Donderdag, even na half negen ‘s avonds, een onbekende, kale, vriendelijk lachende heer in pak beklom het podium van de Limburgzaal in Heerlen. Hij had wat moeite zich over het compleet met instrumenten volgebouwde podium heen te manoeuvreren, maar toen hij dan eindelijk achter de microfoon stond, keek hij even de zaal in en sprak de woorden: ‘Ladies and Gentlemen… Jools Holland!“. Hij was langs rechts opgekomen, dus leek het logisch dat hij langs links het podium weer afging. Dat deed hij dan ook, maar niet vooraleer het publiek het goede voorbeeld te hebben gegeven door het applaus te openen.
Jools Holland is tegenwoordig vooral bekend als televisiepresentator van het BBC muziekprogramma ‘ Later ….with Jools Holland’, waarin de bandleider vele grote artiesten ontving, en waar vaak legendarische televisie werd gemaakt. Toch heeft Holland ook een verleden als popartiest. In de jaren ‘70 en ‘80 vergaarde hij enige roem, vooral in de UK met de band ‘Squeeze’.
De Limburgzaal in Parkstad Limburg Theater was voor ongeveer de helft gevuld met muziekliefhebbers en voor deze keer is de bar in de zaal geplaatst zodat het smeren van de dorstige keel niet meteen ook betekende dat je daarvoor de zaal uit moest.
Jools Holland, gekleed in iets ruimers dan het modebeeld voorschrijft, stemmig donker kostuum, nam plaats achter de Steinway vleugel en trapte af met twee boogie-woogie stukken. Vingervlug op de toetsen was de inmiddels 61-jarige Holland zeker, de muziek deed sterk denken aan die van Nederlands eigen overleden boogie-woogie pianolegende Rob Hoeke. De waarheid is echter dat Jools Holland nergens in zijn optreden het niveau zou evenaren dat Hoeke tijdens zijn carrière bereikte.
Het volledige Rhythm & Blues Orchestra van Holland bestond naast Holland uit een volledige big band blazerssectie met op drums, toch enigszins verrassend Jools ‘oude Squeeze-drummer Gilson Lavis. Hij werd uitbundig gedateerd en aangekondigd door de orkestleider. Het is na al die jaren, waarin Gilson tot twee keer toe door Holland uit Squeeze werd gezet, uiteindelijk toch nog allemaal goed gekomen. De bezetting werd compleet gemaakt met twee ook solo opererende achtergrondzangeressen, een bassist en een gitarist.
Na een paar nummers nam achtergrondzangeres Mabel Ray de lead vocals over voor een kort intermezzo in de spotlights. Tijdens haar intermezzo werd langzaamaan duidelijk dat het ‘Rhythm and Blues Orchestra’ niet in zijn allerbeste doen was. De presentatie bleef wat zwak en het vuur ontbrak vanavond. Te merken was dat het publiek ook niet heel erg goed reageerde op het orkest dat duidelijk op de automatische piloot speelde.
Tweede zangeres Louise Marshall trok het niveau flink omhoog. De frêle zangeres heeft dan ook een geweldige staat van dienst als achtergrondzangeres bij Pink Floyd en David Gilmour. Helaas kon ook zij alleen de avond niet blijvend naar een hoger niveau trekken, alhoewel ze een prachtige versie ‘The Joy of Love‘ neerzette.
De avond kabbelde wat voort naar het moment waarvoor toch een groot deel van de bezoekers gekomen was. Special guest Marc Almond, in de jaren ’80 bekend als frontman bij Soft Cell, maakte zijn opwachting met de oude Soft Cell-hit ‘Say Hello Wave Goodbye’. In Nederland was het nummer toendertijd al geen hit en daarom ontbrak het effect van de herkenning bij het grootst deel van het publiek. Almond verontschuldigde zich terecht voor zijn stem, die verre van goed was. Met ‘If you love me (really love me)’, een cover van nota bene de Edith Piaf-klassieker ‘Hymne a l’amour’, ging Almond voort. De man is geen schim meer van de gevierde en extravagante zanger uit de tijd van Soft Cell. Als uitsmijter bracht Almond dan een vreemde en niet werkende big ban- versie van Soft Cell’s grootste hit ‘Tainted Love’. Het publiek kon de connectie niet maken en Marc Almond bleek ook niet het hoogtepunt van de avond te kunnen brengen. Opvallend was dat na Marc Almond meteen een aantal bezoekers de zaal verlieten.
Na Marc Almond bracht Jools Holland dan als uitsmijter de van oorsprong Jamaicaanse zangeres Ruby Turner. Die met een dijk van een stem en een paar topnummers haar faam waarmaakte die ze door de jaren heen heeft opgebouwd als backing vocalist bij UB40, Culture Club en Steve Winwood. Het was jammer te zien dat ook deze vocale geweldenaar er niet in slaagde het orkest uit de welhaast apathische, plichtmatige stand te halen.
Zelfs Jools Holland zelf had inmiddels de hoop opgegeven er een vlammend concert van te maken. Op routine werd het concert verder afgewerkt. Het Jools Holland Rhythm and Blues Orchestra maakte in Heerlen in de verwachtingen maar beperkt waar.
Foto’s (c) Perry Hermans / Maxazine