Achter de naam Blackbird gaat de uit het limburgse Kessel afkomstige zangeres Merel Koman schuil. Blackbird is al lang geen onbekende meer, want ze wordt met name op de radio flink gepushed. Ze had daar al voor het uitkomen van dit titelloze debuut al enkele hits op haar naam staan. Voorwaar, uitstekende marketing!
Nu is er dan het titelalbum. Daarop 13 prachtig gearrangeerde, vaak orkestraal naar filmmuziek neigende popliedjes. De stem van Merel doet continu denken aan andere zangeressen. Een veel gehoorde vergelijking is die met Nancy Sinatra, of mensen kiezen vanwege timbre en frasering voor Alanis Morissette. Beiden gaan op, dichter bij huis doet de stem mij ook vaak denken aan een gepolijste versie van Jacqueline Govaert, bekend van Krezip. Een echte radiostem dus, die heel goed past bij echte radioliedjes en die het vervolgens dan inderdaad heel goed doet op de radio.
Wat mist is een scherp of fladderig randje een teentje eigenwijsheid waardoor de soep toch wat heter opgediend kan worden. Het hele album is nergens spannend of het kraakt nergens. Blackbirds debuutalbum, daar is gewoon niks op aan te merken. Dat compliment moet gegeven worden, maar is tegelijkertijd ook het grootste punt van kritiek op dit werkstuk.
Opener ‘Eyes of a Lion’ zou een Krezip nummer kunnen zijn. Het tweede nummer de hit ‘Tell your Mama’ is een soort van Vaya Con Dios achtige pastiche. ‘Lost in the middle’ lijkt in alles op een Sheryl Crow nummer en zo kan je het hele album netjes categoriseren. Nergens doet het even ‘au’ of worden de wenkbrauwen gefronst. Op ‘Wooden Chairs’ wordt zelfs groots uitgepakt met het Metropole Orkest. Blackbird heeft vrienden die in haar geloven, zoveel is zeker. Prachtig gearrangeerd, subliem uitgevoerd maar bij mij gaat er geen enkel chakra ook maar een millimeter verder van open staan.
Het beste nummer op dit album is toch ‘Back’. Wederom schuilt er waarheid in het Duitse gezegde ‘In den beschränkung zeigt sich der meister’. Merel’s stem is soepel en dansend vormt zich de melodie die zich met een lekkere hook in het refrein zich in je hoofd nestelt. Toch dringt zich ook hier weer ontegenzeggelijk de vraag op hoe dit nummer zijn geweest als een Jaqueline Govaert het gezongen zou hebben. ‘Nog beter’ is dan waarschijnlijk de conclusie.
Blackbird is een uitstekende zangeres die een mooi en top geproduceerd debuutalbum afgeleverd heeft, waar je eigenlijk met de beste wil van de wereld niet echt iets negatiefs over kan zeggen. Je kan er echter ook niet echt iets in ontdekken waardoor het zich onderscheidt van de vele vergelijkingen die zich bij de luisteraar opdringen bij het beluisteren van het album. Blackbird loopt met open ogen echter in haar eigen valkuil. Als mensen hun eigen carrièreplanning maken, wordt er vaak gebruik gemaakt van de methodiek van de kernkwadranten. Daarin leer je dat een kwaliteit een valkuil kan worden als je erin doorschiet. Je kwaliteit wordt een zwakte. Ben je bijvoorbeeld erg besluitvaardig, dan kun je in de valkuil trappen drammerig te worden.
Voor Blackbird zou kunnen gelden dat als je heel erg goed kan klinken zoals de beste voorbeelden, dat je dan zelf onherkenbaar wordt. Dat Blackbird dan niet beklijft is het grootste risico met dit album. Als je naar de marketing van Merel kijkt en de manier waarop ze geplugd wordt op de radio, dan vallen de streams nog wat tegen. Het risico op een ‘one day fly’ lijkt levensgroot aanwezig. Ik gun Merel een album waarop ze zichzelf meer kan laten horen. (7/10) (BlackBird Music NL / [PIAS] )