Vrijdag 12 juni kwam het langverwachte nieuwe album van Thomas Azier uit, onder de titel ‘Love, Disorderly’. Op dit moment werkt de kosmopolitische muzikant in Eindhoven aan de voorbereidingen voor een komende tournee. Het was dan ook in Eindhoven dat ik voor Maxazine, in een waterig zonnetje, een mooi gesprek voerde met Thomas die pas kortgeleden volledig hersteld bleek te zijn van een infectie door het coronavirus.
Thomas serveert een kop bijna zelfgemaakte koffie voor ons beiden en zet zijn zonnebril op aan het begin van het gesprek. Uiteraard is dan de enige vraag om mee te beginnen, die hoe het met hem gaat. “Ik voel me optimistisch”, zegt Thomas, “Zelfs nu ik pas hersteld ben van een behoorlijke periode dat ik het coronavirus had. Ik raakte al geïnfecteerd in maart, maar zelfs nog twee weken geleden zat ik hier met iemand te praten en toen had ik nog moeite met ademhalen. Nu heb ik dat ook nog wel, maar het gaat beter. Ik merk dat het herstel een lange periode duurt. Voor mij was het heel erg schrikken. Het was voor de eerste keer dat ik tegen de limiet van mijn lichaam aanliep dat ik merkte dat ik nog maar slecht kon ademen. Ik heb af en toe ook wel gedacht dat ik naar het ziekenhuis moest gaan.”
Heftig album
‘Love, Disorderly’ is een heel intens en misschien wel ‘heftig’ album geworden. Misschien wel een stijlbreuk vergeleken met zijn werk tot nu toe. “Al met al ben ik optimistisch en als ik naar dit album luister dan is het helemaal niet zo depressief, maar ik snap dat mensen die associatie maken. Het album is heftig, maar dat is precies zoals ik de wereld nu ervaar, zelfs nog in het pre-coronatijdperk, toen het album werd opgenomen begin 2020. Lotje IJzermans (presentatrice en journaliste, red.) vond het album ook al deprimerend, maar toch ervaar ik dat niet zo. Ik observeer de wereld om me heen zonder er een oordeel over te geven of iets slecht of goed is. Ik geef geen moraal kompas, wil niet belerend zijn. Ik zeg alleen maar hoe het eruit ziet, en ‘Love, Disorderly’, het eerste nummer op het album, geeft precies de agressie die ik voel in de wereld weer. Niet per se de agressie van mensen. Ik zie de wereld op dit moment als een collage die vrij intens is. Die intensiteit probeer ik in mijn muziek te vatten. Dat dit op dit album zo goed lukt, is vooral het credit van Obi Blanche.” Obi Blanche is een Finse muzikant, fotograaf en artiest die hij zo’n tien jaar geleden heeft leren kennen via Craigslist. “Ik was op zoek naar samenwerking en we werden vrienden. Het heeft wel lang geduurd voordat we konden samenwerken want Obi komt echt uit het experimentele spectrum en ik kom uit de pop-hoek. Het duurde een tijdje voordat ik volwassen genoeg was om te begrijpen wat hij aan het doen was. Zo is ‘Love, Disorderly‘ ontstaan uit een aantal experimenten waarmee ik de wereld wil bevragen en observeren.”
Wellicht dat je dan kunt stellen dat hij met zijn nieuwe album aan het einde van een zoektocht is gekomen die hij begonnen met ‘Hylas’. “Dat klopt wel in die zin dat ik met dit nieuwe album zeker genoeg ben van mezelf om het aan te durven dichter bij mezelf te blijven”, geeft hij aan, “Omdat ik nu steeds dichter bij mezelf kan komen, lukt het steeds beter om muziek te maken die kritisch is, en zelfs muziek die ik zelf misschien niet helemaal begrijp, muziek die soms best wel lelijk is. De angst neemt af, ik hoef niet alles te begrijpen. Het is mens eigen dat je alles wat je om je heen ziet, wilt ordenen, op een rijtje zetten, maar soms waren er observaties, zoals bij ‘Love, Disorderly’, die ik gewoon niet begreep.” Daarvoor zijn de credits ook voor een belangrijk deel voor Ellen Treasure, met wie hij al samenwerkt sinds ‘Rouge’ en die voor een belangrijk deel de creatieve richting van zijn werk mede bepaalt. “Haar inzet is om mij zo dicht mogelijk bij mezelf te krijgen. We praten veel met elkaar, en zij laat mij veel ander werk zien vanuit fotografie en film bijvoorbeeld. In die kunsthoek zie je veel dappere mensen die zichzelf en de wereld om hun heen bevragen zonder per se belerend te zijn, en die inspiratie heeft voor mij de blauwdrukken geleverd waarmee we dit album konden maken.”
Observaties en improvisaties
Het is inderdaad goed te horen dat de acht tracks op het album niet als een singer-songwriter tot stand zijn gekomen. Zijn nieuwe album is tot stand is gekomen via een andere weg. “Inderdaad, het zijn, zoals gezegd observaties, improvisaties ook wel”, beaamt Azier, “Dit album is er één waarbij ik steeds minder ben gaan werken vanachter mijn laptop. Zo’n conversatie met een laptop is toch wel eenzijdig. Ik stopte er wat in en ja, ik kreeg er altijd wel wat uit. Maar dat was toch altijd weer erg binair en symmetrisch. De regeltjes zijn altijd hetzelfde, altijd weer dezelfde gekleurde blokjes op hetzelfde speelveld. Ik wilde daar vanaf, ik wilde mezelf weer meer verrassen en dat lukt toch alleen maar als je met mensen speelt. Samenwerkingen zijn voor mij nog nooit zo belangrijk geweest als nu. Nu ik steeds dichter bij mezelf kom, merk ik grappig genoeg dat samenwerken steeds belangrijker wordt.”Thomas heeft leren accepteren dat hij niet overal even goed in is en heeft leren zien waar andere mensen heel goed in zijn. “Als je dan die mensen ook de ruimte geeft, dan wordt 1 +1= 5; synergie.”
De recensies van het nieuwe album zijn overwegend erg positief. Gemene deler is ook dat iedereen het allemaal in een hoekje probeert te plaatsen, maar dat lukt dus helemaal niet. “Ik ga publiek kwijtraken, maar ik hoop er ook nieuw publiek mee te bereiken”, aldus Thomas. “Het is voor mij een essentiële opoffering om door te kunnen gaan. Ik zal mensen verliezen, maar er komen ook weer anderen bij. Het leven is een spel, waarbij je constant verandering ziet. Die verandering die moet je accepteren. Dat is oké.” Azier is er blijkbaar vrij nuchter onder gebleven. “Het is een ontwikkeling de ik doormaak, waar ik steeds preciezer weet wat ik wil, en het is dan ook logisch dat niet iedereen dat even leuk vindt, en gelukkig ook maar. ”
Thomas vertelt dat hij de wereld observeert, en door die observaties zelf ook verandert, zijn muziek verandert, zijn creatief proces verandert… Is er dan, naast de observatie, niet ook een stuk verwerking? “Het is het een plek geven wat je over jezelf leert. Iedereen heeft al heel gauw een oordeel klaar over iemand, hoe iemand eruit ziet bijvoorbeeld. In de kunst ligt de kracht juist in de observatie en niet in het oordeel. Het oordeel verdwijnt naar de achtergrond. Op die manier krijg je veel meer ruimte voor je eigen interpretatie, je kunt mij niet vertellen wat ik moet gaan voelen als ik iets zie of hoor. Dat vind ik heel fijn. Dat is ook wat ik jammer vind aan de wereld van nu. Alles polariseert naar een lelijk zwart-wit en we zien dat mooie kleurenpalet in het midden helemaal niet meer, waar ook meerdere waarheden mogen bestaan. Ik vertrouw mensen per definitie niet die zeggen of menen dat ze de waarheid in pacht hebben. Iedereen kan zijn eigen waarheid hebben en dat kan een manier zijn om grip te krijgen op je leven.”
Schoonheid
De Amerikaanse dichter Frank O’Hara, belangrijk in de ‘New York School’ begin jaren 60, zei ooit ook dat precies observeren ertoe leidt dat we overal de schoonheid van kunnen zien. Alles zou dan kunst kunnen zijn. “Het is uiteindelijk wel de bedoeling om de schoonheid te vinden in mijn observaties. Het concept van schoonheid is ook iets wat continu verandert. Iets wat we 10 jaar geleden mooi vonden, vinden we nu misschien niet meer mooi. Ik merk wel dat de afwezigheid van een mening mensen kan helpen een connectie te maken met kunst, of dat nu muziek is of een gedicht of wat dan ook. Juist het ontbreken van een opinie helpt dan de schoonheid te vinden.”
Het lijkt enorm moeilijk om zo waardevrij te observeren, het kan toch bijna niet anders dan dat Thomas zelf ook een mening heeft, een opinie over de wereld die hij aanschouwt en die hem inspireert om zijn muziek te maken. Observeren en beschrijven zonder een mening te hebben. “Ik probeer te beschrijven wat ik zie”, zegt Azier. “Ik word onrustig van de collage om me heen, al die prikkels van social media, het nieuws, de pornografie die je overal om je heen ziet. Dat zijn bijvoorbeeld al zaken die mij het uur voorafgaand aan ons gesprek hebben getriggerd. Alleen maar van even op Instagram kijken. Meisjes die hun borsten laten zien, die aan het dansen zijn, dat geeft een trigger, die advertenties die er tussendoor komen, het nieuws, opnieuw een trigger, constant meningen van mensen, dat is een tornado van beelden. En dat zorgt ervoor dat ik erg onrustig ben. Dat heb ik geprobeerd te vangen in het nummer ‘Entertainment’. De wereld is dus complex en dat is niet terug te dringen naar zwart of wit, lief of boos of wat dan ook. De wereld is complex, ik laat hem dan ook maar zo zien”, vertaalt Thomas zijn visie op de uitlaatklep van de massa. “Ik heb gelukkig mijn muziek als uitlaatklep, maar ik vraag me wel eens af hoe mensen die dat niet hebben met zo’n complexiteit kunnen dealen. We kunnen popmuziek best een plek maken waar we dat soort dingen mogen bespreken, waarom zou dat niet mogen? Waarom zou ik muzikaal vast moeten zitten aan een bepaalde stijl, waarom zou ik op een zeepkist moeten gaan staan met een gitaar om liedjes te zingen? Ik ben geen Bob Dylan.”
‘The times are a changing’
Love, Disorderly
We leven niet meer in een tijd waarin de Vietnam-oorlog het belangrijkste beeld was dat ons leven bepaalde. Het is nu zoveel meer complexer geworden dan toen. “Zeker, ik ben maatschappelijk betrokken, maar anno 2020 hoeft die betrokkenheid zich niet per se lyrisch te vertolken, er is veel meer dan alleen maar tekst. In ‘Love, Disorderly’ laat ik horen hoe ik de wereld zie, zelfs zonder tekst, alleen maar met geluid.” Thomas heeft naast de muziek in de afgelopen tijd ook een paar erg bijzondere korte films gedeeld met zijn publiek. De video’s voor respectievelijk ‘Love, Disorderly’, ‘Entertainment’ en ‘Hold on tight’ laten het idioom van de videoclip zoals we die ook van hem kennen, ver achter zich. “Dat klopt, het is belangrijk geweest om het gesprek aan te gaan met de filmmakers. Zij werken volledig onafhankelijk, zonder dat ze commerciële codes gebruiken. De meeste video’s worden toch gemaakt om reclame te maken voor de muziek. Alles is tegenwoordig reclame. Ik heb de makers juist uitgedaagd om werk te maken dat daar los van staat.”
Laurent Chanez, een van oorsprong Franse regisseur maakte de video voor ‘Love, Disorderly’ met allemaal rushes die hij zelf heeft gemaakt in 2019. In de video zien we hoe hij de wereld om zich heen observeert. “Volgens mij heeft hij de ziel weten te vangen van de wereld pre-corona, nog voordat we wisten dat dit ging gebeuren. De track en de video kwamen tegelijk uit met de uitbraak in Europa van Corona. Het leek zelfs of het erom gedaan was, maar dat is dus niet zo. Je ziet de gekte van het reizen, de gekte van mensen dicht bij elkaar. Er zit een shot in van een groep chinezen die in het Louvre aan het ruziën zijn bij de Mona Lisa. Dat is allemaal pre-corona. Ik heb de filmmakers niet verteld wat ze moesten maken. De gesprekken die ik samen met Ellen met de regisseurs had waren meer gebaseerd op een gezamenlijk aanpak, op het proces, dan dat we ze vertelden wat ze moesten maken.”
Popmuziek
Het lijkt alsof Thomas Azier bij het maken van dit album veel meer van het creatieve proces is gaan genieten en leren. Lao Tze, de Chinese filosoof, zei al 8000 jaar geleden: “Een goede reiziger heeft geen vastomlijnde plannen en de aankomst is niet zijn doel.” Thomas knikt. “In die zin dat in dit album het proces weerspiegeld moest worden dat was het uitgangspunt en niet het eindresultaat. Normaal als je een samenwerking aangaat wil je het eerst eens worden over het te behalen eindresultaat, dit keer echter werden we het eens over het proces, niet over het resultaat. We willen independent werken, we willen vragen stellen, en het eindresultaat dat zien we dan wel. Dat was compleet nieuw voor mij. Ik werkte tot nu toe in een wereld die gericht was op resultaat. Ik merk dat er bij mij veel interesse zit om daarin nog te groeien en verder in te gaan. In de ruimte die je daar voor jezelf kan pakken, daar zit de vernieuwing, de innovatie. Ik ben echter zeker niet de eerste of de enige die innovatie zoekt. Een Brian Eno of Nick Cave, dat zijn ook popartiesten die daarmee bezig zijn. Ik blijf dus wel het gesprek aangaan met de zogenaamde ‘mainstream’ media. Ik wil dat mijn werk gehoord wordt.”
Popmuziek is ook kunst, net zo goed als mode kunst is. Als een vrouw ‘s morgens opstaat en na gaat denken over welke kleren ze gaat aantrekken om naar haar werk te gaan, kan dat kunst zijn. Klassieke muziek, of de kunst met een hoofdletter ‘K’ is niet meer waard dan popmuziek of een kind dat met kleurpotlood een tekening maakt. Commerciële popmuziek die puur gemaakt wordt om geld mee te verdienen wordt echter niet door iedereen als kunst gezien. “Ik weet niet of dat aan mij is om te beoordelen, maar ik denk dat ook dat kunst is”, vindt Thomas. “Er zijn genoeg voorbeelden van muziek die binnen dat commerciële systeem is gemaakt maar toch ook als baanbrekend wordt gezien en die relevant is. Het is dus niet zo dat je per se buiten het commerciële systeem moet zitten om relevante of goede muziek te maken, dat is precies mijn punt. Ik wil niet in mijn eentje op een zolderkamer zitten en vijf vinyl printen en daar dan blij mee zijn. Ik wil nog steeds graag meedoen. Maar moet ik dan stoppen met vragen stellen? Waarom zou dat niet samen kunnen gaan?” Om dingen te veranderen moet je wel mee blijven doen. “Ook in de kunst polariseren de ideeën. Er zijn genoeg mensen met paardenstaarten die drie uur lang op een cimbaal slaan en dat uitbrengen als kunst. Dat kan ook zijn waarde hebben, maar je doet dan wel niet meer mee. Wat dus juist essentieel is om het gesprek aan te blijven gaan, is het balanceren op dat koord.”
Die open instelling en het je kwetsbaar opstellen levert een heel interessant en spannend album op, maar toch loopt hij natuurlijk het risico dat er straks maar vijf verkocht gaan worden, aan mannen met een paardenstaart. Na even te hebben nagedacht reageert Thomas. “Ik weet niet in welke wereld het er toe doet hoeveel albums je verkoopt.” Wellicht dat het zo is in de wereld die hij net zelf beschreef; de wereld die hij observeert en waar hij een collage van maakt. Een glimlach speelt om zijn lippen als hij nog een slok koffie neemt. “Als je kijkt naar het verleden kun je dat argument makkelijk weerleggen. Kijk naar het werk van Rainer Werner Fassbinder, een van de belangrijkste westerse filmmakers uit de geschiedenis. Zijn meeste werk werd zwaar gesubsidieerd, omdat hij het geld niet had of ervoor kon vinden om zo’n film te maken. Nu is zijn werk algemeen erkend als het beste dat de cinematografie te bieden heeft. Je kunt dus niet zeggen dat relevantie van werk te maken heeft met hoe vaak iets bekeken, beluisterd, gekocht of gestreamd wordt. Ik volg mijn intuïtie, dus het maakt dan niet zo veel uit of er vijf albums worden verkocht of vijf miljoen. Het zou heel goed kunnen dat dat op een bepaald moment gaat omdraaien, zoals ook bij Fassbinder.”
Kunstsubsidies
Thomas heeft altijd in het buitenland gewoond en woont pas sinds twee jaar weer in Nederland. Dat heeft ervoor gezorgd dat Azier nooit gebruik heeft kunnen maken van de talloze subsidies in Nederland. “Ik begin nu pas door te krijgen wat voor mogelijkheden er allemaal zijn. Ik sta er voor open om daar gebruik van te maken, omdat het inderdaad heel lastig is om én heel kritisch te zijn én het ook nog financieel rond te kunnen breien. Dat is al een sport ‘an sich’. Ik denk ook dat het essentieel is dat de overheid geld ter beschikking stelt voor cultuur. Dat heeft altijd gezorgd voor meer relevant werk. Dus ja, kunstsubsidies zijn erg belangrijk, maar ik kwam er nooit voor in aanmerking, omdat ik in het buitenland woonde. Ik denk dat we in Nederland een fantastisch cultuurlandschap hebben waarin die dingen mogelijk zijn. Ik vergelijk dat met de regelingen die Frankrijk heeft voor cinema. Jonge filmmakers in Frankrijk kunnen niet anders dan die weg bewandelen, je begint met een subsidieaanvraag, anders kun je je film niet maken.”
Thomas’ gitarist Obi liet hem ooit de website zien van de Finse Buma/Stemra. “Die hebben een bibliotheek van zeldzame instrumenten, bijvoorbeeld een Jupiter 8, een oude Gibson, instrumenten die moeilijk te verkrijgen zijn en vaak worden opgekocht door verzamelaars. Als je ingeschreven bent bij de Finse Buma/Stemra dan mag je die instrumenten dus lenen voor je productie. Dat is het idee wat ik graag zou zien; dat iedere muzikant de gelegenheid heeft om op die manier muziek te maken. Dat je dezelfde mogelijkheden krijgt. Dat dit soort zaken beschikbaar komen voor beginnende muzikanten, maar ook voor meer gevestigde muzikanten. Dat vind ik een mooi initiatief, misschien kunnen we dat ook in Nederland doen…”
Concertfoto’s (c): Irene Witpaard