Het Maastrichtse Transformer festival heeft een neusje voor de betere indie muziek. In de afgelopen vier edities stonden heel wat pareltjes op het podium van de Muziekgieterij. Pareltjes die daarna alleen maar meer zijn gaan schitteren aan de alternatieve horizon. Misschien is de naam van onze Antwerpse band daarom al goed gekozen: Newmoon.
Midnight Souls
Na hun optreden hadden Bert Cannaerts (gitarist, zanger) en Giel Torfs (gitarist) nog genoeg goesting om samen met ons te babbelen over hun eigen verrijzenis, het plafond in de Belgische muziek, de punk-attitude en… nog veel meer, eigenlijk. Bert op het punt van de bank, het spreekwoordelijke spreekgestoelte; Giel relaxed achteroverleunend. Twee ogenschijnlijke tegenpolen die verbonden worden door het gevoel en de emotie in hún muziek, in hún Newmoon. De band werd echter voorafgegaan door een andere passie, Midnight souls.
Na de ontbinding van de één volgde een natuurlijke geboorte van de ander. “We waren jeugdvrienden en speelden in Midnight Souls, maar in de tourbus merkten we dat we allemaal naar andere muziek luisterden dan we zelf maakten. We stopten met de band, maar we bleven gewoon spelen.” Bert vertelt heel uitvoerig en enthousiast. Zo ook over hoe iedereen elkaar toch vriendschappelijk en muzikaal bleef opzoeken. “Mensen denken vaak dat het was gepland, maar het gebeurde heel organisch.” Giel is duidelijk de beschouwende van de twee, zegt niet veel, lijkt veel na te denken en komt dan altijd met een sterke quote, toevoeging of uitleg: ´Soms gebeurt er iets, onverwachts, en dan is het er…”.
De afkomst uit de punk-scene blijkt heel belangrijk te zijn. “We maakten altijd muziek zoals we die zelf wilden maken. En daarbij namen we als band altijd hardere standpunten in.” Newmoon zal bepaalde dingen dan ook niet doen, “ dingen die te ver afstaan van wat we vinden dat een muzikant hoort te doen.” Bert hecht sterk aan hun authenticiteit en “achter u zelf en uw creativiteit kunnen staan.”
Geen competitie voor Newmoon
Bij de vraag hoe Newmoon zich hiermee verhoudt in de Belgische scene klinkt verzuchting. Giel durft zelfs te stellen dat er in België helemaal geen grote scene is. Bert vult naadloos aan: “Bands zijn ofwel groot ofwel klein. Bands daartussen hebben in België niet echt een plaats. Als indie band zit je snel aan een plafond. Om daar doorheen te breken heb je aandacht van de media nodig.” Zo halen we Whispering Sons erbij, een alternatieve band die, onder meer door alle aandacht op Studio Brussel en Maxazine, als een komeet omhoog is geschoten. “Daardoor is Whispering Sons geen Indiebandje meer, maar is meteen mainstream geworden.” Bert schetst hiermee ook het heden, en misschien ook wel de toekomst van zijn eigen Newmoon. “Wij nemen beslissingen op gevoel. En die zijn niet altijd persé goed voor de carrière van de band, maar wel waar wij 100% achter staan.”
Een mooi voorbeeld is hun weigering om deel te nemen aan wedstrijden. “Muzikale creativiteit is geen wedstrijd. Als mensen het mooi vinden dan luisteren ze vanzelf. Maar als je in België dat plafond wilt overstijgen, dan moet je dat soort wedstrijden winnen.” Daarin hebben ze zeker gelijk als je kijkt naar de recente winnaars en finalisten van De Nieuwe Lichting of de Rockrally, zoals Sons, Whispering Sons of Portland, “maar dat geldt zelfs voor de hele afgelopen 25 jaar.”
Newmoon wil dus duidelijk geen competitie. De ene muziek is immers niet te vergelijken met de andere, maar welke muziek maakt Newmoon, volgens Newmoon? Bert is duidelijk: “We zijn gewoon een alternatieve rockband”, maar wordt allengs filosofischer: “Ik vind het altijd cool als de luisteraar een connectie legt tussen onze muziek en een andere band met een bepaalde stijl die bij hem binnenkomt, of dat nu shoegaze, rock of metal is.” Giel vult aan: ”Als ik mensen op een bepaalde manier kan raken… door onze wall of sound effe weg zijn van alles wat er is.”
Het grootste compliment is wel dat “iemand na een concert zegt zich volledig verloren te hebben in onze muziek. Dat ze de dingen waar ze mee worstelen, de emoties die ze hebben, even opzij hebben gezet.” Giel trekt dat gevoel nog wat breder: “Je kunt dat in muziek hebben, maar ook in een film of een boek.” We zijn het er ook snel over eens dat het niet uitmaakt wát het is, maar dát het er is, die emotie. “Het kan in de melodie, in de noise, maar voor iedereen is dat anders.” En dat maakt muziek zo uniek.
Jaren ‘90 niche bands
Ook voor de bandleden is elk optreden weer een soort bevrijding in hun zelfgeschapen wereld. Natuurlijk hebben ze daarbij hun eigen invloeden, zoals Oasis (“De melodie en de attitude”), Slowdive (“Die heeft muzikaal veel impact”), Mogwai, Smashing Pumpkins en vele andere vormen van kunst (“films, boeken, schilderen, sferen om jezelf in te verliezen”). “Maar ook inspiratie hoe een andere band te werk gaat, hoe hun album is opgebouwd.” Opmerkelijk is de eigen verbazing dat Newmoon zo aanslaat. ”Ik had nooit verwacht dat er zo veel interesse zou zijn voor onze muziek, geïnspireerd op jaren ‘90 niche bands.”
Voor de toekomst wil Newmoon zijn eigen ding blijven doen, zowel in muziek, artwork als video’s. De aloude punk attitude: “Ik zeg niet dat onze visie altijd de beste visie is, maar het is wel ónze visie en dat proberen we door te drijven op alles wat Newmoon is”. Niet voor niets wordt er een quote van Joni Mitchell bij gehaald: “Als je niet verandert, gaan de critici kritiek geven dat je niet verandert en als je wel verandert, dan gaan de critici kritiek geven dat je wel verandert. Dus kun je eigenlijk altijd evolueren en veranderen, want het is toch nooit goed. Alles wat Newmoon doet en blijft doen, blijft Newmoon.” Bert is zichtbaar even uitgepraat en gaat nog één keer verzitten. Giel blijft relaxed achteroverleunen. En wij? Wij zagen dat het goed was…