De broers Titus, Cesar en Gilles Pinoy, samen de band Peenoise, groeiden op in een artistieke omgeving, als zoons van actrice en theatermaakster Marijke Pinoy. Een omgeving die heeft opgeleid, geïnspireerd en geresulteerd in een eigenzinnige sound, een band met een eigen gezicht. Die leeft en musiceert in het hier en nu, gebaseerd op een intuïtie die ze samen, dag in dag uit, verder hebben geperfectioneerd tot een soort levensstijl. De getrainde intuïtie van Peenoise.
Aanleiding voor het gesprek met Cesar en Gilles is de release van hun nieuwe EP ‘Headwalking’, de opvolger van hun eerste full-album ‘Forevergem’ uit 2020. De vier nieuwe nummers zijn op een aparte manier geboren en groot gebracht. “We speelden ze al een aantal jaren live en ze hebben al een hele evolutie doorstaan. We hebben ze langzamerhand naar een ander level gebracht.“ Hoewel de nummers oorspronkelijk niet voor het Peenoise oeuvre waren voorbestemd. Cesar legt rustig uit, zoals het hele gesprek in alle rust en amicaal zal verlopen. “De songs waren bedoeld voor een andere groep, Headwalking. Ja, inderdaad ook de titel van onze EP. Ik schreef de muziek daarvoor, mijn eigen muziek, zeg maar. Ook Gilles speelde erbij en Simon Raman en Karel Naessens.” Op Titus na dus eigenlijk het huidige Peenoise… “En omdat het in de lijn lag van wat we samen ook bij Peenoise deden, besloten we om het gewoon samen te brengen.” Het werd dus niet de band Headwalking, maar de EP ‘Headwalking’, van Peenoise, dus. “De betekenis van ‘Headwalking’? Ja, die hadden we wel, ik had het mooi opgeschreven, maar….”
Gilles, Cesar en Titus maakten al samen muziek toen ze heel jong waren, “zonder direct de bedoeling om daar iets mee te doen”, vertelt Gilles. “We zijn samen in één huis opgegroeid, en we hebben hier nog altijd ons repetitiekot.” Dat is merkbaar. “Ik denk dat het muzikale proces veel vlotter gaat dan bij andere bands. Je weet wat je aan elkaar hebt, kent elkaar sterkten en zwaktes, vult elkaar aan.” Dit heeft ook geleid tot een natuurlijke rolverdeling, zoals in ons gesprek meestal Gilles het voortouw neemt: “Voor deze EP heeft Cesar de muziek geschreven. Bij de plaat was dat misschien iets meer verdeeld. Hij komt meestal met een opname, waar ik dan weer iets mee doe, aan toevoeg. Hij produceert ook het geheel”, maar voegt Gilles er snel aan toe: “Het gebeurt wel altijd samen, hoor.“ De rol van broer Titus is meer geëvolueerd naar live schilder. Zo maakte hij het artwork voor de plaathoes en de video’s. En Simon Raman en Karel Naessens spelen live mee. “Dat is wel verrijkend, mensen van buiten erbij te hebben.” Een duidelijke rolverdeling, ook volgens Cesar, “ Maar uiteindelijk hebben wij, Gilles en ik, het laatste woord.”
Ondanks hun andere projecten heeft Peenoise voor de broers een grote plek in hun persoonlijke en muzikale hart. Cesar: “Voor mij is Peenoise het enige project waar ik voor schrijf. In andere projecten is mijn rol in functie van of improvisatie. Gilles heeft nog Steiger, zijn jazzband, waarvoor hij ook schrijft. ”Gilles knikt instemmend en hoort dat het goed is: “Peenoise blijft voor ons beiden het meest speciale project, omdat we broers zijn. En dat is aan heel veel gelinkt.”
De songs van Peenoise laten zich niet meteen plaatsen of doorgronden. Ze winnen aan kracht na elke luisterbeurt. “Ja, onze nummers hebben een bepaalde gelaagdheid. Maar het kan ook betekenen dat je juist dingen weglaat.” Songs die niet meteen duidelijkheid verschaffen bij de luisteraar. Cesar is wel duidelijk: “Maak ervan wat je wilt. Het hoeft voor ons niet heel duidelijk te zijn wat we ermee bedoelen, wat we ermee willen. De spanning van een nummer of van een album, dát is belangrijk. Dat je iets niet meteen kunt plaatsen.” Hij schrijft de nummers meestal “vrij intuïtief, hoewel dat wel verschilt per nummer. Bij onze muziek zijn sowieso niet zoveel regels, maar de tekst moet wel een bepaalde openheid hebben, niet te concreet.” “De tekst komen ook altijd pas op het einde,“ vult Gilles bijna intuïtief aan.
De EP ‘Headwalking’ opent met de single ‘Again’. Volgens Cesar “ons meeste poppy nummer.” Alsof hij zich moet verontschuldigen, voegt hij snel toe: “Maar het heeft wel een specialer kantje dan een doorsnee popnummer, denk ik.” Bij de vraag of ‘Again’ dan wel een typische Peenoise nummer is, geraken we bij de kern van de band en hun filosofie: “We willen helemaal niet weten of iets een typisch Peenoise nummer is. Dan begin je aan je eigen regels vast te zitten. Dan leg je jezelf grenzen op. Voor ons is het juist interessant om te blijven zoeken, en niet naar wat nu onze sound is. Je verliest dan de frisheid, terwijl je juist jezelf wilt blijven uitdagen.”
Cesar gaat nog een laagje dieper: “We zijn er ook niet mee bezig dat we alsmaar betere dingen moeten maken. We staan allebei achter wat we hebben gemaakt op dát moment. Elk nieuw nummer of album is iets nieuws. Dat moet niet in een hiërarchische orde geplaatst worden.” Een laag die Gilles graag verder toelicht: “Men verwacht vaak dat een band een bepaalde sound verder uitpuurt. Dan ga je naar een bepaald verwachtingspatroon muziek maken. Dan ben je niet meer bezig met experimenteren, wat de basis is van kunst, van muziek. We leven en maken muziek in het moment zelf, we hebben niet een bepaalde richting voor ogen. We staan zo open en blijven dingen uitproberen dat er altijd wel iets interessants uit zal komen voor ons.”
Zoals de EP ‘Headwalking’, de aanleiding van dit diepzinnige gesprek. Een EP als een momentopname van Peenoise. Een mens verandert, zijn muziek verandert. Maar volgens Gilles ”moet je daar niet zo veel waarde aan hechten. Dat is gewoon zo, je verandert en maakt andere dingen. Het is juist spannend om alles open te houden.” Puur op gevoel, puur op intuïtie. De getrainde intuïtie van Peenoise.