Is APART een kwalificatie ? En eigenzinnig, opmerkelijk ? Nee, het zijn woorden die uitdrukking geven aan een gevoel, “Wat gebeurt hier ?”, “Hoe moet ik dit bevatten? “ En dat gaat veel verder dan een kwalificatie op een schaal van slecht naar goed; een opdracht waarvoor een recensent zich gesteld voelt, het uiteindelijke oordeel, de verlossing …
Dat maakt een vlucht met de Plastic Mermaids tot een gewaagde ontdekkingsreis. Een reis ‘in space’ wel te verstaan. De capsule is nog maar net opgestegen vanaf het ruimtestation op de Isle of Wight, de bakermat van de plastieke zeemeerminnen, of je vraagt je al meteen af of je nog wel echt hoort, ruikt of voelt, of dat je al in hun parallelle universum bent beland. En of de bliebjes, buzzers en spacy synthi-klanken wel echt worden geproduceerd door de vijf Britten zelf of afkomstig zijn van ruimtewezens die net zijn ontkomen aan een meteorietinslag. We gaan er gemakshalve vanuit dat het eerste het geval is, maar betwijfelen of hun album in volledig nuchtere toestand is opgewekt en doorontwikkeld of met enige hulp van sfeeropwekkende en ruimte-uitdijende middelen. Hoe kom je anders tot titels als: ‘10,000 Violins Playing Inside an Otherwise Empty Head’, ‘Unhappy Tamagotchi’ of ‘Aquarium Acid Trip ?’
Moeten we het album ‘Suddenly Everyone Explodes’ dan echt serieus nemen ? De titel neigt al iets meer in die richting, als opvolger van de in 2016 verschenen EP ‘Everything Is Yellow And Yellow Is My Least Favorite Color’…
En na meerdere vluchten door en over het album komt steeds meer het inzicht dat dit toch serious stuff is. Plastic Mermaids bouwt op dit eerste volwaardige album namelijk een sfeervol parallel universum, waar je meteen vanaf het eerste nummer naar binnen wordt gezogen als in hun zelf gecreëerde zwarte gat. De stemmen klinken spacey, hoog, met veel ruimtelijke effecten. De synthi-klanken overheersen, zowel als vaste ondergrond voor de songs, als puntige dan wel zweverige flarden bewolking die hierover voortrazen. Resulterend in een catchy patroon dat steeds van vorm verandert, maar zich keer op keer in je hoofd nestelt. Het laat je bijna echt geloven dat dit geen virtual reality meer is, maar een werkelijkheid waarvan je niet durfde dromen dat deze echt zou bestaan.
En hoewel menige titel en songtekst wellicht wat melig klinkt, zit hier toch een diepere betekenis onder. Menselijke gevoelens, problemen en visies worden geteleporteerd naar Plastic Mermaids’ eigen wereld. Hun op het eerste gezicht gevoelloze universum lijkt te ver weg te staan van deze humane zaken. Maar hoe verwonderlijk is het om te ervaren dat je de menselijke gevoelens van computers en digitale data echt gaat geloven.
Het refrein (ja, er is een aardse songstructuur) van het nummer ‘1996’ is exemplarisch voor dit knappe kunststukje dat je brein binnendringt:
A choir of robots sing at a digital funeral
(Just like yesterday)
I almost tried to tell you I thought you were beautiful
(But you just slipped away)
Waarom de titel ‘1996’ ? Zie hier de weemoed , die blijkbaar ook bestaat in een universum niet (?) ver hier vandaan:
Dustclouds in the air
Because they’re knocking down the place
Where you lived in 1996
Now it’s all just little squares
A pixelated paradise
But I’m like play-doh you’re like lego bricks
Yeah I’d like to go back there
Where all I see is 1s and 0s
Am I supposed to feel like this?
Het nummer ‘1996’ is één van de sterkste nummers van de plaat. Het voert je meteen mee op een mooi synti- klanktapijt en een lekkere drum. De spanning wordt verder opgebouwd met breaks waarin plaats is voor meer aardse zang en piano en zowaar een akoestische gitaar. Maar laat je niet op het verkeerde been zetten, want niets is wat het lijkt, in deze bijna perfecte popsong.
Het volgende ‘Floating in a vacuum’ opent zelfs met bijna klassiek aandoende strijkers. Na de toevoeging van een harde beat, de hoge stem van Douglas Richards en menig geblieb en geblur, zijn we toch weer terecht gekomen in de ruimtelijke sound. Om dan weer op wonderlijke wijze af te sluiten met een stukje klassieke piano.
Het album kent zowel bínnen als tússen de nummers een mooie variatie. Zo kent de song ‘Yoyo’ een fantastische opbouw: van een aardse ingetogen song, in bijna 7 minuten hoger en hoger stijgend, om je als luisteraar mee te voeren naar een apocalyptisch hoogtepunt. Buitenaards mooi en knap.
En zo is ‘Throwing stones at the moon’ (What’s in a name ?) een theatrale opvoering van een stuk dat steeds groter en groter groeit, maar toch netjes binnen de universele grenzen blijft om niet bombastisch te worden.
Hebben we hier te maken met een verlate opvolger van Bowie’s Space Oddity ? Of een moderne re-incarnatie van Pink Floyd ? Nee, het is anders. De tijdmachine bevindt zich in 2019, waar bands experimenteren met meerdere vormen van klank, expressie, gevoel. Denk eerder aan Flaming Lips, Django Django, Tame Impala of het Belgische SHHT. Traditionele gevoelens omgevormd tot iets nieuws, iets anders. Maar wat ? Laten we het maar houden op APART.
En dan, tenslotte: de existentiële vraag, het bestaansrecht van menig recensent… Is het album dan ook GOED ? Tsja, misschien is het niet de kern van deze recensie, maar vooruit … Ja, ‘Suddenly everyone explodes’ van Plastic Mermaids is echt heel goed ! (8,0/10)(Sunday best Recordings)