‘De merel is een zanger die zich niet dwingen laat’ (van wereldburger Meneer Michiels) ….
Meneer wie? Kristof Michiels, bedoel je? Die van ‘t Hof van Commerce? Nee?! Dat was toch West-Vlaamse rap? En waarom zingt Boudewijn de Groot over ene Merel in een nummer van die Michiels? En hoezo is die Michiels opeens een wereldburger? Tis toch gewone ‘ne simpele Limburger die naar Gent is verhuisd? Amai, complete chaos, nu al.
‘Gezond voedsel voor de ziel, gene hete lucht om te verdampen
Niet beperkt door vrees om tegen schenen te stampen
Oprecht en ongedwongen, van corruptie bewaard
Ik ben bij deze officieel onafhankelijk verklaard’
Zo eindigt ‘De Merel’ van Meneer Michiels, de eerste single van zijn nieuwe album ‘Wereldburger’. En tijdens het beluisteren valt mijn hele gesprek met Meneer Michiels, juist ja, Kristof Michiels, op zijn plaats. Ik heb het hem niet gevraagd, maar ik denk nu dat hij zelf die merel is, of alles waar die vogel voor staat. ‘De merel’ heeft humor, is prikkelend, uitdagend, oprecht, onafhankelijk, wars van opgelegde regels en commercie. En wordt gezongen/gerapt door Michiels, samen met één of meerdere gastmuzikanten; een knappe collage van emoties, indrukken en stijlen.
Zijn ervaring deed de Limburgse Kristof Michiels op als DJ4T4 in de West-Vlaamse rap van ’t Hof van Commerce. Zijn soulmates Serge Buyse en Flip Kowlier doen ook lekker mee op zijn nieuwe album. En nog 20 andere Vlaamse muzikanten, en één Nederlandse. Die Boudewijn de Groot dus. Maar het ging Kristof niet om de naam “maar om wat hij muzikaal heeft gedaan, en nog doet.” Geen valse pretenties. “Ik wil gewoon vooruitgaan en mezelf blijven ontwikkelen”. In muziek die “nog veel belangrijker kan zijn voor de mensen dan het nu is, op psychologisch en filosofisch vlak. Muziek is voeding voor de ziel.” Dat klinkt heel positief, maar “door de commercie wordt die voedingswaarde omlaag gehaald. Vanuit maatschappelijk oogpunt is dat heel erg jammer. Vroeger ook voor mezelf, maar ik heb er ondertussen mijn plekje in gevonden.”
Kristof is verschrikkelijk trots op zijn muziek, die hij, als het toch zou moeten, het liefst benoemt als ‘pop in de breedste zin van het woord’ of rap, hiphop. Daarnaast kan hij ook anderszins zijn creatieve ei kwijt, zoals in zijn eigen driedelige documentaire over Belgische Dj’s voor Canvas. “Ik wil constant bijleren: ik monteer en mix zelf.” Dat geldt ook voor zijn muziek: “Ik kan ook niet in genres denken. Ik luister alles. En mijn instrument is mijn computer.” Hij raakt nog meer gedreven als we dieper in de hiphop duiken: “Hiphop is heel ego-gedreven. En dan is eigenheid gewoon een must. Je moet in hiphop dan ook niet de Amerikaan gaan spelen. Ik wil hiphop maken die Vlaams is. Ik ben ’n Vlaming!”
Kristof bruist van de ideeën en weet daar prachtig over te vertellen. “Muziek maken is wat hier voor orde zorgt”, wijzend naar zijn hoofd. “En de inspiratie komt vanzelf.” In de geboorte van weer een nieuwe song komt bijna altijd eerst de muziek en dan pas de tekst. “Luisterend naar die muziek komt er dan gewoon een eerste zin. En als die tof is dan is er rest er ook direct.” Hij schrijft volledig vanuit het onderbewuste en “pas achteraf merk ik heel bewust dat het heel fel over iets gaat. Ik probeer de mensen ook wel iets mee te geven, maar dat is niet het grote doel. En zeker geen politieke boodschap…”
Het gesprek is oprecht, doordrenkt van speelse humor en kwinkslagen. “Mijn religie bestaat uit humor en eerlijkheid.” Bij het woord humor schakelt hij nog een tandje bij: “Humor is alles! Humor is geluk, plezier. Het hoogste teken van intelligentie. Het is natuurlijk en zijn kracht wordt onderschat. Als ik morgen de diagnose van kanker krijg, en ik kan er mee lachen, dan ben ik al half genezen! Voorbeelden, vraag je? Het hoeven geen komieken te zijn. Stijn van de Voorde vind ik steengoed, en ook Jan Jaap van der Wal, de Schot Kevin Bridges, maar ook Fons Jansen of iemand als Frank Zappa.” Droog en onderkoeld, dus.
Natuurlijk zit deze humor ook in de nummers van Meneer Michiels. “Ik ben bijvoorbeeld heel blij met de humor in het nummer ‘Gezeik’, heerlijk.” Nummers die maar bleven komen: 33 in pakweg één jaar. “Haha, maar dat is niet abnormaal bij mij. Maar het waren eigenlijk te veel nummers. En dan moet ik kiezen, en elke dag maak ik andere keuzes.” Hij vond de oplossing van Die Antwoord “wel tof. Die zetten 17 mistery tracks achter hun album. Toen dacht ik: ‘ik ga een stapje verder. Ik ga er een mystery CD bijsteken.’” Dat werd ‘Puur Poeier’. De schifting tussen beide schijfjes zat meer in de uitwerking van de nummers. “’Wereldburger’ is misschien wat poppier dan ‘Puur Poeier’. “En”, vult hij strijdbaar aan, “Ik sta er ook op dat de plaat wordt verkocht aan een enkele CD.” De onafhankelijke positie van Meneer Michiels …
Dus heb je voor de prijs van één CD liefst 33 nummers met 23 gastmuzikanten. Waarom al die gasten? “Soms heb ik zelf geen inspiratie voor bijvoorbeeld een refrein. Dan heb ik behoefte aan een frisse visie.” Maar meestal is het vanwege de inkleuring van de songs: “Ik voel altijd een sfeer bij een nummer. En of ik die zelf kan inkleuren of dat iemand anders dat beter kan.” De meeste gasten waren bekenden voor hem. “Ik heb altijd gezocht naar mensen die op dezelfde manier met muziek bezig zijn als ik.” Maar op welk nummer is hij dan extra trots? Hij begint met opsommen… en blijft opsommen, en opsommen… “Ik ben gewoon trots op het schrijven van de songs. Mensen verwachten dat niet, van een DJ. Ik blijf trouw aan het ritmische, maar schrijf songs met een verandering, een verrassing erin.” Hij heeft dat wel moeten leren. “Eigenlijk is alles wat ik doe collages maken. Vooral iets coherents maken van dingen die niet bij elkaar lijken te horen.” Zo is het nummer ‘Als moeder zingt’ een prachtige collage van maar liefst 119 songtitels uit de Nederlandse en Vlaamse muziekhistorie. “Ja, het was een uitdaging, en het is gelukt.” Ongevraagd betrekt hij de Nederlandse hiphop scene bij het gesprek: “Ik voel sterke verwantschap met iemand als Extince en ook Kraantje Pappie: “Die eerste plaat, wauw! De energie, de teksten… en met humor, hé!”.
Kristof bruist, Kristof loopt over. Continu werkt zijn creatieve brein. Zo ook bij de slotvraag. “”Hoe ik mijn leven en werk gepresenteerd zou willen hebben?” Daar hoeft hij niet lang over te denken: “Als een collage, natuurlijk. Dat is wat ik altijd heb gedaan.” Hij draaft verder: “Maar wel één waaraan je ook een eigen interpretatie kunt geven. Geluid, beeld, alle zintuiglijke indrukken. En nee, niet op een laptop. Terplekke ergens, multidimensionaal, de interactie. Hoe meer verschillende dingen door elkaar, hoe liever.”
Heb ik hem soms op een idee gebracht? Nee, natuurlijk niet, dit bestond al bijna: “Als ik miljonair was, zou ‘Wereldburger’ ook uitgebracht zijn op DVD en film. Voor een nog intensere ervaring, met nog meer invalshoeken. Maar eigenlijk, heel eerlijk gezegd, om nog meer inspiratie kwijt te kunnen. Die uw levenssappen laten vloeien en waarvan ge achteraf zegt: “Wauw, dat was te gek. Daar draait het om.”
Meneer Michiels is bij deze officieel onafhankelijk verklaard…
Foto’s (c) Karel Duerinckx