Anders dan bij zijn oude bandmaatje Paul McCartney is een nieuw album van Ringo Starr niet iets heel indrukwekkends. De oud-Beatles-drummer weet de laatste jaren eerder de wereld op z’n kop te zetten met zijn uitspraken over de Brexit dan met iets muzikaals. Maar de beste man is dan inmiddels ook 79 jaar, en als je bij de meest invloedrijke band ooit hebt gezeten hoef je jezelf niet meer zo nodig te bewijzen. Hij doet het dan ook puur voor zijn eigen plezier. Dat is ook te zien bij zijn optredens met zijn All Starr Band. Steevast komt Ringo om de twee jaar met een nieuw album. Nou is zijn solo oeuvre nooit zo imposant geweest als dat van John Lennon, Paul McCartney of George Harrison. Toch bevatten zijn soloplaten hier en daar nog wel wat pareltjes.
De laatste jaren maakt hij zich er echter nogal gemakkelijk van af. Zijn laatste echt goede album was ‘Choose Love’ uit 2005. Sindsdien is het recept bijna ieder album hetzelfde. Er werken beroemde vrienden aan mee zoals Steve Luthaker van Toto, Joe Walsh en (jawel) Paul McCartney, maar dat staat niet altijd garant voor sterk materiaal. De laatste jaren waren nogal inspiratieloos en ging hij oude nummers opnieuw opnemen, terwijl het niks toevoegde.
Op zijn nieuwe album ‘What’s My Name’ doet hij dat gelukkig niet, en neemt hij slechts twee oude nummers van anderen op. Het meest bijzondere daarvan is zijn versie van John Lennon’s ‘Grow Old With Me’. Niet alleen het feit dat Paul McCartney erop meebast, maar ook als je een beetje de geschiedenis erachter kent. Dit nummer was namelijk in de jaren ’90 nog kandidaat om door de overgebleven Beatles (George Harrison leefde toen nog) als derde nieuwe Beatlesingle te bewerken voor het Anthology project na ‘Free As A Bird’ en ‘Real Love’. Dat is er uiteindelijk niet meer van gekomen, maar na bijna 25 jaar krijgen Beatlesfans toch een soort van revanche. Ringo’s oudere stem past wel goed bij het nummer. Het geeft een wat sentimentelere draai aan het nummer.
De andere remake had echter niet gehoeven: de Motown-klassieker ‘Money (That’s What I Want)’ van Barrett Strong. The Beatles coverden het ook in 1963 op ‘With The Beatles’. Op Ringo’s album krijg het album een lelijke moderne productie en Ringo zingt ook nog eens door een vocoder. Dat had hij beter kunnen laten.
Voor de rest is het, zoals vaker bij Ringo’s platen, een niks aan de hand plaatje. Soms belabberd, zoals de opener ‘Gotta Get Up To Get Down’ met raps daarin van Joe Walsh, maar soms ook wel aardig, zoals rockers als ‘Life Is Good’.
Een album van Ringo is anno 2019 niet iets waarvoor Beatles-fans heel hard voor naar de spreekwoordelijke platenzaak hoeven te rennen. Echter is het hem op zijn leeftijd gegund dat hij er nog zoveel plezier erin heeft. (6,0/10) (Universal)