Sinds het album ‘High Hopes’ uit 2014, dat eigenlijk een restjesalbum was van nummers die nog op de plank lagen, was Bruce Springsteen wel erg in het verleden aan het zwelgen. Hij ging in de tussentijd in 2016 op tournee met The E Street Band naar aanleiding van de release van de reissue van ‘The River’ (waarmee hij ook het Malieveld in Den Haag aandeed), bracht zijn autobiografie uit en deed naar aanleiding daarvan een concertreeks op Broadway. Terwijl er al jaren een nieuw album in de ijskast lag. Een album dat hij in 2013 al in interviews aankondigde, en dat hij bijna 9 jaar geleden aan de kant had gezet om het politiek getinte album ‘Wrecking Ball’ voorrang te geven. Nu is dat album er na jaren toch gekomen: ‘Western Stars’. Een album zonder zijn vertrouwde E Street Band, maar niet zo’n soloalbum als ‘Nebraska’, ‘The Ghost Of Tom Joad’ of ‘Devil & Dust’ waren. Dat waren voornamelijk sobere akoestische platen; ‘Western Stars’ is juist een heel orkestrale plaat. Een album dat muzikaal beïnvloed is door de South-California sound uit de jaren ‘70, van Jimmy Webb, Burt Bacharach en Glen Campbell. Dat is wel even wat anders als de Jersey Shore sound die Springsteen zelf in de jaren ‘70 groot maakte.
Muzikaal gezien zijn de nummers nauwelijks te vergelijken met Springsteen’s eerdere werk. Enkel het folky ‘Sleepy Joe’s Café’ roept herinneringen op aan ‘The Seeger Sessions’ uit 2006, en ‘Drive Fast (The Stuntman)’ en ‘Moonlight Motel’ ademen de sfeer van het akoestische album ‘Devil & Dust’ uit 2005. Wat de songs gemeen hebben is dat ze allen tekstueel gaan over vergankelijkheid en eenzaamheid. Zo gaat het eerder genoemde ‘Drive Fast’ over een stuntman aan het einde van zijn loopbaan, en de titeltrack over een uitgerangeerde acteur. ‘The Wayfayer’ gaat over een man die ‘s nachts door steden rijdt in zijn auto (iets waarover Springsteen in zijn autobiografie bekende dat hij dat zelf ook een tijd deed). Het heeft tekstueel iets weg van ‘State Trooper’ van ‘Nebraska’, maar door de orkestratie klinkt dit nummer wat minder rauw. Bijna alle songs zijn zwaar orkestraal aangezet. Maar uitgerekend de songs waarbij de orkestratie sober is gehouden vormen de hoogtepunten van het album. Zoals ‘Somewhere North of Nashville’, de single ‘Hello Sunshine’ en ‘Moonlight Motel’. Toch vormt het bij elkaar een geheel. Een conceptalbum dat wegluistert als een roadtrip waarbij we onderweg de eenzame personages tegemoet komen.
Verwacht op ‘Western Stars’ geen afspiegeling van het huidige politieke klimaat in de Verenigde Staten. Hoewel Springsteen daar in het verleden altijd wel met een muzikaal antwoord op kwam, laat hij dat nu voor wat het is. Wie weet kunnen we dat verwachten op een volgend album met The E Street Band, dat er naar eigen zeggen waarschijnlijk volgend jaar zal komen. Het is niet het enige waarom ‘Western Stars’ anders is dan alles wat Springsteen hiervoor heeft uitgebracht in de afgelopen 47 jaar. Muzikaal treedt hij voor het eerst bijna als een crooner naar voren. Wat wel past bij zijn oudere stem, die weinig aan kracht heeft ingeboet. Toch is er wel één vertrouwd ingrediënt dat overeenkomt met bijna al zijn vorige platen: er is weer één overkoepelend thema. De songs gaan stuk voor stuk over eenzame personages die wanhopig op de vlucht zijn. Een thema dat Springsteen al sinds ‘Born To Run’ bezingt, maar nu met meer vergankelijkheid. Het past bij zijn leeftijd, en het is een manier van eervol ouder worden die niet voor alle artiesten op leeftijd is weggelegd. (8,0/10)(Colombia)