Een mens leeft bij beelden. Beelden die hij zelf heeft gevormd. Vooroordelen. We denken alles al te weten en te begrijpen, zonder dat daar enige grond voor is. Daarbij worden we ook overspoeld met beelden op social media en internet, die alle om het hardst schreeuwen om toegelaten te worden in onze brij van hersenen om daar, tot in alle eeuwigheid, een vast verblijfplaatsje te veroveren. En dan…, dan wordt het heel moeilijk om die beelden weer los te weken, te deleten en te vervangen door beelden die meer recht doen aan de werkelijkheid.
Bij voorbaat excuses voor deze filosofische overpeinzingen, die je wellicht helemaal niet verwacht bij een interview met het Belgische SHHT. En die hiermee meteen óók bewijzen dat mijn redenatie geen vreemde is… Of kort gezegd: kijk verder dan je vooroordeel lang is. Of: Niets is wat het misschien lijkt…
Samen aan het diner in de Muziekgieterij, voorafgaand aan een uitstekend concert later die avond. “Goh, ze kunnen toch serieus zijn… Is dat SHHT?” Daar gaan mijn hersenen al meteen met me op de loop. Het gesprek dat volgt gaat verder dan het vooroordeel, dieper dan de oppervlakte. Een topgesprek dus, precies één jaar nadat de jongens van SHHT de Maastrichtse muziektempel voor de eerste keer op zijn kop zetten.
Terwijl Mathijs (Steels) druk kriebelt in een schriftje, gooi ik het meteen op de beeldvorming rond SHHT: de kledij (overalls), de foto’s (humoristisch uitdagend), de performance (een feest). Drummer Wouter (Van Asselbergh) verwoordt duidelijk dat “we gefascineerd zijn door beeldcultuur en ook een aandeel willen hebben in hoe een beeld rond de band wordt vormgegeven.” Is dat dan allemaal vooraf bedacht? “Het gebeurt heel spontaan. We maken beelden en het is voor ons snel duidelijk of die bij ons passen of niet.” Zoals de recente bodybuilding foto, vaak gebruikt in de pers. SHHT heeft nog steeds de vrije hand in die beeldvorming, en in hun muziek. Waar een succesvolle band steeds meer wordt beteugeld om aan de smaak van de grote massa te kunnen voldoen, “zijn wij daar juist heel goed mee weggekomen.” Daarmee doelt Wouter op de “vrij moeilijke tweede plaat, met een eerste nummer (‘Hello? Hello!’) dat tien minuten duurt… En we komen dan toch op de radio…” De dag tevoren waren ze zelfs live uitgenodigd bij Studio Brussel. “Maar we zijn zeker geen radio-band. We zijn groot geworden door onze live-reputatie.” SHHT heeft duidelijk geen toegevingen gedaan en wordt toch omarmd, enigszins tot eigen verrassing. “Dit hadden we echt niet kunnen voorspellen.”
Na het succes van de debuutplaat ‘Love, love, love’, moest de ‘moeilijke tweede’ er dus komen. En op vrijdag de dertiende (…) werd ‘Noneketanu’ geboren. Deze is op een heel andere manier verwekt dan zijn oudere broertje. “Bij de eerste plaat maakten we thuis demo’s, ieder afzonderlijk. Dan was ieder nummer al bijna af. Bij ‘Noneketanu’ zijn de nummers samen tot stand gekomen. En dat hoor je ook terug: er is meer eenheid in klank.” Maar de geboorte van ‘Noneketanu’ ging niet zonder de nodige persweeën. “De eerste opname voelde niet goed. We waren meer producers dan muzikanten, meer in de lijn van de eerste plaat. Toen hebben we alles helemaal opnieuw opgenomen, in één keer, samen. Heel verfrissend: samen spelen, uw tijd nemen, rust vinden.” Op deze tweede plaat is James (de Graef) ook meer dé songwriter geworden. Maar hoe belangrijk zijn teksten in nummers waar de muzikale genialiteit de boventoon voert, en waar door buitenstaanders vaak alleen de humor wordt gehoord? James gaat rechter zitten en is heel stellig: “Teksten zijn juist één van onze belangrijkste dingen. Daarom drukken we ze ook af op de plaat. Ze zeggen echt wat we willen zeggen, over wat we meemaken. En dat is niet alleen lol. We schrijven ook over moeilijke periodes.” Ook hier zit een diepere laag, en ook hier wordt die niet bewust gezocht, maar ontstaat deze, net als bij de beeldvorming, heel spontaan. “En daarbij blijft altijd ruimte voor interpretatie, zoals bij elke goede tekst.”
Nathan heeft zich tot nu toe met name vermaakt op zijn telefoon, maar mengt zich steeds meer in het gesprek: “Het is wel waar dat we spelen met muzikale clichés”, wat volgens James ”ook hoort bij een abstractere wereld, waarbij niet alles in woorden hoeft te worden ondergebracht. Het is ook een kwestie van voelen.” Een rake analyse, zoals zal blijken bij hun concert, later die avond, waarbij de band hoopt te bereiken “dat de energie goed is, dat er een dialoog is met het publiek. Dat er op dat moment een uniek ervaring is. Dat als je de volgende dag weer komt, de sfeer weer heel anders is en we ook anders gaan spelen.” SHHT wil duidelijk niet in herhaling vallen en zelf ook elke avond een unieke ervaring hebben. Dat is een heel grote kracht voor hen, nu en voor de ontwikkeling naar de toekomst. SHHT is, volgens SHHT, een echte band anno nu: “Een mengeling van klassieke pop, experimentele elektronica, metal, alles gewoon. En dat is typisch voor onze generatie. En misschien kiezen we meer resoluut dan anderen om dat uit te spelen, maar je bent geen rocker meer of een dance kid… Iedereen luistert naar alles. En als je dan ook nog allemaal samen de muziek schrijft, dan eindig je bij onze smeltkroes.” James durft zelfs te stellen dat sommige nummers op ‘Noneketanu’ echt “alleen van ons kunnen zijn”. En daar is hij, terecht, “Heel fier op”.
Het clichébeeld van lol trappende jongeren op een podium verlaat langzaam maar zeker mijn hersenbrij en maakt plaats voor beelden die werken voor henzelf, voor teksten met een knipoog, voor singles van tien minuten. Eens kijken of mijn hersenen dit allemaal kunnen verwerken…
PS. Alle droge en melige opmerkingen tijdens dit interview uit de mond van Mathijs, Koen, Wouter, James en Nathan (of een combinatie van twee of meer genoemde personen), zijn niet door onze censuur gekomen en zijn derhalve niet in dit verslag vermeld ?.
Foto (c) Anita Martin