Stef Bos, de Nederlandse Vlaming die als zanger vooral bekendheid heeft gekregen met zijn uitvaarthit ‘Papa’ woont alweer jaren in het oer Vlaamse Wachtebeke, naast zijn huis in Kaapstad. Vandaaruit is zijn bekendheid in België inmiddels groter geworden dan die in Nederland. Na zijn album ‘Kern’ van alweer twee jaar geleden komt Bos nu met het nieuwe album: ‘Tijd om te gaan leven’.
Na het vorige jaar vooral solo gewerkt te hebben, is het nieuwe album weer een waarop Bos samenwerkt met een band. De nummers zijn in coöperatie met elkaar gemaakt en dan klinkt Bos toch echt anders dan als solo artiest. Je hoort dat de nummers op een andere manier doordacht zijn. Dit is niet het werk van een man alleen, geen onbarmhartige keuzes maar een muzikale equivalent van het poldermodel. Net als in de politiek wordt muziek niet perse mooier van polderen, maar wel beter verteerbaar voor een grotere groep mensen. Het is inderdaad ‘Tijd om te gaan leven’
Op het album 12 nummers die in productie en arrangement over het algemeen als ingetogen, introspectief en conservatief gekenschetst kunnen worden. In ‘Ons hoofd is ons huis’ doet Bos samen met rapper Diggy Dex een doorzichtige poging om naar de hand van de commerciële albumkoper of streamer te dingen. Misschien dat zijn deelname aan Ali B’s op volle toeren naar deze samenwerking heeft geleid, maar het is een saai repetitief liedje waarbij Bos op geen enkel moment zijn gekende hogere niveau mag halen.
‘De Klim’, waarschijnlijk het hoogtepunt van het album, laat dan weer wel de Stef Bos zien die we kennen. Gedragen zang, een mooi gearrangeerd stuk, met originele drumtrack waar we ook weer een zo gekende Bossiaanse poëtische koude grond tekst mogen horen. Bos maakt nu eenmaal graag teksten die qua onbegrijpelijkheid alleen maar voorbijgestreefd worden door die van Paskal Jakobsen. Ze slaan niet bij iedereen aan, maar Bos heeft inmiddels een aanhang die zijn teksten weet te waarderen, die zo groot is dat het hem verder waarschijnlijk worst zal wezen dat anderen er nerveus van worden.
Ook ‘Haal mijn Hoofd’ is van hetzelfde laken een pak. De tekst en muziek hadden net zo goed uit 1975 kunnen komen, enkel door de moderne productie staat hij in de 21ste eeuw. De band met accordeon en vooraan in de mix liggende piano geven Bos vleugels en als er dan halverwege een koortje bijkomt gaat het nummer open en wordt het zowaar een soort van mix tussen een chanson en een visserslied. Perfect om in het theater te brengen als laatste nummer. Zo zal het bedacht zijn. ‘Lorelei’, sober gearrangeerd en gezongen komt sympathiek binnen. Bos laat in ‘Lorelei’ horen dat hij de overdreven lage landen-poëzie in Jakobsen-stijl niet nodig heeft. Blijf dicht bij jezelf en zeg wat je te zeggen hebt. Prachtig.
Al met al is ‘Tijd om te gaan leven’ geen wereldschokkend album geworden, maar dat hoeft ook niet. De inmiddels oude, vertrouwde Stef Bos kwaliteit wordt ruimschoots behaald en de liefhebbers zullen zeker aan hun trekken komen. Gaat hij met Diggy Dex een hit scoren? Ik ben bang van niet, maar ook dat heeft Stef niet nodig, echt niet. (7/10) (Niemandsland)