Mono, een Japanse postrockband die hun twintigjarig bestaan viert. Ze tourden al het hele jaar de wereld rond en streken ditmaal neer in de karakteristieke Botanique in Brussel.
Als voorprogramma hebben ze al een tijdje Jo Quail. Een Londense celliste die de kwaliteit heeft om via loops een soundscape met ritme te creëren. Men zag hoe ze intens naar de verschillende geluiden zocht en omdat het loops zijn, werd elk nummer zorgvuldig opgebouwd. Men vergat soms dat alle lagen uit de cello kwamen. Gemiddeld waren het nummers van een achttal minuten. En die verveelden geen moment. Ze vertelde dat ze haar album in eigen beheer uitbracht om zo een geheel te leveren. Soms zag je hoe gepassioneerd ze de nummers creëerde en kwam er soms een lachje van geluk. Haar laatste nummer was een soort hymne aan de godin van de zee. Men waande zich een dag aan de ruwe kust van Engeland.
Het podium was een eerbetoon aan de vroegere progrock, drum in het midden geflankeerd door de Marschall-versterkers van beide gitaristen en basgitariste Tamaki Kunishi. Zij stond terwijl de gitaristen op een krukje zaten; het kenmerk van Mono. Licht was gewoon wit, een uniek samenspel van licht en donker, zoals de muziek. Simpel en oh zo effectief.
Mono begon rustig, melodieus en het bouwde op en dan… knalde het eruit. Zoals echte postrock klinkt, een constante met uithalen. Nummers van 10 minuten, soms langer, het publiek genoot gewoon van de sfeer die ze creërden; Puur instrumentaal. De kracht was dat het concert bijna een geheel was. Het muzikale samenspel was zeer sterk en de nieuwe drummer Dahm Majuri Cipolla was fenomenaal, want ondanks de tempowisselingen was het de basis waar de beide gitaristen Taka en Yoda omheen konden spelen. Bassiste Kunishi speelde ook piano en bij één nummer zong ze ook.
Men kon genieten van een breed repertoire dat ze na 20 jaar gecreëerd hadden en in al die jaren hoorde men dat ze compleet zichzelf gebleven zijn. Naast het geweld dat er vaak geproduceerd werd, zaten er prachtige melodieuze en sensitieve stukken bij. Bijna anderhalf uur werd het publiek ondergedompeld in een trance van geluidsmuren en emotionele sferen. Jo Quail speelde ook nog even mee en legde nog maar een extra laag er bovenop.
Het laatste nummer duurde een dik kwartier, waarna eerst de drummer het podium verliet, gevolgd door de bassiste. Beide heren bleven met veel echo en feedback nog een dikke vijf minuten door spelen, waarna een van hun twee zwaaiend het podium verliet en de laatste nog even bleef doorgaan. Even de microfoon nam en het publiek bedankte voor de afgelopen 20 jaar. Dat was het enige wat er het hele concert gezegd werd. En daarna verliet hij heel gewoon het podium. Na twee minuten luid applaus kwamen ze terug voor nog één toegift dat uiteindelijk weer zo opbouwde dat het 20 minuten duurde. Een magistraal concert waar iedereen van onder de indruk was en zeer tevreden naar huis keerde.