Little Waves is een vrij kleinschalig indoor festival in het Belgische Genk. De locatie is uniek: In de oude, prachtig restaureerde gebouwen van de voormalige steenkoolmijn van Winterslag. Nu is het een grootse cultuur hotspot voor de hele regio, de C-Mine. Het festival is verdeeld over drie zalen, gelegen rond een gezellig overdekt binnenplein met zitjes, barretjes, en zelfs hangmatten, in de industriële entourage van de oude mijngebouwen. Een compliment alleen al voor deze locatie. Gevoegd bij de Belgische relaxte sfeer en de avontuurlijke programmering, kon deze avond op voorhand al niet meer misgaan.
Little Waves wordt sinds 2013 georganiseerd en is het indoorbroertje van het al even eigenzinnige Absolutely Free Festival, dat in de zomer op de er naast gelegen weides wordt gehouden. Beide festivals kenmerken zich door een gedurfde programmering en met een neusje voor opkomend talent. Daarbij is zowel aandacht voor internationale als nationale en regionale artiesten. Op voorafgaande Little Waves affiches stonden o.a. Warhaus, Amber Arcades, Mercury Rev en Blaudzun. Dit jaar waren de Amerikanen in de meerderheid, met als topper Pinegrove. Maar een groot deel van het publiek zal zeker zijn afgekomen op dé sensatie uit de eigen regio, Whispering Sons.
Annabel Allum
Om klokslag 18 uur mocht Annabel Allum de aftrap verrichten op de mainstage. Ze was waarschijnlijk al zo vroeg geprogrammeerd om de (festival)sfeer erin te krijgen. En dat lukte haar voortreffelijk met haar stevige, puntige garage-indierock. Haar driemansband overtuigde de al redelijk volgelopen zaal vanaf de eerste tonen. Haar rauwe stem deed meteen aan PJ Harvey denken, hoewel ook Angel Olsen geen slechte vergelijking zou zijn. Net als deze vrouwelijke collega’s schuurde Annabel met haar stem langs gebroken relaties, foute attitudes en hartzeer. De bassist en met name de drumster legden een strakke basis voor het heftige gitaarspel van Annabel, hoewel deze eigenlijk wat meer naar de voorgrond mocht worden gemixt. Ze had met haar rebelse, coole, maar ook charismatische uitstraling duidelijk het publiek mee. Zingend, grommend, diep of hoog, haar stem liet aan emotie geen twijfel mogelijk. Zoals in ‘Picture on Picture’ of de voortreffelijke single, en meteen afsluiter van deze energieke set, ‘Emily’, waarin ze smacht, kreunt, hoopt, zich helemaal liet gaan naar een prachtig hoogtepunt. Een meer dan waardig begin van Little Waves. En kijk niet verbaasd op als Annabel Allum volgend jaar op de grotere festival staat geprogrammeerd. Want dat verdient ze.
Isbells
Het Belgische Isbells stond geprogrammeerd in de grote theaterzaal. Deze zat nagenoeg helemaal vol voor deze vijfmansband rond zanger Gaëtan Vandewoude. Dat had zeker te maken met de grote populariteit van deze band in hun eigen land, maar waarschijnlijk ook vanwege het zojuist verschenen ‘Sosei’, hun eerste album sinds vier jaar. Maar het blijft toch altijd een vreemde gewaarwording, een zitconcert. Soms is dat een juiste keuze, soms pakt het minder goed uit. Dat laatste was helaas een beetje het geval bij Isbells. Hun poppy en aanstekelijke indie verdiende eigenlijk meer een grote zaal, waarin je staand mee kunt gaan met de muziek. De stoelen in de zaal boden die mogelijkheid helaas niet. Hierdoor kwam de sfeer minder goed over, hoewel je soms door hun folky Americana invloeden toch ook nog wel het gevoel kreeg dat je een ritje maakte over de prairie, met de wind door je haar. Kippenvel was er vooral bij de meerstemmige zang met zangeres en toetseniste Chantal Acda. Een gedegen, professionele set, misschien wat te veel binnen de lijntjes kleurend, maar dat kwam wellicht ook door de setting in de theaterzaal.
Marissa Nadler
Voor andere artiesten pakt een theaterzaal juist wel heel goed uit, zoals voor de Amerikaanse singer-songwriter Marissa Nadler. Heel alleen op het grote podium bracht ze een intieme, gevoelige, maar ook indrukwekkende set. De uit Boston afkomstige Marissa gaat al heel wat jaren mee. Ze bracht een aantal albums uit, soms met haar band, soms met gastmuzikanten. Op haar laatste album kreeg ze goed gezelschap van haar landgenoten Angel Olsen en Sharon van Etten. Alle drie dames van de donkere indie- folk. Ze schuwen de problemen van de wereld niet en bezingen die vanuit hun eigen, zeer persoonlijke gevoel.
Marissa stond er als een ogenschijnlijk zelfbewuste vrouw, treffend in een zwarte kurk, met zwarte laarzen. Gevoegd bij haar lange zwarte haren gaf dat een beeld dat paste bij haar donkere, melancholieke songs. Haar loepzuivere stem gaf alle nummers een sterke lading emotie. Lang getrokken zinnen met een mooie snik aan het einde, hogere uithalen of lagere partijen, alles in balans en indrukwekkend gebracht. Het publiek zat of ademloos te kijken of had haar ogen dicht, genietend van enkel haar stem en de begeleidende elektrische, veelal galmende gitaar, die haar emoties op voortreffelijke wijze muzikaal ondersteunde.
Het was knap wat ze deed, zeker gezien haar onzekerheid op het podium. Ze oogde tussen de nummers door nerveus en vroeg zelfs al na het tweede nummer of de spotlight wat minder fel mocht. Blijkbaar staat ze daar zelf niet graag in en brengt ze haar breekbare nummers het liefst klein en intiem. En dat deed ze. Om haar gemis van een band te compenseren gebruikte ze soms loops voor haar gitaar en tweede stem. Ze verontschuldigde zich daarvoor. Dat was echter absoluut niet nodig. De uitgeklede versie van haar single ‘Blue Vapour’ klonk nu misschien nog wel mooier dan met de opsmuk van een band. En misschien was dat wel de leidraad van dit concert: zonder opsmuk, kom je tot de echte kern. En die was intiem, meeslepend, gevoelig en emotioneel.
Sergeant
Even tevoren had Sergeant zijn optreden afgerond in de derde zaal, genoemd naar het outdoor festival AFF (Absolutely Free Festival). Het woord performance was hier wellicht meer op zijn plaats. Midden in het vrij kleine zaaltje stond een tafel met allerlei elektronica, drumcomputer, mengpaneel en keyboard. Het publiek kon zich hier rond omheen opstellen en opgaan in de geluidexperimenten van Ferre Marnef, bestaande uit lange loops van samples en drumritmes die soms bedreigend waren, maar veelal hypnotiserend. Ferre Marnef ís het project Sergeant, maar liet zich vandaag bijstaan door twee muzikanten die op het door hem neerlegde bed van klanken mochten improviseren met bas en … blokfluit. Het geheel deed wat unheimisch aan in deze kale zaal, met matig geluid. Met grote, visuele effecten en een harder, beter geluid, zou het een trip zijn geworden naar je onderbewustzijn, met of zonder pilletje… Nu bleven de geluidstapijten een beetje te veel zweven en hadden de danspasjes van Ferre een bevreemdend effect. Wellicht was dat ook de bedoeling, net als zijn vaak opzettelijk vals gebrachte kreten als ‘Politics are lies…’. En maakten wij allen, band, zaal en publiek wel deel uit van één groot experiment, zonder het zelf te weten. Uniek.
Pinegrove
Pinegrove was één de van de grotere namen op het Little Waves affiche. De Amerikanen uit New Jersey hebben al een flinke indie reputatie opgebouwd in hun negen jarig bestaan. Ze waren dan ook de enige met een permanente merchandise stand op het festival. De trouwe fans kregen in de volle mainstage wat ze konden verwachten: een degelijke set indierock, die door de folky en country invloeden, en door de nasale stem van zanger Evan Stephens Hall, oprecht Amerikaans klonk. De band rook nog steeds fris en frivool en wist het publiek van meet af aan mee te krijgen. Evan kon zijn verhalen vertellen, dan weer relaxed, dan weer uitschreeuwend, maar altijd raak schietend in zijn oprechte emotie. Gedegen en goed.
Whispering Sons
De meeste festivalgangers waren echter toch wel voor dé hoofdact naar Genk gekomen: de als een komeet omhoogschietende Belgische sensatie Whispering Sons. Uit eigen regio Limburg, maar straks ongetwijfeld in heel Europa bekend. Nu nog spelend in een relatief kleine zaal, maar al wetende dat dit straks niet meer mogelijk zal zijn. En daarom wilden de vele fans dit relatief intieme optreden nog even meemaken, nu het nog kan. En terecht. Een perfecte show van een perfecte headliner. Whispering Sons wist de wave van de jaren’80 te vertalen naar nu. Dus geen kopie, maar een evolutie die via de postpunk leidde naar een eigen geluid, gedragen door een strakke ritmesectie, ondersteund door synths en verder ingevuld door gitarist Kobe Lijnen en vooral door frontvrouwe Fenne Kuppens.
Vanaf de eerste tonen van ‘Stalemate’ had de band de bomvolle mainstage in haar grip, greep het haar bij de strot en liet deze niet meer los. Pas na een dik uur donkere wervelwinden, onheilswolken en huiveringwekkende emotie mocht het publiek weer ademhalen. Niet alleen hun eerste single,’ Alone’, stond als een huis, en is nu eigenlijk al een clubklassieker, maar het hele oeuvre spatte van het podium. Soms een vleugje Joy Division, dan een flinke scheut Sisters of Mercy, maar toch altijd weer een heel eigen Whisperings Sons. Dat is de verdienste van de hele band, die optreden na optreden verder is gegroeid, maar zeer zeker van zangeres Fenne Kuppens. Ze liep de hele middag al rond in C-Mine, in zichzelf gekeerd, genietend van de entourage en van andere bands.
Eenmaal op het podium veranderde ze echter in een geweldige performer, die haar intense emoties met haar kenmerkende lage stem uitstortte over het publiek, dat dankbaar alle emotie in zich opnam, absorbeerde en als hernieuwde energie teruggaf aan de band. Geen wonder dat Whispering Sons, pas drie jaar geleden winnaar van talentenwedstrijd Humo’s Rock Rally, nu al staat geboekt voor de grote zomerfestivals als Rock Herk, Best Kept Secret en zelfs Rock Werchter. Ze komen daar het best tot hun recht in een donkere tent, om hun eigentijdse, intense, donkere en melancholieke sfeer neer te zetten. Maar wedden dat ze zelfs boven een zonnige festivalweide de goden kunnen verzoeken om de duisternis te laten intreden? Op Little Waves lieten ze zien dat ze zelf klaar zijn voor het grote werk.
En onbedoeld bleek hiermee ook dat het festival Little Waves klaar is voor het (nog) grotere werk. Deze editie heeft laten zien dat veelzijdig en gedurfd programmeren heel goed samen kunnen gaan en een totaalbeeld opleveren dat gezien en gehoord mag worden in het steeds groter wordende festivallandschap van de Lage Landen. Maar laten we toch stiekem hopen dat Little Waves ervoor blijft kiezen om kwaliteit boven kwantiteit te laten gaan. Want dan kunnen we nog vele jaren genieten van frisse, jonge bands in de prachtige setting van C-mine.
Foto’s (c) Anita Martin, AnnaPileaFotografie