Het nieuwe album ‘Trouble and Strife’ van singer-songwriter Joan Osborne is haar eerste album met eigen materiaal in zes jaar. Haar laatste wapenfeit was een album met Bob Dylan-covers, nu drie jaar geleden.
Voor velen is en blijft Joan de eendagsvlieg die nu alweer bijna 25 jaar geleden een wereldhit had met ‘One of Us’. Typisch zo’n nummer dat vele muziekliefhebbers wel kennen, maar waar je niet meteen een gezicht of een naam bij hebt. Maakt verder helemaal niets uit, je kan nu, na vijfentwintig jaar, in de herkansing.
Osborne is zo’n zangeres die nog best lastig in een hokje te stoppen is. Ze kan eigenlijk alle genres wel aan, heeft ze door de jaren heen bewezen. Of het nu pop, rock, soul of blues is, Joan kan het prima aan met haar lenige stem. Een mooi donkerbruin randje maakt het helemaal af. Ook na decennia optreden is haar stem niet veranderd, wat dat betreft valt ze in dezelfde categorie als bijvoorbeeld de Canadese Sass Jordan.
In het persbericht voor ‘Trouble and Strife’ zei Osborne; “We gingen voor een AM-radiovibe uit de jaren 70.” Goed gelukt, dat moet gezegd worden. Het hele album klinkt enorm FM en typisch Amerikaans. Overall heel erg poppy, met hier en daar een flinke scheut rock ‘n roll. Een nummer als ‘Never Get Tired of Loving You’ doet denken aan Sheryl Crow, ‘That was a Lie’ ademt een beetje de sfeer van de Rolling Stones die R&B proberen, maar dan beter en ‘Meat & Potatoes’ is een lekker niks aan de hand funknummer.
Het is haar veelzijdigheid die haar waarschijnlijk parten speelt tijdens haar carrière, want daardoor is Joan niet echt te labelen, dat vinden platenbazen vervelend. Op dit album pakt het goed uit, want het is juist diversiteit die het best een feestje maakt om naar te luisteren. Dit nieuwe album brengt ze dan ook op haar eigen label uit. Plezier en volledige controle is wat ze als wisselgeld kreeg, en dat is goed te horen op dit album.
Gezien de staat van burgeroorlog waarin de USA tegenwoordig verkeert komt geen enkele artiest eraan onderuit om maatschappelijke betrokkenheid te tonen in zijn of haar muziek. Osborne mag dan wel geen protestzangeres zijn, maar ook zij laat in haar nummers blijken dat racisme, politieke corruptie, maatschappelijke polarisatie en seksisme zaken zijn die zij verre van zich werpt. ‘Whole Wide World’ is daar het beste voorbeeld van. Osborne maakt van dit lied dat evengoed een liefdesliedje kan zijn een oproep om de wereld toch vooral te verbeteren.
‘Trouble and Strife’ is een goed album, gemaakt door een zangeres/songwriter die op dit niveau nog wel even mee kan. Wereldschokkend is het allemaal niet, maar het is zeker een goed album. (7/10) (Womanly Hips Records)