De Canadese band Anvil is het schoolvoorbeeld van een band die de potentie had om zeer ‘groot’ te worden maar om diverse redenen nooit de grote doorbraak heeft kunnen realiseren. Anvil wordt opgericht in 1978 door jeugdvrienden Steve ‘Lips’ Kudlow en Robb Reiner. Later voegen bassist Ian Dickson en (slag)gitarist Dave Allison zich bij het tweetal. In deze bezetting nemen ze in 1980 (onder de bandnaam ‘Lips’) in eigen beheer hun debuutalbum ‘Hard ‘n’ Heavy’ op. Dit album wordt opgepikt door Attic Records die het album opnieuw uitbrengt in 1981. In dit jaar wordt ook besloten om verder te gaan onder de naam ‘Anvil’ in plaats van ‘Lips’.
De 2 navolgende albums ‘Metal On Metal’ (1982) en ‘Forged In Fire’ (1983) mogen beschouwd worden als klassiekers in het genre. Ondanks het respect van medemuzikanten (bands als Metallica en Anthrax noemen Anvil als 1 van hun voorbeelden) en fans brengt het Anvil niet de bekendheid en roem die ze verdienen. Geografische isolatie (Canada was in de jaren ’80 niet bepaald Metalland nummer één, label- en managementproblemen en veranderende muzikale trends (de opkomende populariteit van de 80’s Hair-Metal en daarna Grunge) zijn er mede oorzaak van dat de grote doorbraak niet tot stand komt. Anvil blijft echter toch met grote regelmaat albums uitbrengen en touren. Dit wordt uit eigen portemonnee gefinancierd, aangezien de belangstelling voor Anvil na ‘Forged In Fire’ behoorlijk is weggeëbd.
De belangstelling voor Anvil wordt in 2009 weer aangewakkerd door de documentaire ‘Anvil! The Story of Anvil’. Anvil profiteert van de hernieuwde aandacht en kan weer albums uitbrengen en touren zonder dat ze dat uit eigen zak hoeven te betalen. ‘Legal At Last’ is het 18e album van deze sympathieke Canadezen en het niveau van de eerste 3 albums wordt ook op dit album weer niet gehaald.
De ambities zijn inmiddels na jarenlang ploeteren in de marge al door de band zelf een aardig eindje naar beneden bijgesteld. Zoals de band zelf zegt zijn ze dankbaar dat ze albums uit mogen brengen en kunnen touren. Ook is er geen enkele ambitie om te vernieuwen.
Vind je het eerdere werk van Anvil goed dan kun je ‘Legal At Last’ ook met een gerust hart aanschaffen, zo niet dan kan je dit album ook links laten liggen. Het grote euvel van alle albums die uitgebracht zijn na ‘Forged In Fire’ is de grote mate van wisselende kwaliteit van het songmateriaal. Knallers worden afgewisseld met cliché nummers en vullertjes. Ook ‘Legal At Last’ heeft met dit mankement te kampen. De nummers die er in positieve zin uitspringen zijn het titelnummer’Legal At Last’, ‘Gasoline’ een slowbanger in de stijl van ‘Forged In Fire’ en ‘Food For The Vulture’ dat verreweg het beste nummer van het album is. Niet onaardig is ‘I’m Alive’ met een gitaarriffje dat sterk doet denken aan ‘Cat Scratch Fever’ van Ted Nugent. Uitschieter in negatieve zin is de single ‘Nabbed In Nebraska’. Productie is prima, de gitaren klinken lekker ‘crunchy’ en de drums knallen ook. Helaas weer geen album waar Anvil potten mee gaat breken. (7/10) (AFM)