Wat te verwachten van een concert van de Belgische sensatie SONS? Op menig affiche aangekondigd als ‘niet voor mietjes’; En met een bio met het briljante bedachte ‘driftige, nerveuze garagerock die je vervoert naar dat ene gitzwarte hoekje in je schedel waar je onder een blacklight je beker bier uit elkaar voelt dreunen.’ Tsja, en dan nog een debuutelpee, geheten ‘Familydinner’, met een LP-hoes van een stoffig, duf, ouderwets grootmoeder tafereel. U kent het wel: saaiheid troef.
In een volgelopen Muziekodroom in Hasselt bleek de Familyhoes een uiterst effectief beeld om je op het verkeerde been te zetten. Niets stoffig, duf of saai! Maar een uitgebreid feestmaal met een drankgelag van verschillende soorten Belgische bieren. De ‘Zonen uit Melsele’ lieten zien waarom zij vorig jaar de terechte winnaars waren geworden van de prestigieuze Belgische popprijs ‘De nieuwe Lichting’ van Studio Brussel.
De echte fans, en daar waren er velen, wisten wat ze konden verwachten toen als intro de Italiaanse schlager ‘Volare Cantare (Oh Oh Oh)’ boven het podium galmde. Snel daarna zou drummer Thomas Pultyn (met ontbloot bovenlijf) met een paar ferme stokslagen inzetten op een diner dat heerlijk zou gaan smaken. En zo geschiedde. Toepasselijk begonnen met de titelsong ‘Familydinner’, om hiermee symbolisch de menukaart voor het komende uur te overhandigen: een puike show die als een wervelwind tot de verste gaatjes van de zaal zou doordringen, met slechts weinig gelegenheid om adem te halen. De ene windvlaag na de andere, zowel warm als koud, nat als droog. Een gezonde koortaanval die op doktersvoorschrift te verkrijgen zou moeten zijn.
Een strakke drum die de basis legde voor het moddervette, maar strakke baswerk van Jens De Ruyte, die mooi misbruik maakte van zijn lange haardos, door met zwierige hoofdbewegingen zijn rete strakke ritmekunsten te onderstrepen, aangevuld met opzwepende teksten en gebaren om het publiek verder aan te sporen tot moshen, springen en meezingen.
Een ritme-bedje waar op Robin Borghgraef en Arno De Ruyte hun gitaarwerk op mochten loslaten. Meest puntig, soms meer uitwaaierend, steeds met elkaar in een schijngevecht die geen verliezers kon opleveren. En, heel knap, de relatief rustgevende, bijna zalvende stem van Robin, die ervoor zorgde dat de wervelwind vocaal in toom werd gehouden, waardoor je als toeschouwer niet helemaal werd weggeblazen en zo alle nuances zou missen. Want die waren er, iets wat heel knap is in dit genre van de betere garage-rock-punk. Waar de meeste bands verzuipen in een brei van eenvormigheid, lukte het SONS juist wel om zowel in als tussen de nummers voldoende variatie aan te brengen, waardoor elk nummer smaakte naar meer, maar dan net even anders.
Nummers van meestal slechts drie minuten, waarin alle energie werd samengebald. Misschien niet vernieuwend, maar een verfrissende cocktail met ingrediënten uit de jaren ’70 tot nu, geblend tot een catchy energydrink anno 2019. “Goedenavond Hasselt, one two three …” en daar klonk ‘Wanted dead’ als tweede nummer uit het menu van dertien minus het dubbele toetje. Misschien niet de meeste originele opening van een song, maar zo mooi passend in de erfenis van illustere voorgangers als de Ramones. Maar ook meer verrassende spelstijlen werden niet geschuwd, als de pompeuze middenbreak in ‘I need a gun’. Of het nummer ‘Skin’, waarbij je je in een film noire begaf, eindeloos onderweg over de prairie met de politie op je hielen; een relatief rustiger nummer in een set waarin je geen tijd kreeg om op adem te komen.
De band speelde achter elkaar door, spatte van de energie en probeerde die over te brengen op het publiek. En daar wrong vandaag de schoen een beetje. Daar waar op het Bruisfestival afgelopen zomer een geweldige moshpit ontstond (de stofwolk was afgelopen weekend pas een beetje gaan liggen), daar reageerde het Hasseltse publiek een beetje tam. Alsof de twintigers en dertigers van hun bomma te horen hadden gekregen dat ze niet te veel van de aangeboden energydrink mochten nuttigen… Tijdens ‘Ricochet’, het winnende nummer van ‘De nieuwe Lichting’, waagde Robin een uiterste poging door zich in het publiek te mengen en daar het nummer verder op te blazen. Helaas leverde dit slechts een lichte opflakkering op. De vlam sloeg even tegen het plafond, maar luwde daarna weer tot proporties waar geen brandweerman aan te pas hoefde te komen. Jammer. Want SONS serveerde een cocktail waaraan je niet slechts moet nippen, maar die je helemaal tot je moet nemen, door je slokdarm voelt glijden en je maag in vuur en vlam zet. SONS drink je niet met mate, Bob of niet…
De beide toegiften leverden geen nieuwe impuls op, maar waren wel een waardig toetje van dit plezante familydinner. En met ‘I wanna be your dog’ bracht de nieuwe Belgische revelatie een terecht eerbetoon aan bompa Iggy Pop. Een betere meester-kok kan er voor hen niet zijn geweest. Maar voor nu: even uitbuiken…
Foto’s (c) Anita Martin, AnnaPileaFotografie