De Vlaamse Jan Viggria is een bezig baasje. Nog geen dertig en gitarist bij The Guru Guru, producer van onder meer Heisa, engineer. En zeker ook een spil in het web bij muziekcommunity Farrm. Hij is wars van politieke spelletjes, de muziekindustrie en is de belichaming van onbevooroordeeld samen muziek maken…. en ervan genieten, met alle inspiratie en energie. Een gepassioneerd gesprek met Jan, met bijbehorende lichaamstaal…
We spreken af bij Werf, een hal, net naast Hogeschool PXL Music en de Muziekodroom. Een Hasseltse vrijplek voor open denken over muziek, in welke richting dan ook, opgetuigd met een skatebaan en natuurlijk een bar, maar ook een eigen zaal en studio; nu onder deel van Farrm. Hier laat Jan zijn aanstekelijke energie op ons los.
“The Guru Guru was opgericht als afstudeerproject voor de PXL: pak vijf mensen met een totaal verschillende achtergrond en laat ze iets creëren wat van hen is. Waarbij ze zich zo comfortabel voelen dat het creatieproces als vanzelf verloopt.” De vijf voelden zich zó comfortabel dat ze na het project als band bleven. “Tom (zang) vanuit punkrock, Siemon (drums) vanuit hiphop, Moreno (bas) als allrounder en Emiel (gitaar) vanuit shoegaze.” En Jan zelf? “Ik had in mijn jeugd een plaat van Santana waarbij ik dacht, “wow dit heb ik nog nooit gehoord.” Vervolgens kocht ik bij de plaatselijke platenboer de ene plaat na de andere: Crosby, Stills, Nash and Young, Joni Mitchell.”
Deze vijf jonge muzikanten zorgen al een paar jaar voor de pittige ingrediënten die de sound van The Guru Guru kruiden. Als een nieuw, spontaan recept. “We zijn niet bezig met hoe we zouden moeten klinken of wat we moeten bereiken. Als de muziek spreekt, dan gebeurt dat vanzelf wel.” Jan wordt feller, gebaart en hij krijgt een grimas. “Terwijl muzikanten door media, managementbureaus en labels wel eens in een richting worden geduwd die ze eigenlijk niet willen. Maar zonder muzikanten bestonden die niet. Onze booker ondersteunt gelukkig onze filosofie. Als wij aangeven dat wij ergens onder bepaalde voorwaarden niet willen spelen, dan begrijpt hij dat.”
Jan raakt enthousiast van zijn eigen verhaal. “Muziek is een ambacht. Dat moet gekoesterd en gedeeld worden. Het gevoel van wow, als je van het podium afgaat en denkt: “Dit was insane”. Zoals in Bristol, waar we nog nooit hadden gespeeld. Honderd man publiek, waarvan twintig ons hele album, van begin tot einde, meeblért. Daar doe ik het voor, die twintig, of tien of duizend… Jan raakt de kern: “Muziek is samenbrengen, saamhorigheid. De pure energie.” Het woord genre is voor hem daarbij achterhaald: “Binnen The Guru Guru heeft ieder zijn eigen stem en de som der delen maakt samen onze identiteit. We houden de genres buiten ons repetitielokaal. We willen niet klinken als… Gewoon schrijven tot het vet klinkt.”
The Guru Guru is een band die live ontzettend veel energie geeft: “Wij hebben altijd heel veel gespeeld. De jeugdhuizen en cafés afschuimen. Spelen, spelen, spelen.” Producer Wouter Vlaeminck is het gelukt om het brok energie van het podium in te groeven op plaat. “Iedereen was overtuigd van zijn werk met Raketkanon en Kaptein Korsakov; die bepaalde rauwheid.” Hij produceerde zowel het debuut ‘PCHEW’ uit 2017 als het dit jaar verschenen ‘Point Fingers’, beide uitstekend ontvangen door pers en publiek. Helaas kreeg de band dit voorjaar niet de gelegenheid om de plaat live te “te schreeuwen, te vegen en te knallen.”
Jan is duidelijk, en terecht, trots op hun band. Hij houdt echter niet van hokjes, van termen. “We moeten af van die termen van de industrie: popmuziek, alternative, underground, indie. Dan pas ga je luisteren. Door de termen word je beïnvloed en ga je vergelijken. Je creëert een storm waardoor de boodschap van de artiest verdwijnt.” Jan wil dan ook niet worden vergeleken met één van die begrippen. “Maar ik zou er wel trots zijn als je The Guru Guru vergelijkt met de manier waarop Big Thief of Battles schrijven, of met de koppigheid van Radiohead.” De rode draad lijkt duidelijk: “Tegendraads, kritisch, zelfkritisch. Waarin ieder zijn eigen stem heeft en met elkaar babbelt, elkaar uitdaagt.” Belgische voorbeelden? “Jazeker: Kapitan Korsakov, Nemo, Metal Molly, Miljonaire, Peuk, Heisa, Psychonaut…”
Jan komt op een hoger, abstracter niveau, hoger dan zijn eigen band. “Mijn ouders waren niet muzikaal en mijn vrienden deden ook niets in de muziek. Ik heb dus heel veel zelf gedaan en ontdekt.” Vanaf zijn twaalfde had Jan al een idee dat nu the Farrm is geworden: mensen helpen om samen muziek te maken en uit te brengen. “Ik wil met Farrm een community bouwen. Samen komen, samen spelen, samen opnemen. Laagdrempelig iets kunnen doen, zoals een betaalbare studio. Elkaar interesseren en inspireren en helpen in contact met elkaar te komen. Mond op mondreclame. En dan niet alleen voor muzikanten, maar ook engineers, managers.”
Jan heeft een duidelijk motto: “Niet alleen denken, maar gewoon doén. Ik heb gekozen muziek te maken voor mensen, ik werk met mensen, met ideeën. Ik wil met Farrm dat besef meegeven: onafhankelijk, gepassioneerd. Samen werken, grenzen die vervagen.”
Jan is tijdens ons gesprek steeds verder opgeschoven, tot het puntje van zijn stoel. Door zijn enthousiaste wijze van vertellen, zijn mimiek en gebaren is het een wonder dat hij überhaupt nog zit. Het was een tof gesprek, zo vond hij zelf ook, “maar nu naar de jamsessie in de studio, hiernaast.” Jan Viggria, de belichaming van onbevooroordeeld samen muziek maken.
Foto’s (c) Anita Martin