Ergens in het voorjaar van 2020, corona, lockdown, geen vooruitzichten. En dan opeens, is er even toch iets mogelijk. Even samen jammen en het gewoon opnemen, zonder er speciaal iets mee te willen doen. “Eigenlijk gewoon een excuus om samen te spelen.” Het leverde een ongepland, maar energieke, intense en oprechte plaat op: ‘Call us when it’s over’, een unieke tijdopname van Tiny Legs Tim.
Tim De Graeve, alias Tiny Legs Tim, had snel door dat er iets speciaals gebeurde, daar in studio The Yellow Tape in Gent. “Het is daar echt rock ‘n roll, analoog, er ligt wat stof en alles kraakt wat, maar het is er supergezellig, waardoor je er ook op je gemak bent.” Hij kende de studio al goed en nam daar ook zijn album ‘Melodium Rag’ op, “die akoestische plaat met één micro. Maar voor ‘Elsewhere Bound’ was de studio al te klein…”
Hoewel er geen verwachtingen waren, dat bewuste weekend in The Yellow Tape, was het resultaat meteen fantastisch, in gevoel, emotie, muziek. Tim praat nog even enthousiast als hij zich toen gevoeld moet hebben. “Die eerste shuffle, dat was zo’n fijn gevoel. Er ontstond meteen een positieve vibe, een geloof. En dat ging het hele weekend zo door, het ene na het andere nummer.”
Tim koos uiteindelijk de zes beste nummers uit om op een nieuw album te zetten, het uitermate goed ontvangen ‘Call us when it’s over’. Het is een plaat geworden met zijn jammaatjes en niet met zijn officiële band. “Het zijn mensen waarmee ik al vijf jaar jam.” In een café waarover Tim mooie verhalen en anekdotes kan vertellen, de Missy Sippy Blues en Roots Club in Gent. “Het heeft echt iets Amerikaans en is tegelijk ook heel gezellig. Er is gewoon een heel losse sfeer, waarin we ons thuis voelen. We stuwen elkaar omhoog, muzikaal gezien.”
Tim laveert in zijn bluesverhaal van zijn West-Vlaamse roots naar de Missy Sippy in Gent naar New Orleans, het Mekka van de blues. “Ja, New Orleans: je loopt door de stad en de muziek zit achter iedere hoek, in elke kier. Iedere avond zie je drie, vier optredens, als je wilt.” Twee jaar geleden ging hij terug naar de States, een hele maand, om van New Orleans naar Chicago te trekken. “Je hebt dan genoeg tijd om vertrouwd te worden met die Amerikaanse maatschappij. Die is echt anders, hij maakt indruk.” Zo ook in Clarksdale. “De beleving om daar te zijn, daar te spelen, aangemoedigd te worden. Dat was een ervaring voor mij, en misschien laat dat ook wel sporen na in mijn muziek.”
Zijn roots lagen in de swamps van West-Vlaanderen. “Ik ben als kind naar de muziekschool geweest. Daar leer je stukjes spelen, heel afgebakend. Maar in mijn hoofd ben ik altijd een singer-songwriter geweest. Ik wilde nummers schrijven, was fan van Dylan, Cohen, Armand. En natuurlijk ook van de blues.” In eerste instantie volgde Tim het leven dat voor hem leek uitgestippeld. Studeerde af als bioloog en werd leerkracht. Tot het noodlot toesloeg, vroeg in zijn twintiger jaren al. “Ik werd zwaar ziek, was zes jaar uit roulatie, en heb keihard moeten vechten voor mijn leven.” Het werd een keerpunt. “Ik had aan mezelf beloofd: als ik erdoor kom, dan ga ik muziek maken, dan doe ik geen compromissen meer. In mijn dromen was ik altijd al muzikant, maar durfde ik daar niet voor uit te komen. Misschien wel de West-Vlaamse mentaliteit.” Tim ging muzikaal aan de slag, hard aan de slag. “Ik had het gevoel die zes jaar te moeten inhalen.”
Maar nu is hij wat ouder en duidelijk ook wijzer geworden. “Vroeger was ik heel erg gefocust op mijn eigen ding, hoe ik dat kon verbeteren; Keihard werken met weinig tijd om content te zijn waar ik mee bezig was.” Gelukkig kreeg Tim het inzicht dat de leukste dingen niet zo serieus hoeven te zijn. “Ik ben van nature een perfectionist en een controlefreak maar ik doe veel moeite om dat los te laten. Juist omdat ik weet dat dan de beste dingen ontstaan.”
Tim leeft nu meer in het moment en kan ervan genieten. “En dat is juist heel belangrijk in de muziek: het moment te nemen, het moment vast te leggen, zoals nu met ‘Call us when it’s over’”. De boodschap? “Dat je je leven in eigen hand kunt nemen. Dat je een tegenslag met wilskracht kunt ombuigen en er weer iets positiefs uit kunt voortbrengen. En ja, Ik ben nu wel in vrede met die verloren jaren. “
Tiny Legs Tim ís de blues. “Het heeft voor mij vooral te maken met timing en ritme. Ik zoek niet echt naar een vernieuwing van de blues, maar meer naar een herbeleving. Ik heb het gevoel dat de blues een beetje aan bloedarmoede lijdt en dat er heel veel vocabulaire uit de bluestaal is verdwenen. Als ik dat doorheb, dan pak ik zelf zo’n element op, bepaalde ritmes, combinaties van baslijnen en ritmes, zanglijnen.” Hiermee heeft Tiny Legs Tim de blues in België zeker nieuw leven in geblazen, en daarmee ook een breder publiek bereikt. ”Vaak hoor ik na een optreden “Normaal gesproken houd ik niet zo van blues, maar dit vind ik tof.” En dan kopen ze de CD. Dat sterkt me in mijn geloof dat heel veel mensen vatbaar zijn voor de muziek.”
Blues is emotie, is het leven. Dus ook Tims eigen leven. “Het album ‘Stepping up (2015) gaat over een herwonnen zelfvertrouwen, er was liefde in mijn leven, een soort terug thuiskomen. ‘Melodium Rag’ (2017) is meer het concept van opnemen, de sound. ‘Elsewhere Bound’ (2019) is een break up plaat, daar had ik negatieve zaken echt van mij afgeschreven.”
En dat dacht hij tijdens Corona weer te kunnen doen, maar het lukte niet. “Daarom was het juist zo tof om alles in één keer van ons af te smijten op ‘Call me when it’s over’! Ook al staan er dingen op van vroeger, who cares !?” Niemand, denk ik… “Er staat een herbewerking op van ‘One More Chance’ (van ‘Elsewhere Bound’), in een heel andere versie. Bij ‘I Believe’ en ‘Ocean’ heb ik de tekst gebruikt van oude nummers. Dan zijn er nog twee nieuwe nummers, ‘Love Come Knocking’ en ‘It’s All Over Now’, en een cover, ‘Going Down South’.” Er zit misschien geen zware thematische samenhang in het album, maar het plezier van samen spelen spat ervan af. “Zonder Corona was die plaat er nooit gekomen, op die manier, zo snel.”
Voor de eerste single werd er bewust gekozen voor ‘Going Down South’. “Dan ben je er meteen lekker in. Het is bijna een rocker, een uplifting song. En iets heel anders dan mensen misschien van mij verwachten.” Maar het meest typische nummer op het album … “ dat is ‘One More Chance’, denk ik. Hoe het tot stand is gekomen zo spontaan, puur, het nummer borrelt gewoon…. En dat tijdens Corona: ‘Call us when it’s over’, een unieke tijdopname.