Voorafgaand aan, wat later zou blijken, een fantastisch concert, zaten we relaxt in een vintage entourage, backstage in de Muziekgieterij. Foute, maar nu weer hip geworden schemerlampen en kleedjes, een houten tafeltje, maar vooral heerlijke banken. Dit bracht meteen een laidback sfeer, ideaal voor een interview met Franc Timmerman; hij die vooraf zei dat hij wat zenuwachtig zou zijn voor het optreden. In deze relaxte omgeving was daar niets van te merken. In het optreden trouwens ook niet.
Franc is de zanger, gitarist, liedjesschrijver, componist van San Francisco. Hij ís San Francisco. Als voorbereiding op het concert deed ik wat research. Dat lijkt tegenwoordig wel gemakkelijk, met internet en Google. Maar de naam San Francisco leverde nagenoeg alleen maar onbruikbare hits op. Tijd om mijn vragen te stellen over een band waarover nog niet zo veel is geschreven.
Als eerste natuurlijk de naam. Waarom San Francisco ? Daar blijkt meer achter te zitten dan je meteen zou denken. “Mijn naam is Franc. Dat is afgeleid van de heilige Franciscus en San Francisco is de Spaans naam hiervoor. En ik schrijf mijn naam altijd met een c. Dat wilde ik er ook in terug laten komen.” Franc ging er rustig voor zitten en vertelde verder over de heilige Franciscus en het geloof. “Ik vond hem altijd wel een interessant figuur. Ik was vroeger zelf heel gelovig opgevoed en ik ben zeker ook gelovig geweest, maar ik doe er op dit moment niets meer mee. Toch spreekt Franciscus me nog altijd erg aan als een soort rebel binnen het religieuze erfgoed. Hij zwoer materieel bezit af, was sober. Ik bewonder vooral ook de discipline die daar voor nodig is.”
Franc wist het enthousiast te formuleren en bracht zijn gedachten goed voor het voetlicht. Hij ging verder over de naamgever van zijn band. “En dan heb je natuurlijk ook nog de mythe over het feit dat hij met dieren praatte. Als er geen mensen waren om tegen te prediken dan ging hij wel tegen dieren prediken.” En bij die dieren blijkt een bruggetje te liggen: “Op onze platenhoes staan ook dieren afgebeeld. Ik vind het fascinerend hoe in sommige religies dieren als goden worden gezien of hoe poëtisch je er mee kan omgaan.”
Zou die uitleg van de bandnaam ook terug te vinden zijn in de teksten en de muziek? Franc gaf zelf aan dat hij nog niet zo cryptisch is, maar “ik zoek wel altijd naar diepere lagen die ik in teksten kan stoppen. Dat het vanuit verschillende oogpunten hetzelfde kan betekenen”. Klinkt wel literair, maar dat durfde hij niet van zichzelf te zeggen. “Maar ik probeer wel met diepere lagen de mensen aan het denken te zetten.”
Franc is niet nieuw in de muziekwereld. Hij heeft zijn sporen al meer dan verdiend, o.a. als bassist bij Blaudzun. Daar kreeg hij wel de ruimte om zijn partijen in te vullen, “maar de teksten waren altijd van Johannes (Sigmond, zanger van Blaudzun).” In die tijd schreef Franc zelf ook nummers. Blijkbaar was het nu tijd om daarmee naar buiten komen. “Ha,ha, ja absoluut!”
Zijn teksten zijn heel persoonlijk: “Emoties en gedachten in woorden omzetten. Woorden vinden voor gedachten die eigenlijk woordenloos zijn.” Franc staat inderdaad dicht bij de literatuur, hoewel hij zelf lachend toegaf dat hij eigenlijk wel wat meer zou willen lezen. “De muziek mag voor zich spreken, maar ik zoek wel altijd de juiste woorden erbij. Het van je af schrijven brengt wat structuur in die chaos hierboven”, lachend wees hij naar zijn hoofd. “Ik kan ook niet goed samen met iemand anders schrijven. Als het zo persoonlijk moet zijn, dan moet het ook helemaal van mij zijn; het moet echt uit mijn hart komen”.
Het heeft inmiddels één LP opgeleverd: ‘The Ghosts of San Francisco’, uit 2018. Terwijl de oudste song al dateert van zo’n tien jaar geleden. En hij heeft inmiddels veel meer nummers geschreven dan op deze LP terecht gekomen zijn. De titel van de plaat is door hem natuurlijk ook bewust gekozen: “De ghosts zijn de liedjes, onderdeel van je geest en van de spirit. ‘The Spirit of San Francisco’ had ook een titel kunnen zijn, maar ‘Ghost’ had wel een goede klank”.
De zeer persoonlijke songs van Franc werden later die avond op het podium van de Muziekgieterij uitgevoerd door een vijfkoppige band. De overige vier leden waren ondertussen aan het relaxen, als voorbereiding op het concert, terwijl hun frontman alles verder mocht uitleggen. Zo gaat dat in een band, die eigenlijk meer een project lijkt te zijn. “Ik wil ze er echt bij betrekken, maar het zijn wel mijn liedjes en ik heb wel het laatste word bij hoe het moet. Maar ze mogen zeker wel ideeën aandragen, hoor. Ik vind het wel heel leuk om instrumenten zelf in te spelen, maar ik denk zeker dat ik daar hulp bij kan gebruiken”.
Franc vertelde gepassioneerd hoe de bandleden en instrumenten zijn gekozen om zijn songs in te kleuren en uit te voeren. Opmerkelijk daarbij zijn een viool en een bas-klarinet. Het wekte geen verbazing dat die bewust zijn gekozen. “Bij bijna alle dingen die ik schrijf, hoor ik strijkers in mijn hoofd”. En hij ging zelfs zo ver dat hij de bas-klarinet “momenteel het mooiste instrument vindt, dat er bestaat. Het heeft zo’n noire, zo’n donker, beetje jazzy sfeertje. En die sfeer wilde ik heel graag in mijn liedjes. Die instrumenten had ik nodig om in die sfeer te komen.” Dit maakt de muziek ook welhaast filmisch. Iets wat Franc beaamde: “De donkere jaren ‘40’-’50, zwart-wit contrast”.
Hoewel zijn muziek heel persoonlijk is, heeft Franc natuurlijk ook zijn voorbeelden. “Van Kashmir, een Deense band, heb ik qua songwriting veel geleerd; ook van Radiohead en Muse. Vooral het donkere en dramatische van Muse. Ik stel me daarbij in mijn hoofd altijd voor dat de wereld vergaat in je gezellige huiskamer. Een soort wereld in een wereld… die energie en sfeer die dat met zich meebrengt heeft mij heel erg geïnspireerd om te gaan schrijven. “Jeff Buckley werd ook nog genoemd: “Hoewel het qua songwriting er niet echt veel mee te maken heeft, maar wel zijn manier van zingen, z’n drama.” En de bas-klarinet kwam natuurlijk ook als inspiratiebron naar boven. Hij noemde Eric Dolphy, de man van de beginnende free jazz. “Hij was een hele grote en kon geluiden produceren die we nu met een fuzz-gitaar maken.” En hoe langer Franc in de muziek zit, hoe meer inspiratiebronnen erbij komen, zoals nu ook Scott Walker. “Vooral zijn laatste werk, omdat hij deed waar hij zin in had”.
We zaten ondertussen nog steeds lekker vintage, en een uurtje later zou het concert van San Francisco een aanvang nemen. Het laatste concert dit voorjaar in de Transformer-formule. Dat wil zeggen dat er elke twee weken op maandagavond een band staat geprogrammeerd die er aan komt, er nog niet niet is, maar er uiteindelijk wel zal komen. Zo hadden we dit voorjaar hier ook al de Belgische bands Whispering Sons en SHHT staan. En deze stonden begin juni al meteen op Best Kept Secret. Wil Franc ook zoiets? Hij zuchtte even, dacht na, en formuleerde voorzichtig dat hij wel ambitie heeft, maar dat “ik het liefste muziek wil maken.” Hij verduidelijkt: “Ik wil er het allerbeste van maken wat ik op dat moment kan (…). Ik heb absoluut geen ambitie om in stadions te spelen. De muziek moet voorop staan, het zorgvuldig maken van liedjes, het kunstzinnige aspect ervan.” Daarnaast vindt hij live spelen natuurlijk ook prachtig: “De energie die daar in zit tot uitdrukking brengen is geweldig. Maar het gaat me niet om de grootte van het succes, maar de kwaliteit ervan.”
De cirkel was eigenlijk wel een beetje rond. We hadden samen vanuit het verleden, via het heden over de toekomst gefilosofeerd. Maar toch… toch wilde ik toch nog één regeltje uit zijn laatste uitleg halen. Een regeltje dat me enorm triggerde, namelijk: wanneer vindt hij een song eigenlijk goed genoeg? En daar kwam een antwoord, zo oprecht en open als het hele interview: “Ik vind mezelf nooit een perfectionist als ik aan het sleutelen ben. Dan zit je in je eigen flow te werken. Maar zo gauw andere mensen erbij komen kijken, of in de oefenruimte, dan merk ik dat ik een perfectionist ben. Ik ben niet gauw tevreden, nee.”
En zo bleek mijn persoonlijke beeld van Franc naadloos te passen bij het beeld dat we later die avond kregen van zijn optreden met San Francisco. Als twee zwart-wit dia’s die precies over elkaar heen vallen en dan samen een kleurrijk totaalbeeld opleveren, waarin ieder zijn weg kan vinden in de gelaagdheid, emotie en sfeer. Franc is puur, is zichzelf en zoekt naar een weg om zijn emoties in woorden en geluiden om te zetten. Laten we hopen dat hij nog heel lang blijft zoeken, want het levert prachtige muziek op. Heel persoonlijk van Franc, maar zo goed gebracht dat eenieder die open staat voor gevoelens en sfeer, zich er moeiteloos in kan laten meevoeren.
Foto’s (c) Anita Martin / Maxazine