Onheilspellende trom, trage cello en violen, alle in de lagere toon regionen. En dan het ogenschijnlijk lieflijke stemgeluid van Hilary Woods. Je voelt de donkere wolken zich samenpakken boven een kale vlakte van het oneindige niets. Zie hier de eerste minuut van ‘Tongues of Wild Boar’, de opener van Hilary’s nieuwste album ‘Birthmarks’.
Menig luisteraar zal op dit punt gaan twijfelen: ga ik verder of neem ik hier de afslag naar een meer veilige, vrolijke en herkenbare plek? Dat laatste kan ik me goed voorstellen. Het album klinkt meteen zwaar, vervreemdend en een tikje beangstigend. Maar toch, door die afslag te nemen ga je een ervaring missen. Een ervaring die niet het predicaat ‘indrukwekkend’ krijgt, maar op een bepaalde manier wel indruk maakt. Maar ook een ervaring die verwarring schept. Zoals bij een boek dat je zuchtend voor de laatste keer dichtklapt, maar waarbij je nog dagen twijfelt of je het verhaal wel echt hebt begrepen. En of je het boek wel echt de moeite waard vond…
‘Birthmark’ is na ‘Colt’ uit 2018 het tweede album van de Ierse Hilary Woods, die met de Noorse producer Lasse Marhaug op ontdekkingsreis is gegaan om de grenzen tussen muzieknummers en soundscapes te verkennen. Het levert songs op die heel donker, traag en melancholiek zijn, vol van ingetogen en onderkoelde dramatiek; als het meest rauwe landschap van beider thuislanden, Ierland en Noorwegen. En waarin Hilary met een serene, haast hypnotiserende (engelen)zang haar gevoelens verwoordt; veelal rond haar zwangerschap en alles wat dat bij haar heeft losgemaakt: vreugde, verwarring, pijn en angst; De birthmarks, moedervlekken, die je hele leven aan je huid gekluisterd blijven.
Soms worden deze gevoelens verwoord op een vrij traditionele singer-songwriter wijze, zoals in ‘Orange Tree’. Slechts begeleid door zweverige gitaarakkoorden, lichte percussie en een zweem van violen verhaalt Hilary verbaasd over alles wat er in haar lichaam gebeurt. Om vervolgens bij de intro van ‘Through the Dark, Love’ meteen in een claustrofobische geluidscollage van zware cello’s, drones en andere onheilspellende klanken terecht te komen. Deze intro eindigt heel abrupt, waarna zich eenzelfde soort nummer ontspint als in ‘Orange Tree’; Misschien alleen met nog meer galm, misschien nog iets aangrijpender.
Het is deze spanning tussen zweverige, ingetogen folky songs en dreigende, onheilspellende en donkere soundscapes die dit album zo intrigerend maakt. Het levert gevoelens op die heel beeldend zijn: een innige strijd van een vrouw, vol verwachting en angst, van een landschap, rauw en verlaten, van een donkere film, onheilspellend en spannend. Dit is meteen de kracht én de zwakte van ‘Birthmarks’. Deze beelden, en daarmee ook de gevoelens, vormen soms één mooi geheel van in elkaar vervlochten werelden vol spannende lagen en wendingen. Maar soms raakt de balans geheel zoek en is het een botsing die onbehaaglijk aanvoelt. Een strijd die de luisteraar niet kan winnen en achterlaat met een verloren gevoel. Zo leveren het inventieve gebruik van saxofoon, bas en geluidsamples in ‘Mud and Stones’ nog een song op die net tegen het randje schurkt, maar gaan ‘The Mouth’ en ‘Cleansing Ritual’ volledige over die behaaglijke rand heen, waardoor de natuurlijke balans, die er in het eerste deel van het album nog was, volledig is verdwenen.
Die balans keert bij het slotnummer ‘Here is No Moon’ gelukkig weer enigszins terug, alsof ook op ‘Birthmark’, net als in het echte leven, alles cyclisch is. Fluisterend op eenvoudige, zware pianoklanken en repeterende percussie neemt Hilary Woods afscheid van een album dat sterk begon maar merendeels in disbalans eindigt. Als een hoopvolle bevalling, die uiteindelijk toch veel pijn en vertwijfeling oplevert. En je oprecht laat afvragen of de zwangerschap dat heeft gebracht waarop de moeder had gehoopt. (6/10) (Sacred Bones Records)