Bijna ieder jaar is Ray Wilson (ex-Stiltskin, ex-Genesis) met Genesis Classic te zien in De Bosuil, in Weert. Deze optredens zijn altijd zeer goed. Geen wonder dat het op deze herfstachtige zaterdag, 10 november, behoorlijk druk was. Er klonk applaus toen de bandleden en vervolgens Ray Wilson het podium betraden. Ray stond heel relaxed met de handen in de broekzak te zingen. Even was de zang in ‘Calling all stations’ iets te zacht ten opzichte van de muziek, maar dat werd grotendeels recht getrokken. Ray zong zoals altijd met passie.
Al bij de eerste tonen van ‘That’s all’ werd er volop meegeklapt en gezongen. Dit is één van de nummers waar Ray’s broer Steve meezingt. Multi-instrumentalist Marcin Kajper stond met zijn saxofoon achteraan op het podium, naast violiste Alicja Chrząszcz. Jammer dat er niet meer licht op hun gericht was. Marcin kwam naar voren gelopen. Onder luid gejuich liet hij zijn kunnen horen. Ondertussen speelde Ray op de tamboerijn. Na drie nummers gespeeld te hebben begroette Ray ons en kondigde ‘Lemon yellow sun’ aan. Hij zong dit gevoelig. Ook in ‘Take it slow’ voelde en zag je de tekstbeleving van Ray. Marcin trakteerde ons op prachtige, gevoelige tonen uit zijn saxofoon. Op het einde bespeelde Ali Ferguson op minimalistische manier zijn gitaar. Maar ook deze kleine, zachte geluidjes waren super.
Toetsenist Kool Lyczek speelde het intro van ‘Another day in Paradise’. Ray zong, daarbij had hij zijn akoestisch gitaar op de rug. Fans zongen mee. Toen volume en tempo omhooggingen, speelde ook Ray gitaar. Bij aanvang van ‘Carpet Crawlers’ zong Ray bijna solo, slechts begeleid door het toetsenwerk van Kool. Rays’s stem kwam weer zo mooi uit!
De blend van alle instrumenten was in perfecte balans. Fans genoten met volle teugen van dit alles. Een paar aanwezigen waren ook tussen de nummers door nogal luidruchtig. Ray gaf een nette, maar pittige reactie op hun opgepaste manier van doen. Uit het applaus bleek dat de fans zijn woorden waardeerden. Alsof er niks gebeurd was, werd het ingetogen ‘First day of change’ perfect neergezet. Klasse!
Zachte, tikkende geluiden. Maar vooral ‘Boink-Boink’ van drummer Mario Koszel. Dit strak gespeelde intro hoort natuurlijk bij ‘No son of mine’. Ray haalde de vocale uithalen hier moeiteloos. Natuurlijk klonk het uit vele kelen:”Ohhooo, Ohhoo.” Mario zorgde samen met bassist Lawrie MacMillan voor de ritmesectie. Maar bij ‘Home by the sea’ vulden Steve en Ali dit aan met ritmisch gitaarspel. Kool strooide er zijn aandeel op de toetsen doorheen. De dwarsfluit en viool maakten het compleet. De gitaarwissels verliepen ongemerkt. Voor ‘Follow you, follow me’ gebruikten alle drie de gitaristen een akoestische gitaar.
‘The Actor’ is een ‘oudje’. Ray zong bijna solo. Hij werd begeleid door Kool en hij begeleide zichzelf op gitaar. Ray klonk zeer geloofwaardig. Ali kwam erbij met zijn gitaar. Steve stond even aan de kant. Langzaam gingen tempo en volume omhoog en Steve kwam er weer bij. Marcin zorgde met zijn dwarsfluit voor een vrolijke noot. In één keer was er een omslag naar een minimalistisch stuk. Dit decrescendo was indrukwekkend.
Wat aarzelend zongen een aantal fans mee met ‘In the air tonight’. Onder aanmoediging van Ray werd dat luider. Het podium was bijna leeg. Één voor één kwamen de muzikanten terug, en nam het volume van de muziek toe. We bleven woord voor woord meezingen. Het einde was super strak gespeeld. Tijdens ‘Solsbury hill’ werd het een vrolijke boel, zowel in de zaal als op het podium. Alicja danste al viool spelend met Ray. De lachende gezichten van de bandleden spraken boekdelen.
‘Mama’ staat vast gebeiteld op de setlist. Dat vonden we helemáál niet erg. Temeer omdat Ray goed bleef zingen. Dat kon je van de meebrullende fans niet zeggen. Maar ach, dat kon de pret niet drukken. Iedereen genoot. Natuurlijk ging Ray voor het “Hahaha… hahhaa… ohh” weer door de knieën. Het podium was in het donker gehuld. Alleen zijn gezicht werd in het warme, gele licht gezet. Dit is en blijft een mooi moment. Dit was het laatste nummer. Het podium was nog niet leeg, of er werd al “We want more!” geroepen. De toegift begon met een drumsolo. Mario werd in eerste instantie niet in het licht gezet, toen dat wel gebeurde steeg er een gejuich op. Na ‘The dividing line’ volgde het Stiltskin nummer ‘Inside’. Lawrie liet vette, dik aangezette lage noten uit zijn bas rollen. Dit vormde een mooi contrast met de viool. Steve, Ali en Ray stonden als drie musketiers zij aan zij te spelen. Lawrie maakte van de gelegenheid gebruik om zich aan de andere kant van het podium te laten zien. Kortom ook dit laatste nummer was mooi om naar te luisteren en te kijken. Na dik twee uur verdwenen Ray Wilson en zijn band voor het laatst. Hopelijk zien we ze volgend jaar weer terug.
Foto’s (c) Eric Bleize