Waar ze onder hun eerdere naam ‘Barefoot and the Shoes’ “niet echt nadachten over wat ze deden”, gingen ze onder de nieuwe naam The Radar Station planmatig te werk. “Niet meer idolen kopiëren, maar een eigen sound. Wel met veel invloeden, maar samengebracht als een rode draad voor ons totaalplaatje.” Ze hadden een plannetje, en het werkte. In 2020 won de band ‘De Nieuwe Lichting.’ Een gesprek met zanger Brent Buckler, die naast planmatig gelukkig ook heerlijk spontaan is.
“Bij Barefoot and the Shoes speelden we van alles, van mega-folky tot super funk tot blues of rock, een soort jeugddingetje. In onze volwassen wording zijn we overgeschakeld naar een nieuwe naam, nieuwe songs, een nieuw imago. In eerste instantie werd dat ‘Sungods’.” Die naam moest echter weer worden ingetrokken, omdat een Australische band ook al zo heette. Zo werd uiteindelijk de naam ‘The Radar Station’ geboren.
Brent kan er wel mee lachen: “Om het extra verwarrend te maken zijn er dus drie bandnamen voor dezelfde groep muzikanten.” Na wat vroegere wisselingen is de band de laatste vijf jaar steady gebleven. “Sander Cliquet, mijn broer, is gitarist en doet backing vocals en toetsen. Vincent Lembregts (bas) en Marijn Geerts (drum, elektronica) kennen we vanuit het muzikanten milieu.” En sinds een paar weken is er een synthspeler bij, Stijn Konings. “Dat geeft weer extra mogelijkheden.”
Met de nieuwe bandnaam wilden ze alles meteen goed aanpakken, met een duidelijk imago, met songs waarover nagedacht is. Het leverde een eerste plaats op in Studio Brussels ‘De Nieuwe Lichting’. Zoals bij veel oud-winnaars kwam ook hier de carrière in een stroomversnelling, maar met een vervelend randje.
“Met ‘De Nieuwe Lichting’ hadden we het gevoel dat het een serieuze opstap ging zijn. Maar door Corona hadden we schrik dat we misschien het momentum zouden verliezen.” De grote shows en festivals gingen niet door. “Daar moet je bewijzen dat je het niet alleen op de radio kunt, maar dat je ook live mensen kunt overtuigen.” De band ging niet afwachten, maar juist doorpakken. “Het vuur proberen we gaande te houden door juist nu onze debuutplaat uit te brengen, om daaraan vervolgens zo veel mogelijk concerten te koppelen. Hopelijk kunnen we zo het momentum rekken en de voordelen van de wedstrijd weer naar onze hand zetten.”
Het album is gereleased op 4 september. De eerder gedropte singles staan hier ook op. Dus ook de winnende song ‘Subtle Science’ en de huidige, succesvolle, single ‘The Giant’. “Op het album staan songs die we de laatste drie jaar, onder dezelfde visie, hebben opgenomen; met de bedoeling om ooit op onze debuutplaat uitgebracht te worden.” Deze plaat is in proces en product grotendeels de blauwdruk van het plan dat The Radar Station voor ogen had bij de metamorfose naar hun huidige bandnaam.
“In 2017 was ik helemaal zot van ‘So’ van Peter Gabriël. Met Daniël Lanois en The War on Drugs zijn dat de drie main-invloeden voor de richting.” De broers Brent en Sander voeren hierin de lead, waarbij van meet af ook de jonge Gentse producer Roel De Bruyne was betrokken. “We probeerden samen veel dingen uit. Pas als het werkte zijn we ermee terug naar de band gegaan om het echt in te spelen. Daarbij kregen we als band dan soms weer nieuwe ideeën, waardoor we toch weer anderhalf jaar langer met de plaat bezig zijn geweest.”
De teksten zijn van Brent, “als verhaaltjes, visueel, met een begin en een einde; vaak ook met een moraal. Achteraf gezien zijn ze vrij autobiografisch. Zo verhaalt ‘The Giant’ over het tekort aan kansen om je droom na te jagen. “Dat was wel van toepassing op een bepaalde periode, ja.” Bij beluistering van de plaat lijkt steeds een bepaald gevoel terug te keren. “Ja, de angst voor de verwachtingen van de maatschappij.” Brent verklaart nader: “De teksten zijn geschreven over de laatste zes jaar, de tijd van volwassen worden, settelen, afstuderen… We zijn terecht komen in de ratrace van onze maatschappij. Dat bepaalde ook de titel van de plaat: ‘Live inside a Tornado’. “Het gevoel dat wereld veel prikkels heeft, heel overweldigend is.” Op de vraag of hij hier zelf bang voor is, twijfelt Brent: ”Euhm, een beetje wel ja, vooral als je er dieper over nadenkt.” En lachend: “Maar het komt zeker goed, hoor.”
Het plan van The Radar Station werkt, met als bewijs ‘De Nieuwe Lichting’. “Maar wij vinden ook dat je als artiest gewoon op jezelf moet kunnen bestaan. Wij hebben zelf genoeg verhalen te vertellen, ook zonder wedstrijd.” Brent kan zich zeker wel vinden in het juryrapport: Indierock met stadionallures. “Ja, we klinken vrij groots met synths, op een jaren ’80-achtig wijze geproduceerd. Het woord stadion hoeft niet qua grootheid. Ik hou ook van kleine gelegenheden.”
De sound neigt naar ‘War on Drugs’. “Een compliment, dank je.” En klinkt eigenlijk niet typisch Belgisch, maar meer Amerikaans. ”Daar ben ik het wel mee eens. Belgische muziek is meer down to earth, nuchter. Amerikaans heeft meer pathos, die sfeer. In België is men voorzichtiger om dat gevoel in tekst en zang te leggen.”
Het vooropgezette plan is gelukt: een volwassen debuutalbum met een eigen, wat Amerikaanse sound. De eerste grote stap is gezet. Er zijn nu plannen om door te pakken met album nummer twee en een clubtour in België en Nederland. Als alles volgens planning verloopt, hún planning wel te verstaan, dan kunnen we niet meer om The Radar Station heen. En dat is een mooi vooruitzicht. Voor The Radio Station en voor ons, muziekliefhebbers.