De stem van Heather Nova is haar handelsmerk. Er zijn veel zangers en zangeressen, maar er zijn er maar weinig met een dermate fraaie en zuivere stem. Met de plaat Oyster kreeg Heather bekendheid door de nummers ‘Island’ en ‘Maybe an angel’ waar haar stem goed tot haar recht komt.
In het Caprera theater gaf Heather een akoestische show zodat alle aandacht uit kon gaan naar haar stem in een prachtige setting. Voor 4 optredens wordt er vanuit Bermuda naar Nederland en België gevlogen voor optredens op bijzondere locaties. Verrassend wordt Duitsland overgeslagen en staat Nederland met 3 optredens prominent op de korte tourlijst. De tribunes zaten vol en met het voorprogramma met Judy Blank begon het goed Judy Blank heeft ook een mooie stem. Ook zij trad akoestisch op en heeft net een plaat in Nashville opgenomen en vertelde vrolijk over haar ervaringen daar.
Heather komt uit Bermuda dus de warme temperaturen zijn haar wel bekend. De fraaie mondaine badplaats Bloemendaal ook. Bermuda heeft ongeveer het hoogste inkomen ter wereld per inwoner ($ 70.000) en de bosrijke omgeving waar werd opgetreden straalt ook rijkdom uit.
Deze warmte is natuurlijk goed voor haar stem en met de nummers ‘Fool for you’ en ‘Moon River Days’ overtreft ze zichzelf weer. Haar vaste begeleider Arnulf Lindner was er weer bij en zorgde voor de cello, gitaren, keyboard en de drumkicks.
De set start goed met ‘Like lovers do’ en ‘Sea Glass’. De setting bevalt Heather zo in het bos. Heather is wel connected met de natuur; veel nummers op (met name) de laatste platen gaan over het milieu. Een aantal nieuwe nummers komen voorbij zoals ‘Your words’ en ‘After all this time’ en ‘the wounds we bled’.
‘London rain’ ontbreekt natuurlijk niet. Voor de toegiften worden de hoogtepunten bewaard ‘Until te race is run’ en ‘Sugar’ zijn prachtige afsluiters van een prachtige set in een prachtige setting. De mooiste akoestische vertolking is echter ‘Heart & Shoulder’ van de plaat ‘Siren’, met name daarin weet ze de voor haar kenmerkende hoge zuivere noten perfect te bereiken.
Foto’s (c) Rene Obdeijn