er ver weg aan de horizon de hoop om weer live concerten te mogen gaan geven en te gaan bijwonen. Misschien is het een voor de hand liggende vraag aan Ton Scherpenzeel, maar toch: Sta je liever op het podium of werk je liever in de studio? Het kost Ton precies twee seconden bedenktijd om zijn antwoord te formuleren. “Ik zit liever in de studio. Alhoewel ik het fijn vind om de nummers live te kunnen spelen, komt er ook wel een hoop ongemak bij kijken. Je moet erheen, je instrumenten moeten uit huis, er moet gerepeteerd worden, om vervolgens diep in de nacht weer terug te reizen, dat vind ik allemaal geen lolletje, het is zwaar werk. Als het alleen maar spelen was: prima. De energie die het publiek geeft is fantastisch en dat zou ik ook voor geen goud van de wereld willen missen. Daarnaast is mijn intrinsieke motivatie het creëren van muziek die er eerst nog niet was. Daar leef ik voor. Op een podium kan je dat maar beperkt, we passen wel eens arrangementen aan of veranderen solo’s, maar dat is toch niet hetzelfde.”
Gevraagd of er al concrete plannen zijn om met Kayak op tournee te gaan is het antwoord helder.
“Dat wordt 2022. Bij Glassville zijn ze aan het plannen en organiseren. Wellicht kunnen we alsnog weer aansluiten bij een band als Flower Kings voor een double bill, maar daar zijn nog geen concrete plannen voor. Om zo’n show on the road te krijgen moeten de zalen ook groot genoeg zijn, er moet een change over gemaakt kunnen worden. Dat is toch een hele organisatie, maar voor 2022 zie ik het er niet van komen.
Foto Ton Scherpenzeel boven artikel (c) Patrick Strouken
Foto Ton Scherpenzeel in artikel (c) Jan Vranken