Ultraísta… Misschien gaat niet meteen een belletje rinkelen. Maar het zijn zeker niet de minsten die onder deze projectnaam hun tweede album ‘Sister’ hebben uitgebracht, acht jaar na het titelloze debuut.
Het ingetogen, maar soulvolle stemgeluid van Laura Bettinson vormt de levenslijn van Ultraísta. De zangeres, DJ en producer en brengt ook onder de naam FEMME albums uit. Zij klinkt op ‘Sister’ soms helder, soms galmend en lijkt soms verstopt achter een waas van mysterie. En ze leidt ons met haar stem door een labyrint van elektronische ritmes en synths, laag voor laag opgebouwd door geluidskunstenaar Nigel Godrich, meer bekend van zijn werk als producer van Radiohead. Joey Waronker (onder andere Beck en R.E.M.) biedt veelal de basislaag voor de songs met solide, smaakvol en soms verrassend drumwerk, soms wat jazzy, soms met een vleugje afrobeat.
Het getalenteerde en ervaren drietal levert met ‘Sister’ een album op waarbij je heerlijk kunt wegdromen. Maar toch bekruipt me bij de eerste luisterbeurt het gevoel dat er meer had ingezeten. Maar is dat gevoel ook terecht: de vraag naar wat meer spanning, afwisseling, diepgang en venijn?
Die aspecten zijn immers al in overdosis te vinden op de opener ‘Tin King’. Het nummer leidt je als een stroboscoop door het leven: fragmentarisch, verward en opzwepend tegelijk. Zoekend naar een houvast die je niet vindt, maar aan het einde van het nummer eigenlijk ook niet hebt gemist.
Als je nu een album verwacht dat in dit (up)tempo voortraast, dan heb je het mis. Is dit jammer? Dat is de vraag. De rest van de songs zijn veel bedaagder en lijken pas tot volle bloei te komen als je hen meerdere luisterbeurten gunt. Dan ontluikt de echte schoonheid in knap gecreëerde structuren, zonder opsmuk of overvloed, maar met zoveel smaak voor gevoel en balans, dan je elke keer weer iets nieuws proeft.
Zo ontdek je op ‘Anybody’ het repeterende geluid van strijkers, een ondergrond voor de prettige vertellijn van Laura. “If you wanne go, please don’t stay”, zingt ze. Geen geruzie of geschreeuw, maar droog, ingetogen, bijna lief. Zo kun je ook uit elkaar gaan… Terwijl ze op het volgende ‘save it ‘till later’ juist heel melancholiek klinkt in een warme galm van precies genoeg synths.
Niet te veel en niet te weinig. Alles lijkt precies goed gedoseerd op ‘Sister’: ook de veelvuldige overdubs en loops duren net lang genoeg en hebben net genoeg diepgang. De toegevoegde baspartijen zijn subtiel, net als de percussie van Joey. Deze is enerzijds heel aanwezig en vormt als het ware de basislaag, maar stijgt vervolgens ietwat op zodat ze in juiste proportie staat met zowel Laura’s stem als met de overige sounds. Zoals in ‘Ordinary Boy’, waarin de stem knap wordt gedubd en gelaagd en de drum precies voldoende basis én uitdaging biedt. Op ‘Mariella’ gebeurt dit iets subtieler, meer ingetogen, terwijl ‘Water in my Veins’ het juist moet hebben van een meer uptempo percussie.
Overal is er voldoende spanning om de aandacht van je te vragen, nee te eisen, en om deze minstens vijf minuten vast te houden, de rondetijd die de meeste nummers klokken. Ook aan het einde van ‘Sisters’ waar ‘Bubblebees’ drijft op een repeterende drum en op rustige piano-akkoorden en zo de ruimte biedt aan mooie strijkarrangementen en prachtige zanglijnen. En waar het vrij donkere ‘The Moon and Mercury’ het album afsluit als een mooie, verstillende zonsondergang, met de maan al lichtjes in een warme gloed.
Nee, na nóg een luisterbeurt weet ik het heel zeker: mijn eerste gevoel klopte niet. Ik moet niet méér spanning, afwisseling, diepgang en venijn verwachten. Die is er, in overvloed zelfs. Ik moet echter niet afwachten tot de golf eens zo hoog is dat hij over mij heen komt en mij, slechts oppervlakkig, onderdompelt in de wereld van Ultraísta. Nee, ik moet zelf de zee inlopen, bij de volgende golf een stoere duik nemen en naar de diepte van deze prachtige formatie zwemmen om alle glinsterende pareltjes op ‘Sister’ zelf te ontdekken…
Overigens, de naam ‘Ultraísta’ verwijst naar de Spaanse literaire stroming met veelvuldig gebruik van beeldspraak… (8/10) (Partisan Records)