Plots kwamen de Australische Teskey Brothers uit met hun nieuwe album onder de titel ‘Run Home Slow’ . In 2017 had de band met hun debuutalbum ‘Half Mile Harvest’ al de nodige aandacht weten te trekken onder de liefhebbers van hun kenmerkende retro- nostalgische Motown-soul sound. Op het nieuwe album buit de band hun grootste wapen, de op barbecue rook en whiskey gerijpte stem van John Teskey wederom ten volle uit.
Het album is in hun home studio opgenomen en een staaltje van nijvere huisvlijt. Klank is zeker warm, gloedvol en ouderwets. Dus aan alle stijlvoorwaarden is voldaan om dit album ook weer te laten functioneren als een teletijdmachine.
‘Run Home Slow’ is een heerlijk weg luisterend album. Prima gezongen, mooie backings, blazers en lekker groovend en strak gespeeld, Helemaal niets mis mee. De grote ‘maar’ die er aan dit werkstuk kleeft is naar mijn mening dat het overbodig is. The Teskey Brothers eren met hun muziek de groten van de jaren 60 en 70. Ze introduceren waarschijnlijk een hoop nieuwe luisteraars in het Motown/Stax idioom van die decennia en dat is hun verdienste. Ikzelf luister dan liever toch naar bijvoorbeeld James Carr met ‘Pouring water on a drowning man’.
De 11 titels op het album zijn allen goed gemaakt en zoals gezegd drijven ze op de kracht van de lead vocals. Qua arrangementen en vindingrijkheid in de songs ontbreekt het de Teskey Brothers aan originaliteit en zeggingskracht om een blijvende indruk achter te laten.
‘Let me let you down’, de album-opener is zo’n typisch lekker nummertje om de afwas op te doen terwijl je heupwiegend achter het aanrecht staat en af en toe de afwasborstel als microfoon gebruikt. Het grooved heerlijk weg bij allerlei huishoudelijke werkjes.
In ‘Hold Me’ wordt de meerstemmige zang begeleid door handklappen en bassdrum. Er ontstaat een soort van gospel sfeer, die wordt versterkt wanneer het onvermijdelijke orgel bij wordt geschakeld. Tekstueel kan je eigenlijk niet warm of koud worden van het nummer, al wordt het met veel overtuiging neergezet.
Hold me, don’t hold me down
Carry me, but keep my feet on the ground, yeah
I’ll hold you, I won’t hold ya down
In ‘Paint my Heart‘, misschien wel het beste nummer van het album, waart dan ineens onmiskenbaar de geest van Joe Cocker rond. Zo roept het album bij elk nummer mooie warme herinneringen op aan mooie muziek uit lang vervlogen tijden, of aan acts als Michelle David & the Gospel Sessions uit ons eigen kikkerlandje die dit genre tot in de finesse beheersen en compositorisch vele malen sterker zijn dan de Teskey’s.
Opmerkelijk is dan dat in ‘Sunshine Baby’ de band nog eens twee decennia verder terugkeert in de tijd naar de jazz van de jaren 40/50. Als de band nu een volgend album in deze stijl maakt hebben ze wellicht een nieuw format te pakken wat goed te vermarkten is, en waar nog meer dan genoeg ruimte is in de niche, daar waar ze nu een van de velen zijn. (7/10) (Universal/Decca)