Laten we er niet te veel doekjes omheen winden: NAS is één van de meest gerespecteerde en langdurig succesvolle artiesten in het hip-hop genre. Dit heeft hij te danken aan zijn prachtige teksten die vaak niet alleen inhoudelijk duidelijk, volledig beschreven en herkenbaar zijn, maar ook de manier waarop hij woorden aan elkaar plakt: een puur transcendentale ervaring die vooral goed te voelen is op zijn eerste album ‘Illmatic’.
We spoelen even door naar ‘Life Is Good’ (2012) waar Nas net uit een echtscheiding met toenmalige vrouw Kelis kwam en volop kon rappen over de tegenslagen van zijn moderne leven met daarbij ook de luxueuze en mooie aspecten. Dit alles onder het mom van, nou ja, dat het leven goed is. Dit album was opmerkelijk omdat het voor het eerst in lange tijd weer universeel werd gecomplimenteerd door critici op zowel zijn teksten als het instrumentele aspect van het werk. Dat laatste viel nog wel eens ver te zoeken bij Nas.
Vandaar dat iedere Nas-fanaat toch stiekem een plasje in hun broek deed toen eindelijk het volgende project van Nas aangekondigd werd en ook nog geproduceerd was door Kanye West: NASIR. Wij de fans vonden dit project een waardig vervolg op ‘Life Is Good’ met een paar op- en aanmerkingen voornamelijk op gebied van experimentele productie, duur van het album en vooral waar de fans nou eigenlijk zo lang voor hebben moeten wachten.
Het nieuwe album van Nas, ‘King’s Disease’, beantwoordt een aantal van deze vraagstellingen. Volledig geproduceerd door Hit-Boy is een teken van een grote comeback waar Nas wéér op de charts zou komen te staan. Echter, het resultaat viel enigszins tegen.
Productiegewijs is het nieuwe album van Nas een succes. Alles klinkt scherp, lekker met de tijd mee en vooral ook hip-hop party-bestendig. Jammer genoeg worden de dikke beats lang niet altijd gesteund door een pakkend refrein, waardoor het album ondanks zijn frisse productie een “underground” gevoel afgeeft.
Tekstgewijs mogen wij echt niet klagen: NAS rijmt weer lekker zoals we hem kennen op een manier dat zijn stijl van ‘Life Is Good’ en ‘NASIR’ lijkt te combineren. Het laatste album kan voornamelijk herkent worden door de flow die Nas de afgelopen tijd heeft weten te bemeesteren. Zijn teksten drukken door wat hij in 2012 is begonnen: zijn luxueuze leven van roem, waar hij van oorsprong vandaan komt en alles daartussenin. Sommige tracks benadrukken zijn liefdesverdriet, andere benadrukken dat zijn huidskleur een grote bron van trots is. Met dat laatste stuurt hij een duidelijk bericht naar de jongere donkere generatie die zich kennelijk nog wel eens benadeeld voelt.
Met het grootste deel van de tracklist ben ik erg tevreden: vooral het begin en einde komen lekker hard aan bij mij als grote Nas-fan. Voor mij en iedere 90’s New York hip-hop fan was het bijvoorbeeld een traantje wegpinken toen wij The Firm weer mochten horen op ‘Full Circle’. Ik vind het niet erg dat het album geen chart-hit is (m.u.v. misschien ‘Ultra Black’) – ik vind het zelfs wel aantrekkelijk. Nas is nooit een Jay-Z geweest: daarom houden wij van hem. Echter, in het midden wil het nog wel eens veel geduld vragen van de gemiddelde Nas-fan.
Ik zou zeggen dat er bij ‘Replace Me’ tot en met 10 Points (m.u.v. ‘Full Circle’) te veel focus is gelegd op, hoe krijgen we Nas weer terug op de charts? Tevergeefs, want ook als je moderne hip-hop wel kan hebben, mixen Nas en bijvoorbeeld Lil Durk als water en olie: twee compleet verschillende eilanden. Vanuit dit aspect had Nas meer moderne rappers mogen kiezen die beter bij zijn stijl passen. A$AP Ferg was bijvoorbeeld een bijzonder goede keuze waardoor de afsluiter van het album, ‘Spicy’, een ware traktatie is voor zowel moderne als traditionele Nas-fans.
Samengevat heeft het album van Nas zijn sterke en zwakke kanten. Iedere Nas-fan zal met plezier naar het album luisteren met enkele uitzonderingen nagelaten. Qua tekst stelt de Queens rapper niet teleur en qua productie is het zoals het op het pakje is beschreven: geproduceerd door Hit-Boy. Echter, wanneer Nas probeert zijn muziek aan te praten bij een jonge generatie die luistert naar oppervlakkige hip-hop slaat hij de plank helaas mis: er is geen tegemoetkoming tussen de twee werelden, alsof je water en vuur vraagt om samen te spelen. Hoewel het album een fijne ervaring is, hoop ik vooral niet dat dit het laatste is wat wij de komende acht jaar van hem te horen zullen krijgen – daar is het album namelijk niet krachtig genoeg voor. (7/10) (Mass Appeal)