Donderdagmiddag zat Duncan nog aan dezelfde tafel als koning Willem-Alexander en koningin Maxima tijdens de halfjaarlijkse uitblinkerslunch. Zondagavond stond hij in de grote zaal van de Effenaar in Eindhoven.
Uitblinken doet de winnaar van het Eurosongfestival zeker. Het is niet voor niets dat dit talent het Europese zangcontest heeft gewonnen. Tijdens zijn deelname in The Voice of Holland gooide hij al hoge ogen en bereikte toen de halve finale. Nu lijkt hij nog beter, meer ontspannen en hij ownet het podium alsof hij nooit anders gedaan heeft. Dit laatste kan ook wel kloppen, want op 13-jarige leeftijd schreef Duncan de Moor, zoals hij echt heet, al zijn teksten. In 2013 startte hij aan de rockacademie en begon hij met medestudenten een band genaamd ‘The Slick and Suited’, waarmee hij als voorprogramma optrad bij onder andere Jett Rebel en Berget Lewis. Het muzikale talent stroomt dus al van jongs af aan door zijn aderen.
Uniek is hét woord van de avond. Wat een persoonlijkheid en wat een stem. Het concert begon met ‘Kings’. Klein, in zijn eigen wereld en met zijn ogen gesloten bezong de singer- en songwriter het publiek. Naarmate het nummer vorderde ging het tempo omhoog en kreeg hij het publiek mee. Met een stem zoals we van hem gewend zijn. Sterk, hoe hij de lagen noten pakte, maar ook zeker de hoge tonen raakte en alles daar tussenin. Meteen volgde zijn volgende nummers ‘Stranger’ en ‘Dry your eyes’. Deze laatste met een pakkend en melodisch gezongen “Oh ooh ooooh”, dat de zaal aan het eind van het lied scanderend meezong. Met de befaamde trillende korrel in zijn stem startte hij ‘My memory hates me’ in. Duncan en zijn gitariste Carlota Lopez in de spotlights. Een heel kort en gevoelig lied, waarbij ze het publiek naar hen toe zogen.
De ommekeer kwam na de nieuwe single ‘Love don’t hate it’. Het nummer gaat over de negatieve reacties van mensen om wie ze zijn. Er zit een duidelijk Duncan geluid in het nummer, maar is toch meer geneigd naar de poprockgenre. Het publiek zong uitbundig mee met de, net in oktober uitgebrachte, single.
Het leek net alsof men hier op gewacht had, want naarmate het concert vorderde werd de aandachtspanne minder. ‘Ice Age’, ‘Light House’, ‘Dear nothing’, ‘Together we run’, het werd allemaal een beetje van hetzelfde. Prachtig gezongen, maar de opbouw van elk nummer is zo voorspelbaar dat het niet meer pakkend is. Toen je je afvroeg waarom Duncan niet gekozen heeft om er een aantal covers doorheen te gooien, al was het maar voor de afwisseling en het publiek te blijven boeien, begon hij voordat je het wist met zijn winnende ‘Arcade’. Het publiek kwam allemaal nog een paar passen naar voren en de telefoontjes werden uit de zakken gehaald om dit vastgelegd te hebben. De uitverkochte zaal van de Effenaar waande zich heel even op het Eurosongfestival. Net alsof ze hiermee wilden zeggen: “Dit is waarom we hier zijn.” Het concert eindigde met ‘The Woods’ als toegift en zo kwam het slechts een uur durende concert tot zijn eind.
Foto’s (C) Bas Oeijen