Afgelopen zomer bracht Bruce Springsteen het album ‘Western Stars’ uit. Een ander album dan hij ooit eerder had gemaakt. Dat hij een album zonder zijn vertrouwde E Street Band uitbracht was niet nieuw, maar nooit eerder bracht hij zo’n orkestrale plaat uit die eerder neigde naar de South-California sound uit de jaren ‘70, van Jimmy Webb, Burt Bacharach en Glen Campbell. Het album werd een succes met een nummer 1-positie in ons land.
Een tournee bleef echter uit. Wat voor het eerst sinds ‘Nebraska’ uit 1982 was dat Springsteen niet op tournee ging na een nieuw album. De reden was dat hij volgend jaar weer werkt met The E Street Band aan een nieuw album en daarop volgend een nieuwe tournee. Als tussenoplossing maakte Springsteen voor het album een speelfilm die binnenkort eenmalig in de bioscoop draait waarin hij het album live uitvoert. En bij zo’n film hoort natuurlijk een soundtrack waarop alle nummers van het album opnieuw zijn opgenomen.
Maar daar wringt het ook. Het wordt gepresenteerd als live album, maar de uitvoeringen van het album verschillen nauwelijks van de versies op het reguliere album dat eerder dit jaar verscheen. De verschillen zijn nihil. Enkel ‘Sleepy Joe’s Café’ klinkt op dit album wat frisser en het klinkt alsof het uit The Seeger Sessions uit 2006 afkomstig had kunnen zijn. Het speelplezier spat daar vanaf. ‘There Goes My Miracle’ klinkt hier soberder en minder groots aangezet als op het originele album. Maar dan heb je alle verschillen wel gehad. Als extraatje krijg je er dan nog een cover bij van ‘Rhinestone Cowboy’ van Glen Campbell.
De kwaliteit is hoog, maar ondanks dat is de release van dit album vrij overbodig. Aangezien het weinig van het originele album verschilt, en het eerdere album waarschijnlijk al als soundtrack had kunnen fungeren. (7,0/10)