De Effenaar in Eindhoven had gisteren de grote eer om de soul-sensatie van dit moment in hun uitverkochte zaal te mogen ontvangen. In januari van dit jaar heeft de band nog een Grammy mogen ontvangen voor beste nieuwkomers, dus degenen die een kaartje voor deze avond hadden weten te bemachtigen mochten van geluk spreken, want waarschijnlijk zal deze band veel groter worden dan dat hij nu al is en grotere zalen uit gaan verkopen. De spil van deze band bestaat uit ex-straatmuzikant Eric Burton en gitarist/producer Adrian Quesada. Op het podium zijn de Black Pumas met zijn zevenen.
Het voorprogramma werd verzorgd door de toetsenist van de band, Jaron Marshall. Gedurende zijn optreden stroomde het publiek langzaam binnen en klonk er nog volop geroezemoes in de zaal waardoor hij niet de erkenning kreeg die hij verdiende. Toen niet veel later de voltallige bezetting van de Black Pumas het podium betrad kwam het publiek weifelend naar voren. De diepe soul spatte al meteen van de stem van Burton af en de twee achtergrondzangeressen complimenteerden zijn stem op onnavolgbare wijze. Burton deed zijn uiterste best om het publiek bij de show te betrekken met zijn charismatische uitstraling en hoge energie, maar dit had niet het beoogde effect. Na een aantal nummers te hebben gespeeld maakte de leadzanger een grapje over het Nederlandse publiek dat zich zo correct gedroeg. Hij kreeg de indruk dat de aanwezigen naar een golfwedstrijd aan het kijken waren in plaats van naar wervelende show. Hij nodigde de bezoekers uit om losser te komen en bovenal zichzelf te zijn. Dit had nog niet meteen het beoogde effect, en je zag dat de bandleden elkaar wat lacherig aankeken toen ze na afloop van een nummer een afgemeten applaus kregen.
Ondanks dat de interactie met de bezoekers van Effenaar nog niet optimaal was raakte de band steeds verder op stoom. Soul was de rode draad van deze avond, maar er werden ook uitstapjes gemaakt naar andere muziekstromingen zoals Rock en Latin. Al deze genres werden moeiteloos geïntegreerd in het repertoire en werden omgevormd naar een eigentijds geluid met roots in het geluid van Motown en Stax. De psychedelische gitaarrits, de zeer aanstekelijke beats van de enthousiaste toetsenist onder begeleiding van de strakke drums en de ijzersterke stemmen van Burton en zijn achtergrondzangeressen zorgden ervoor dat het publiek langzaam maar zeker uit hun schulp kroop. Bij hun bekendste nummer ‘Colors’ kwamen de aanwezige bezoekers eindelijk los en werd er volop gedanst en meegezongen. Dit nummer was tevens het laatste nummer van de setlist.
Het was nog maar zeer de vraag of de band terug zou komen voor een toegift nadat het publiek pas zo laat hun enthousiasme had laten blijken. De bezoekers bleven geruime tijd applaudisseren, waardoor de band uiteindelijk terug het podium op kwam om een aantal bandleden onder luid applaus nog even afzonderlijk in het zonnetje te zetten. Hiermee kreeg de band eindelijk toch het respect dat ze zonder enige twijfel verdienen. Dit respect vond zijn weerga in de rij bij de plaatverkoop na afloop van het concert, dus zo werd het toch nog eind goed al goed.
Foto’s (c) Perrin Oubrie