Als je ver op voorhand de heetste band in tijden kan programmeren op de heetste dag van het jaar, ben je een goeie. Greenhouse Talent lukte het om de industrial metalgoden van Rammstein naar De Kuip te halen op de zwoele dinsdagavond. Alsof het nog niet warm genoeg was met de 37 graden die het was, brachten de Duitsers meer vlammenwerpers mee naar Rotterdam dan je nodig zou hebben om heel rokend Nederland van een vuurtje te kunnen voorzien. Rammstein zou Rammstein niet zijn als de heren niet een hele berg special efects mee zouden nemen op tournee.
Toen drummer Christoph ‘Doom’ Schneider opkwam na een Rammstein Hymne volgde op de melodramatisch aanvangende eerste slag op de drums een oorverdovende vuurwerkknal in De Kuip, die waarschijnlijk tot en met de Ziggo Dome, waar op datzelfde moment Kiss aanving, te horen zou zijn geweest. De rest van band kwam on stage, met natuurlijk als laatste frontman Till Lindemann.
Met ‘Was ich liebe’ viel al duidelijk te merken dat de industrial niet alleen op de muziekstroming sloeg. Dikke zwarte kolenrook werd geblazen uit de torens op het podium en de lichttorens halverwege het publiek. Rammstein ving aan, en direct hard, zo bleek ook uit de reactie van het publiek dat zat te hopen op de vele meezingers. Het vele tienduizenden koppen tellende publiek werd op haar wenken bediend, door de inmiddels ook alweer richting de 60 jaar lopende Lindemann. ‘Links-2-3-4’ maakte de kelen van het voltallige publiek los, waarbij toetsenist Flake, die gedurende het concert veelvuldig afwisselde tussen keyboards en keytar, van achter zijn toetsen op zijn loopband meeliep op de maat. Toen dan ook ‘Tattoo’ aanving, ving ook de vuurwerk show aan, die gedurende de avond niet meer zou stoppen. En dat terwijl de zon in Rotterdam nog niet eens was onder gegaan. Het was het tweede nummer van wat er velen zouden worden van de laatste, in mei uitgekomen titelloze plaat van de Duitsers, en dat terwijl we pas bij het derde nummer waren aangekomen. De plaat zou gedurende de avond vrijwel in zijn geheel worden gespeeld.
Toen na ‘Mein hertz brennt’ van ‘Mutter’ ‘Puppe’ werd gebracht, maakte Rammstein wederom duidelijk geen taboes te schuwen. Een metershoge kinderwagen werd op zijn Rammstein’s bestookt met vlammenwerpers, om de tanz-metal vervolgens achter zich te laten en terug te grijpen op de oorsprong van Rammstein. ‘Heirate mich’ na de kinderwagen was wellicht wat wrang gekozen, gezien het nummer over necrofilie gaat, maar ach, een Rammstein-fan kan wel tegen een stootje. Het nummer eindigde in contradictio met rook vanuit het podium omhoog komende, en rook omlaag dalende vanuit de lichttorens.
De ballad ‘Diamant’ bracht een rustpuntje in de drukke show waarna de remix van ‘Deutschland’ door Richard Z. Kruspe door velen werd aangegrepen voor een korte plaspauze. Het werd zelfs ondersteund met ‘dansers’ in pakken met ledverlichting. Had het gemoeten? Voor velen niet. Gelukkig was het intermezzo maar van korte duur en Rammstein pakte zelf weer over met hun eigen versie van hun nummer. Het werd met meer enthousiasme onthaald dan de remix. Logisch. ‘Radio’ kwam hard in, en gaf nog maar eens aan waarom Rammstein zo bijzonder is. De brug tussen Industrial metal en techno invloeden is ongekend. Het ging meteen over in ‘Mein teil’ waarbij het inmiddels tijd was voor de soep met ballen. En ja, het vuur werd hoger en hoger gestookt en heter en heter. En dat, terwijl de temperatuur inmiddels behaaglijk was in de schaduw met regelmatig een zuchtje wind.
‘Du hast’ leidde de finale in. Industrial zoals industrial moet zijn. Het trio op de voorgrond, bestaande uit frontman Till Lindmann en gitaristen Richard Z. Kruspe en Paul Landers, leidde gebroederlijk de hoogmis met compleet Kuip-koor. Het hoogtepunt was echter het geleide vuurwerk dat van podium naar lichttorens en weer terug werd geschoten, alsmede de metershoge fakkels, die de warmte van de dag terug brachten. Het geweld, muzikaal en qua vuur, werd voortgezet tijdens ‘Sonne’, waarbij ook eindelijk de lichtshow meer tot zijn recht kwam. Ballad ‘Ohne zich’ bracht de aanstekers boven de hoofden. Het viel helaas amper op, op de zwoelste avond van het jaar, waarna de band af ging en weer op kwam voor een diepe buiging. Het leek er even op of de show voorbij was, maar Rammstein liep rustig naar achteren, om even later via de zijkant naar het kleine B-podium, halverwege het publiek, te lopen en daar een kippenvelversie van ‘Engel’ ten gehore te brengen, met hulp van de 2 dames van het voorprogramma Jatekot. Het was het arrangement van het Vlaamse meisjeskoor Scala & de Kolacny Brothers, die de boeken in mocht gaan als het mooiste moment in De Kuip ooit. Europese bekerfinales en kampioenschappen meegerekend.
De band ging via een overtocht met rubberbootjes over de handen van het publiek terug naar het hoofdpodium. Nou ja, op Till na, slechts met vijf man, net zoals het bij de video van ‘Auslander’ gebeurde. Alleen was het toen Flake die achter bleef als stamhoofd. Dat Flake in de boot stapte was opmerkelijk; iets wat hij na enkele valpartijen door de jaren heen namelijk niet meer graag deed. Op het hoofdpodium, alwaar ‘Auslander’ het geweld weer op de buhne bracht, liep de show met ‘Du riechst zo gut’ naar het laatste nummer ‘Pussy’. Met dat laatste geweld kwam er een eind aan het officiële gedeelte, maar niet voordat er nog gigantisch schuimkanon door Till over het voorste vak werd uitgespoten.
De toegift kwam met titeltrack ‘Rammstein’ waarbij Lindemann zelf als menselijke vlammenwerper optrad. ‘Ich Will’ en een rustige pianoversie van ‘Sonne’ dan toch na 9 kwartier een einde aan de heetste avond van 2019. Met een diepe knielbuiging en een gang met de lift in de gitaarhals die als schermstatief diende, steeg de band naar eenzame hoogte, richting het hellevuur dat boven het podium brandde. Het was een hete avond. En dat lag niet aan de zomer.
Foto’s (c) Charles Batenburg