Zoals het koude, blauwe smeltwater van de IJslandse gletsjers zich vermengt met het donkere water van de oceaan, zo vervloeien de beelden en geluiden van Snorri Hallgrímsson tot een dramatische kustlijn, waar de zonsondergang elke avond de melancholieke scheidslijn markeert tussen licht en donker. Een dynamisch gesprek met een geluidskunstenaar op de grens van film en muziek.
Snorri oogt relaxt en vertelt enthousiast. Ook over zijn muzikale jeugd in Reykjavik. “Ik had een heel klassieke muzikale opvoeding. Mijn ouders zongen in een koor, zoals zo velen in IJsland. In ons huis stonden twee piano’s en mijn drie oudere zussen speelden ook muziek.” Toch was Snorri de enige in het gezin die van muziek zijn beroep heeft gemaakt. Snorri ís muziek, van oorsprong geschoold als klassiek gitarist. “Daarnaast heb ik altijd naar muziek geluisterd, naar allerlei genres. En ik keek veel films. Zo leerde ik onbewust om ook de filmmuziek te waarderen.” Waardoor hij later juist heel bewust ervoor koos om zich verder te bekwamen in het componeren van filmmuziek. “Dat was mijn droom, mijn ambitie. Het is bijna magisch als je naar een film kijkt en je weet dat jij de muziek erbij mag componeren.”
Zijn goede vriend en muzikant/componist Ólafur Arnalds wees Snorri de weg langs de spannende kustlijn waar beeld en geluid elkaar ontmoeten. Ólafur nam hem mee in een aantal boeiende projecten voor film en TV, zoals de bekende Britse TV serie ‘Broadchurch’. “Ik was Ólafurs rechterhand en deed alle muzikale dingen achter de schermen.” Beiden vulden elkaar duidelijk aan: “Ik was klassiek geschoold, hij kwam meer uit de studiowereld. Van zijn wereld heb ik heel veel geleerd. Ólafur is gewoon een fantastische producer.” Het leverde vijf jaar van innige samenwerking op. ”En nu werk ik een jaar of twee zonder hem. Dat was een natuurlijke ontwikkeling, niet echt een keuze…”
Natuurlijk heeft Snorri veel van Ólafur Arnalds geleerd. “Dat is zeker zo, maar ik probeer te vermijden dat ik op hem ga lijken, zeker omdat wij beiden langzame, melancholieke muziek maken.” Maar ook anderen hebben Snorri’s muziek gevormd, van klassiek en koormuziek tot pop en rock. En natuurlijk ook componisten, zoals Gustavo Santaolalla, die voor zijn filmmuziek voor ‘Babel’ een Oscar won. Of John Tavener, die veel met koren werkte. “Zijn gebruik van rust en ruimte, zonder haast, geweldig… maar ook populaire muziek heeft mij gevormd, zoals Led Zeppelin, Genesis; En zeker Depêche Mode: de zang, het gebruik van elektronica.” Niet onverwacht noemt hij ook Ryuichi Sakamoto als een natuurlijke bron van inspiratie.
In 2018 bracht Snorri ‘Orbit’ uit, zijn eerste eigen album. Dit was, misschien onverwacht, geen soundtrack, maar een album met eigen songs. Zoals bij vele debuutalbums probeerde ook Snorri alles wat hij tot dan toe dacht en voelde op één plaat bij elkaar te brengen. “Ik deed heel veel dingen tegelijk, maar ik ben heel trots. Niet alleen op het artistieke deel, maar ook over het proces. Het was echt een sprong in het diepe, want ik heb bijna alles zelf gedaan.” De teksten zijn een coproductie met zijn vrouw, ook singer-songwriter. “De lyrics zijn vrij vaag gehouden, zodat iedereen zijn eigen gevoelswereld erin kan leggen.”
Waar Snorri in zijn eigen muziek het liefst ‘als een marionettenspeler’ aan de verschillende muzikale touwtjes trekt, is zijn rol als filmcomponist een andere. “Bij een film heb je al vaststaande parameters, zoals de sfeer, de lengte van de scenes. En je moet meerdere mensen tevredenstellen. Mijn muziek komt uit mijn hoofd en uit mijn hart. En als dan iemand zegt: “Nee, dat is niet goed… Dan doet dat pijn, hoewel ik het niet persoonlijk moet opvatten. Het moet passen bij de film, dat is het doel.”
Zijn tweede album werd de al eerder verwachte soundtrack, vernoemd naar de film. ’Chasing the present’ is een documentairefilm, vertoond op diverse filmfestivals. “Vooral fotografisch zeer sterk. Ik werd gevraagd voor de muziek, op voordracht van Ólafur, geweldig toch?” En, heet van de pers, is er nu zelfs een derde en vierde album. “Twee EP’s, ‘Part one’ en ‘Part two’, met deels een verzameling van songs die ik al had liggen, deels nieuwe nummers. Maar geen nieuwe ‘Orbit’”, benadrukt Snorri. “Het muzikale landschap is wel hetzelfde, maar de EP’s zijn meer naakt, met slechts piano en strijkers. Beide hebben elk een eigen sfeer, dus het werden twee afzonderlijke werken.”
De IJslandse Snorri Hallgrímsson maakt duidelijk sfeervolle muziek. Maar wat maakt zijn sound nu ‘typisch Snorri Hallgrímsson’? “De harmonie, ongeacht voor welke instrumenten ik schrijf. De melancholieke sfeer, maar toch krachtig. Expressief, met een relatie tussen licht en donker.” En ‘typisch IJslands? Of bestaat dat misschien niet?’ Hij zucht even; heeft die vraag vaker gehoord. “Ik ben hier geboren en opgegroeid, maar ik schrijf mijn muziek in een donkere, raamloze studio… De schijnbare relatie van de landschappen met mijn muziek ontstaat pas in het hoofd van de luisteraar. Het is niet mijn inspiratie. Ik schrijf niet over een gletsjer. Mijn inspiratie ligt in muziek in het algemeen, en filmmuziek in het bijzonder. Maar ik ontken niet dat mijn muziek een gevoel van het grootse IJslandse landschap oproept.”
Snorri leunt achterover, oogt heel tevreden. Hij droomt, droomt weg over zijn toekomst. “Waarin ik nog meer moois kan creëren. Alleen en met mensen bij wie ik me prettig voel. Mijn eigen songs. Mijn filmmuziek.” Snorri droomt verder… En terwijl de zon langzaam ondergaat en zijn laatste stralen drapeert over het donkerblauwe water van de oceaan, verschijnt in beeld de aftiteling van weer een oneindig lijkende dag.… Music composed by Snorri Hallgrímsson…