Haze steekt haar kopje uit boven het frisse, kleurrijke maaiveld van de Belgische indiemuziek. Haze ís Mirabelle van de Put, die zojuist haar debuutalbum heeft uitgebracht. Haar muziek weerspiegelt haar persoonlijkheid. “Ik denk dat ik een beetje van alles ben.” In haar nummers zit altijd wel een tegenstelling, een contrast dat misschien onnatuurlijk zou kunnen zijn, maar bij Haze juist heel goed past. ”Dat is ook de bedoeling. Misschien kun je zeggen dat ik alles van mijn eerdere bands heb proberen samen te brengen.” Een heel open gesprek met Mirabelle, een veelzijdige muzikante over muziek met veel contrasten, heerlijke contrasten.
“Het stond op mijn bucketlist om mijn eigen album, mijn eigen projectje, te beginnen. En in maart viel alles stil, de lockdown. Alle optredens vielen weg, ook de sociale contacten.” Mirabelle had echt iets nodig, een doel in deze moeilijke, vreemde tijd. “Ik kon niet zomaar in een zetel gaan zitten en helemaal niets doen.” Ze draaide het naar het positieve: “Er was extra ruimte in mijn hoofd. Er was geen betere tijd om dit te doen.” Ze doelt op haar album, dat ze altijd al wilde maken. Nu deed ze het in haar eentje, op haar kamertje. “Het klinkt redelijk intiem, je hoort zelfs de akoestiek van mijn kamer.” Eigenlijk wilde ze haar songs met muzikanten gaan uitvoeren. “Maar dit kon nog zoooo lang duren… dan is het maar gewoon een momentopname van zoals het nu is.”
Het album is een mooie vingerafdruk geworden van de coronatijd. Maar ook zonder zou het er zijn gekomen. “Minder snel en misschien op een andere manier. Met band in een repetitiekot wordt de dynamiek anders en ga je misschien een andere richting uit.” Maar juist door corona heeft het een heel persoonlijke plaat opgeleverd. “Ik had mijn hele leven al nummers gemaakt, maar ik had ze nog nooit afgewerkt, alleen ideeën en flarden.” Die had ze ook in de verschillende bands waarin ze speelde, zoals Barbie Bangkok, Crites en ERIIS. Maar ze had nog nooit een band gehad waarin ze de lead zong. “Ik ben bassist en doe backing vocals, dus ondersteunend en op de achtergrond. Dit is de eerste keer dat ik op de voorgrond kom te staan, en dat is wel wennen voor mij, ja.”
De Gentse is duidelijk grootgebracht met muziek. “Mijn vader was amateur muzikant, we hadden in de living alle instrumenten staan. Ik wilde ook muziek maken. Ik wist alleen niet welke instrument.” Op het conservatorium in Gent ging ze voor producer. “Daarna ben ik on tour gegaan met verschillende bands. In die tijd is mijn vader overleden en heb ik zijn materiaal geërfd. Toen pas koos ik voor de bas. Ik vond dat die het beste bij mij paste.” Daarna speelde ze in verschillende bands, “ook om ervaring op te doen, bij te leren.”
Nu is alleen Louie Louie overgebleven, een coverband. En natuurlijk Haze. “Ik wilde ook mijn eigen nummers blijven spelen. Dat is dus Haze.” Zoals haar eerdere bands heel verschillend klonken, zo vind je ook in Haze duidelijke tegenstellingen. “Ik vind die contrasten juist interessant, licht donker, traag snel.” Het contrast, de tegenstelling, het is de rode draad van Haze, van Mirabelle, van ons gesprek. Het is heel open, Mirabelle is goedlachs. Maar ze formuleert soms ook genuanceerd, denkt goed na, over zichzelf, haar muziek en haar omgeving. “ ‘After every cloud is a silver lining’, uit elke slechte ervaring kun je iets leren. Mijn vader is gestorven, dat was een groot drama. Maar als hij niet was gestorven dan was ik misschien nooit begonnen met bas spelen. En corona is verschrikkelijk, maar anders had ik geen tijd gehad om deze plaat te maken. Licht en donker gaan altijd hand in hand. Voor mij is dat een soort balans.”
Mirabelle is bassiste en dat merk je. “Ja, mijn nummers ontstaan uit een baslijn, daar hang ik ze aan op. Dat is wat ik ken. Ik wel geprobeerd om de baslijn niet te ingewikkeld te maken, Less is more.” Bij de start van Haze was het ook nog niet geheel duidelijk welke richting het uit zou gaan. “Meer het elektronische, à la Danger Mouse, waar ik veel naar luisterde. Of meer naar de akoestische gitaren en de roots feel.” Miguel Moors, oud collega bij Crites, heeft op enkele nummers de gitaar ingespeeld. “Zijn spel heeft mede de richting bepaald”, meer Mazzy Star en PJ Harvey waarmee ze dikwijls wordt vergeleken. “En ik vind het ook leuk dat het nu analoog en organisch is”, wat ook perfect past binnen het kleine van haar kamer en de bubbel van de pandemie….
Mirabelle gunt ons via Haze een kijkje in haar wereld. “Ik vind het heel interessant om het gedrag van mensen te observeren. Mijn teksten zijn een reflectie daarvan. ‘Flu’, de eerste single, gaat over het sociale aspect van de pandemie. ‘Fool the World’ over narcisme, zoals Trump. Maar ik probeer het altijd heel breed, toegankelijk, te houden, niet te specifiek. Ik vind de sfeer ook heel belangrijk. Zo gaat ‘Decay’ over de dood van mijn vader. Dan wil ik niet dat de muziek te happy is. In ‘Foul’ klinkt juist de woede om iets dat ik heb meegemaakt.” Muziek als therapie is misschien net iets te zwaar gezegd, maar “ik kan wel dingen van mij af schrijven. Muziek heeft voor mij ook altijd de connotatie gehad met een gevoel, een gevoel met een bepaalde tijd, gebeurtenis, ruimte. En als ik met mijn muziek iemand kan raken, op welke manier dan ook, dan zou dat fantastisch zijn.”
En de toekomst, die heeft Mirabelle duidelijk voor ogen. En in eigen handen. “Met Haze wil ik muzikaal zo verder gaan, maar dan met muzikanten. Het zullen nog steeds mijn nummers zijn, maar het zal wel een echte band zijn, samen. En ik zal de frontvrouw zijn. Dat ben ik nu aan het leren, heel interessant.”
Mirabelle treedt eindelijk meer op de voorgrond. Een muzikante in hart en nieren die nu in Haze haar eigen ding kan gaan doen. En daarmee haar luisteraars verwent: “Beluister Haze op een koptelefoon, in uw zetel, met al dan niet een glas wijn, in het donker. Dat is voor mij de sfeer.” Zoals het nummer ‘Comfort zone’: ”zachte vocal, soothe, laiback kabbelend, rustig met af en toe iets waarvan je denkt: “wat is dat?” Het tegenstrijdige, dat het interessant maakt om verder te luisteren.”
De veelzijdige contrasten van Haze…