Vanaf oktober zou gitarist Harry Sacksioni in de theaters zijn vijftigjarige carrière als gitarist gaan vieren. Een lange carrière met veel hoogtepunten. Het ooit verlegen jongetje op het podium groeide uit tot een gedreven verhalenverteller die met zijn intense en virtuoze gitaarspel en zijn onnavolgbare rechterhand technieken aan de top van de gitaarwereld belandde. Hij schreef een boek vol met anekdotes en bespiegelingen.
Zijn jubileum tournee is uitgesteld, dat stelde Sacksioni in de gelegenheid om een project uit te werken, dat hij al tijd voor ogen had: het schrijven van een boek vol met anekdotes uit zijn carrière. Vijftig jaar reizen, optreden en mensen ontmoeten, heeft een schat aan bijzondere, bizarre, wonderlijke, humoristische, mooie of idiote situaties opgeleverd. In dit boek, Dat kunnen ze allemáál wel zeggen… , geeft hij anekdotes en bespiegelingen. Op zeer open en persoonlijke wijze geeft hij een intrigerende kijk in zijn leven als topgitarist, waarbij hij tevens zijn privéleven niet schuwt.
In meer dan 170 pagina’s lezen we over ontmoetingen met bekende figuren als Leonard Bernstein en Herman Brood tot aan het redden van een Rotterdamse bejaarde; de verbazing om zomaar opeens gebeld te worden uit de ruimte door astronaut André Kuipers, of zijn we toeschouwer bij een gênant ‘me-tootje’ door een bi-seksuele schouwburgdirecteur.
Ook maken we kennis met de verwrongen geest van een anonieme dorpsschilder, – een ontmoeting die Harry bijna het leven kostte -, en geeft hij antwoord op de vraag waarom hij de screentest voor de hoofdrol in een grote Nederlandse film weigerde; het levert stof tot evenzoveel bijzondere en unieke verhalen. Ook vertelt Sacksioni over de veertig jaren waarin hij slachtoffer van stalking is geweest en de impact die dat had op zijn leven en dat van zijn gezin.