Steve Lukather, gitarist, zanger en mede oprichter van de succesformatie Toto is inmiddels 63 jaar jong. De man is als sessiemuzikant te horen op praktisch elk succesvol pop- en rockalbum uit de jaren 70, 80 en 90 en is daarmee mede verantwoordelijk voor de sound van de popmuziek in die decennia.
Op 26 februari verschijnt zijn nieuwe soloalbum ‘I Found the Sun again‘, gelijktijdig met het soloalbum van Toto-zanger Joseph Williams. Beide albums werden deze week al gerecenseerd door Maxazine. Een mooie aanleiding om met Lukather of wel ‘Luke’ te spreken via een Zoom-verbinding. Ondanks het vroege tijdstip in Californië schuift Luke fris en fruitig in een vrolijk Hawaishirt aan voor het interview. Net als hier in Nederland beheerst ook in Californië de corona-pandemie het nieuws en is het daarom ook daar het gesprek van de dag.
Als daarnaar gevraagd wordt, brandt Luke meteen los. “Corona is verschrikkelijk, je weet dat ik in volle vaart vooruit in de muziek ben sinds ik een jonge jongen was. Dat staat nu allemaal in één keer stil. Bam. Niks meer, ik vind het verschrikkelijk. We hebben geen perspectief. Ik heb een tour geboekt staan voor Dogz of Oz, die begint eind juli. Geen idee of dat door kan gaan of hoe. Het hangt er volgens mij allemaal vanaf hoe snel we allemaal gevaccineerd kunnen worden. Jammer genoeg zijn de vooruitzichten niet allemaal optimistisch.”
Luke vertelt over de tour die hij samen met de Ringo Starr All Star band heeft gemaakt en die gelukkig net was afgerond voordat corona toesloeg. “De tour met Ringo hebben we gelukkig af kunnen maken. Ik speelde daarin onder andere met Graham Gouldman, wat een geweldige vent is dat, zeg. Wat een muzikant, echt een legendarische songwriter. We hebben echt heel veel lol samen gehad. Ik ben een totaal andere man dan hij is. Hij is zo’n door en door echte Engelsman. Ik zei hem nog: ‘Je bent totaal niet zoals ik me je had voorgesteld’, maar wat een fantastische vent! We zijn goede vrienden geworden na maanden samen in een bus en het vliegtuig bus. We hebben praktisch samen geleefd, dan ontstaat er wel een vriendschap. Touren is het mooiste dat er is, en als je dan mee mag met zo’n prachtig gezelschap dan is dat bijna een vakantie. Naast Graham speelden we met Colin Hay van Men at Work, Gregg Rolie van Santana en Journey en Gregg Bissonette. Good Times!”
Journey through
Als we naar zijn nieuwe album kijken, staat er een track op die essentieel is voor Lukather in 2021. “Als gitarist is dat overduidelijk ‘Journey through’. Dat nummer is volledig live gespeeld door de band in één take, daar ben ik immens trots op”, geeft Lukather aan, “Weet je, het nummer is eigenlijk volledig geïmproviseerd. Ik stond daar maar in de studio naar mensen te wijzen, het was geweldig om te doen.” Het nummer is kenmerkend voor het album, vanwege de manier waarop het op is genomen.
“Het hele album is old school opgenomen. Ik had geen demo’s of niks gemaakt, gewoon met zijn allen de studio in. We namen even de tijd om mijn notities te bekijken en dan gingen we spelen. Er spelen werkelijk fantastische muzikanten op mee, zoals Joe Babko met wie ik veel van de tracks samen geschreven heb. Op dit album is niets gedoubletrackt of wat dan ook, als je meedere toetsen hoort dan zijn die allemaal tegelijkertijd live ingespeeld. Het enige dat ik heb gedaan is een paar vocals gedubd en een paar korte gitaartracks, vooral de akoestische. Alle gitaarsolo’s op het album zijn live opgenomen. Ik wilde weten of ik het nog voelde. In de basis is het dus gewoon een live album. Er zijn ‘echte’ live albums waarop meer is overgedubd dan op dit album, dat kan ik je op een briefje geven. Niemand neemt nu nog zo op, dus ik wilde dat perse zo doen. Ik wilde opnemen zoals de muziek in de vroege jaren zeventig van mijn helden werd opgenomen. Die vibe heb ik naar 2021 overgezet.”
Dat is ook wellicht hoe Steve Lukather zich onderscheidt ten opzichte van bijvoorbeeld Joseph Williams. “Het grote verschil bijvoorbeeld tussen het album van mij en dat van Joseph is dat hij er letterlijk jaren aan gewerkt heeft. Mijn album is in slechts acht dagen volledig opgenomen. Dat verschil, dat hoor je. Daarom kan je ze ook niet vergelijken, wat veel mensen wel proberen te doen. A song a day kept the doctor away”, lacht Luke.
Covers
Op het album staan een aantal mooi gekozen covers. Opvallend dat het allemaal antieke rocksongs zijn. “In mijn eerste auto, een oude Volkswagen, luisterde ik naar de muziek die ik nu als cover op mijn album heb staan; Joe Walsh, Traffic, Robin Trower, alle progrock die toen uitkwam”, geeft Lukather aan. “Ik begon uiteraard ook met de Beatles, want dat is en blijft gewoon de bijbel voor de popmuziek. Ik heb de drie covers uitgekozen omdat zijn een inspiratie waren voor de vibe die ik probeerde te vangen op mijn album. Ik wilde een ouderwetse plaat maken, gezet in de tijd van nu. De ‘Traffic’-track is geweldig goed gelukt. Mijn versie is een stuk meer ‘beefy’ dan het origineel. Ik speel op gitaar wat de saxofoon doet op het origineel. Steve Winwood is helaas één van weinige muzikale helden van me waarmee ik nog nooit heb kunnen werken.”
“Al deze covers zijn gemaakt met liefde en respect”, vervolgt de muzikant, “we maakten onze eigen versies van de muziek uit mijn jeugd. Voordat we aan het album begonnen heb ik iedereen gewaarschuwd die meedeed. We gaan niets repareren, alles wat je speelt komt op de plaat zoals het is gespeeld.”
Bridge of Sighs
Qua gitaarwerk is ‘Bridge of Sighs’ er ook weer zo één waar de gitaristen van zullen smullen. ” ‘Bridge of sighs’ is zo’n nummer dat ik ook wel live heb gespeeld, en waar ik veel mee geëxperimenteerd heb. Veel mensen denken dan inderdaad dat het een Jimi Hendrix track is, maar dat is dus niet zo. Het is een prachtig nummer voor een gitarist, want het geeft je zoveel vrijheid om je ding te doen. Je kan totaal los gaan en de freak uithangen. Heerlijk.”
“Weet je?”, vervolgt hij snel, “Jimi Hendrix zit in mijn DNA, kijk maar, er hangt hier een levensgroot schilderij van hem in de kamer achter me. Ook ‘Bridge of Sighs’ is een live opname trouwens. Alle muziek is één take live gespeeld. Alleen de zang is gedubd. In dit nummer hoor je pas echt hoe goed de band op het album is. Ik kon doen wat ik wilde, de band volgde me overal naar toe, ongelooflijk, ik kreeg ze niet gek gespeeld.”
Puur
Lukather wilde gewoon echt eens wat anders doen dan wat hij met Toto deed. “Ik wilde geen mega productie. Ik wilde dat het live was en wilde muzikanten erop die het ook live kunnen spelen, zonder clicktracks of wat dan ook”, geeft hij aan, “Ondanks wat velen zullen denken wilde ik ook per sé geen plaat maken voor gitaristen. Ik wilde gewoon mijn eigen album maken, waar ikzelf trots op kan zijn. Je kan het eigenlijk niet eens een soloalbum noemen. Ik heb een band samengesteld en daarmee een plaat gemaakt. Thats it!”
Een oldschool album in 2021 is niet gewoon. Toch komt iemand als Lukather er mee weg. “Ik heb net mijn eerste review binnen; een 10 uit 10. Dat zegt me niet zoveel. Er zijn tegenwoordig meisjes van 7 jaar op Youtube die sneller spelen dan ik en shredden dat het een lieve lust heeft. Heel internet staat vol met jonge gasten die technischer zijn dan ik, maar voor mij draait het daar niet om.” Buiten dat zal het ook niet meer gaan. Steve is inmiddels 63 jaar en al meer dan 40 jaar on the road. “Mijn schouders doen pijn als ik speel. Het is niet anders. Een olympische gewichtheffer kan als hij 21 is wellicht makkelijk 200 kilo tillen, maar als die jongen 63 wordt haalt hij ook geen gouden medailles meer.”
What you see is what you get
Veel artiesten willen op latere leeftijd nog iets bewijzen met een album dat opeens iets nieuws bevat. Steve is niet zo. “Moet je luisteren, ik heb dit album helemaal voor mezelf gemaakt. Ik wilde geen hit schrijven en ik hoef ook niet zo nodig een duet met iemand als Cardi B te maken. Ik ben fucking 63 jaar oud. Ik ben wie ik ben, en ik pas me voor niemand aan. What you see is what you get. Als je het leuk vind wat ik doe prima, vind je het niks, even goede vrienden! Er is zoveel muziek waar je naar kan luisteren, ga online en luister de hele dag naar Cardi B als je wilt. Als ik de comments lees onder mijn videoclips, heerlijk. Er zijn zoveel mensen die me haten. En dan gaan ze in de comments even hun best zitten doen om me af te zeiken. Om je dood te lachen!”
De toekomst nu. Steve Lukather gaat op tournee met Joseph Williams en de Dogz of Oz. Velen noemen het gewoon toch nog Toto en Luke is het met ze eens. “Ja, voor mij is dat toch nog wel Toto. Het is niet meer de Toto van 1997, of van 1987 of van 2000. We hebben inmiddels zo’n 19 mensen in Toto gehad. We hebben met Dogz of Oz de naam veranderd, we betalen iedereen die daar recht op heeft zijn percentage en dat is wat het is. We spelen gewoon alle Toto-hits, wat deep cuts en wat solo werk. Het is gewoon de laatste incarnatie van Toto.”
Last men standing
Jeff en Miike zijn er helaas niet meer. David kan niet meer touren en Steve Porcaro heeft een hekel aan touren. Bobby Kimball blijft dan nog over, maar ook over hem gaan inmiddels de geruchten dat die het niet meer aan kan. “Bobby lijdt aan dementie”, bevestigt Lukather, “Ik heb het nooit eerder verteld dat het zo slecht gaat met hem inmiddels. Ik spreek hem bijna elke dag of ik stuur hem wat appjes. Hij is 73 en heeft een ruig leven geleid. Daar betaalt hij nu helaas de prijs voor. Ik hou van hem en ik vind het verschrikkelijk hem zo te zien lijden. Als ik bij hem kom begroet hij me alsof hij me voor het eerst ziet, als ik wegga zegt hij: ‘Ik hou van je man’ en ja… ik hou ook van hem. Ik vind het verschrikkelijk voor hem. Hij heeft slechte keuzes gemaakt in zijn leven, maar wie van ons heeft dat niet gedaan? Joe en ikzelf zijn de laatste der Mohikanen, the last men standing.”
Met een nieuw album uit op zijn 63e, is het altijd de vraag of er meer aan komt, of dat het het laatste album is. Lukather zelf is er nog niet over uit. “De hele muziekbusiness is aan het veranderen. Hoe kan je nog geld verdienen met muziek? Dat gaat in ieder geval niet meer met het maken van albums. Als je een album maakt moet je na een paar jaar de platenmaatschappij voor de rechter slepen om je geld te krijgen waar je gewoon recht op hebt. We kregen 17% van 52% van wat onze eigen muziek opbracht en dan moesten we dat met zijn tienen of zo delen. Componisten en muzikanten worden uitgeperst. Bij Mascot gaat het gelukkig anders, we hebben een goed persoonlijk contact, een mooie deal en je doet zaken als je met elkaar aan tafel zit. Zo hoort het te zijn. Als we hen bellen pakken ze de telefoon op, ongelooflijk voor ons. Ik heb voor alle platenmaatschappijen gewerkt, dus ik weet welke bullshit zijn en welke niet. Deze mensen zijn oké. Ik houd ervan om met mensen te kunnen werken die ik ook als mijn vrienden beschouw.”
Foto’s (c) Alex Solca