Dat het grootste deel van het Nederlandse publiek hem pas leerde kennen als deelnemer van ‘Wie is de Mol?’ zou eigenlijk moeten worden opgepakt als belediging van het Nederlands product. De muziek van Ruben Hein is bij muziekkenners gelukkig al jaren bekend en de echte liefhebber heeft hem inmiddels al meermalen gezien en gehoord. In verschillende samenstellingen wellicht; Als toetsenist van Hans Teeuwen, Fink, of via zijn samenwerkingen met Oletta Adams, Benjamin Herman of bij Simply Red in Symfonica in Rosso. Of als solo-artiest tijdens zijn inmiddels verschillende tournees, bij de Edison Jazz Awards, als gast bij onder anderen Sheila E., of bij een van de vele andere gelegenheden.
Wie Ruben Hein nu, geboren in het Gelderse Bemmel, na ‘Wie is de Mol?’, muzikaal nog moet leren kennen, komt met ‘Groundwork Rising‘ wellicht wat bedrogen uit. Leek hij in eerste instantie een jazz-artiest, op ‘Groundwork Rising’ ontpopt Ruben Hein zich als volleerd singer-songwriter. Natuurlijk, hij toonde zich al eerder in het genre, maar goed, welk genre heeft Ruben niet al eerder aangesneden, al dan niet zijdelings. Enkele weken na de CD komt voor de echte muziekconnaisseurs ook de LP uit. Op vinyl. “Vinyl is voor een muzikant altijd toch wel een bijzonder iets, een hebbedingetje”, gaf Ruben enige tijd geleden al aan in een interview met Maxazine. Maar dat hebbedingetje is het niet alleen, op ‘Groundwork Rising’ heeft Hein nog twee extra tracks laten persen. “Het was een bewuste keuze om er twee extra tracks op te doen. Ik vind dat leuk, het zijn twee tracks die niet op de cd kwamen en ik vond het leuk om daar toch iets mee te doen.” En dat pakt wonderwel goed uit.
Het album komt direct binnen. Vanaf de melancholische opener ‘Everything I Say (Magnolia)’, tot en met officiële afsluiter ‘Start To Talk’. Op het vinyl zijn er nog twee tracks achteraan geplakt, ‘Eyes’ en ‘Ever Last’, die plantechnisch wellicht beter voor ‘Start To Talk’ hadden gekund, maar een knies die daar over valt.
Op ‘Groundwork Rising’ breekt Ruben Hein grotendeels met tekstschrijver Stan Vreeken, die voor en met Hein singles ‘Elephants’, ‘That’s Not Life’, ‘Hopscotch’ en ‘Fool By Morning’ schreef. Op ‘Groundwork Rising’ is diens deel beperkt gehouden tot het medeschrijven van bonustrack ‘Ever Last’, waarbij Hein ook samenwerkt met voormalig frontman Finn Greenall (Fink), met wie hij ook ‘Other Side Of Now’ schreef. De inbreng van Greenall blijft echter niet beperkt tot het medeschrijven, op ‘Juggler’ laat de Engelsman zijn akoestische gitaar gedurende de het soms psychedelische nummer een enkele noot meetokkelen. En dan heeft Greenall ook de plaat nog mee geproduceerd, wat je hier en daar toch duidelijk kan terug horen. Toch een eer, om opgenomen te worden in het rijtje beroemde namen waarmee Finn inmiddels samenwerkte.
‘Groundwork Rising’ is een goed voorbeeld van hoe Ruben Hein door de jaren heen verder geëvolueerd is in de muziek. Een album dat nu al genoemd mag worden als een van de grootste verrassingen van 2018. Hein laat op het album horen inmiddels tot een van de beste Nederlandse singer-songwriters en muzikanten te behoren en het zal niemand dan ook verbazen als het album genoemd gaat worden als kanshebber op een Edison Award. Die hij zeer zeker verdient. ‘Groundwork Rising’ is het beste dat Ruben Hein tot nu toe heeft gemaakt. Laten we hopen dat er hierna nog vele albums zullen gaan komen. (8/10) (Concerto)